Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
.De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting gesloten.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 september 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser tot verlening van een verblijfsvergunning asiel. Eiser had op 15 januari 2021 een aanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 9 augustus 2021 als niet-ontvankelijk was verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend, dat op 6 september 2021 ter zitting is behandeld. Tijdens de zitting was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en was de verweerder vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft de zitting gesloten en onmiddellijk na sluiting mondeling uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris ten onrechte de Filipijnen als veilig derde land voor eiser heeft aangemerkt. De rechtbank benadrukte dat er een gedegen onderzoek moet plaatsvinden naar de situatie in het derde land en dat de persoonlijke omstandigheden van eiser in de beoordeling moeten worden betrokken. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris onvoldoende inzichtelijk had gemaakt hoe de persoonlijke omstandigheden van eiser in de besluitvorming waren meegenomen. Eiser kan alleen naar de Filipijnen terugkeren als zijn echtgenote met hem meereist, wat niet realistisch is gezien haar huidige verblijf in Qatar. De rechtbank heeft verweerder opgedragen binnen vier weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.496,-.