ECLI:NL:RBDHA:2021:12551
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsontneming en schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke context
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 oktober 2021 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de vrijheidsontneming van eiser, die asiel heeft aangevraagd in Nederland. Eiser, die een verblijfsvergunning heeft in Cyprus, was op 21 juli 2021 onderworpen aan een vrijheidsontnemende maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze maatregel onrechtmatig was, omdat uit het EURODAC-onderzoek bleek dat eiser rechtmatig verblijf had in een andere EU-lidstaat. De rechtbank oordeelde dat er geen grondslag was voor de grensdetentie, aangezien het grensbewakingsbelang ontbrak. Eiser had op 20 juli 2021 aangegeven asiel te willen aanvragen en had een geldig Syrisch paspoort overgelegd. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en schadevergoeding toegekend voor de periode van onrechtmatige vrijheidsontneming van 21 juli tot 9 augustus 2021, ter hoogte van € 2.000,-. Daarnaast zijn de proceskosten van eiser vergoed, vastgesteld op € 1.496,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.