ECLI:NL:RBDHA:2021:12482

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 november 2021
Publicatiedatum
15 november 2021
Zaaknummer
09/767302-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van wapenhandel met meerdere vuurwapens overgedragen in pseudokopen

Op 16 november 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van wapenhandel. De verdachte heeft samen met anderen in de periode van 22 juni 2021 tot en met 3 augustus 2021 in totaal 24 vuurwapens overgedragen tijdens vier pseudokopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een actieve rol heeft gespeeld in de wapenhandel door advertenties te plaatsen op Telegram, contact te onderhouden met kopers en het geld in ontvangst te nemen. De verdachte is op 3 augustus 2021 aangehouden na de laatste pseudokoop, waarbij 19 vuurwapens werden overgedragen. De rechtbank oordeelt dat de verdachte van het verhandelen van wapens een beroep en gewoonte heeft gemaakt, wat blijkt uit het aantal verhandelde wapens en de herhaling van de activiteiten. De rechtbank legt een gevangenisstraf op van zes jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen voorwerpen behandeld, waarbij een telefoon en een deel van het in beslag genomen geld aan de verdachte worden teruggegeven, terwijl andere voorwerpen verbeurd worden verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/767302-21
Datum uitspraak: 16 november 2021
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag 1] 1991 te [geboorteplaats 1]
[adres] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting Alphen aan den Rijn, locatie Eikenlaan.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 2 november 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. D.M. van Gosen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman
mr. B.M.C.F. de Groen naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 juni 2021 tot en met 3 augustus 2021 te Capelle aan den IJssel en/of Breda, althans in Nederland (telkens) te zamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen vierentwintig vuurwapens van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
-op 22 juni 2021 een vuurwapen (pistoolmitrailleur) van het merk FGC en/of
-op 2 juli 2021 een semi-automatisch pistool Walther Creed en/of
-op 7 juli 2021 twee semi-automatische pistolen Walther Creed en/of een semi-automatisch pistool Walther PPQ en/of
-op 3 augustus 2021 achttien semi-automatische pistolen Walther PPQ en/of een semi-automatisch pistool Walther Creed
heeft overgedragen, terwijl hij van het verhandelen van wapens een beroep en/of gewoonte heeft gemaakt;

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Inleiding
Op 12 juni 2021 is in de openbare Telegram groep genaamd "100 MERCATOR WAPENS GROEP 100" een advertentie doorgestuurd waarin “Under Yu” een vuurwapen van het merk FGC met bijbehorende munitie te koop aanbiedt. Deze advertentie is voor justitie aanleiding geweest om nader onderzoek te verrichten. Dit onderzoek heeft geleid tot de aanhouding van de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 3 augustus 2021.
3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
3.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – op gronden zoals verwoord in zijn pleitnota – namens de verdachte aangevoerd dat [verdachte] slechts een ondergeschikte rol heeft gehad bij de handel in wapens en dat bij hem geen sprake is van het een beroep of gewoonte maken van wapenhandel.
3.4.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in
bijlage Iopgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
3.5.
Bewijsoverwegingen
Op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast.
[verdachte] heeft onder de naam [naam 2] in een openbare Telegram groep door middel van het plaatsen dan wel doorsturen van advertenties vele wapens aangeboden. [verdachte] heeft onder de naam [naam 2] op 15 juni 2021 een advertentie doorgestuurd waarop een FGC te koop werd aangeboden. Hij is bij vier pseudokopen betrokken, waarbij de volgende wapens aan door de politie ingezette pseudokopers zijn overgedragen: op 22 juni 2021 een vuurwapen van het merk FGC, op 2 juli 2021 een semi-automatisch pistool van het merk Walther type Creed, op 7 juli 2021 twee semi-automatische pistolen van het merk Walther type Creed en een semi-automatisch pistool van het merk Walther type PPQ, en op 3 augustus 2021 achttien semi-automatische pistolen van het merk Walther type PPQ en een semi-automatisch pistool van het merk Walther type Creed.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van [verdachte] bij het tenlastegelegde het volgende af.
[verdachte] biedt op 15 juni 2021 een wapen aan, brengt verkoper [naam 1] met de pseudokopers in contact, is bij de overdracht van het wapen door [naam 1] aan de pseudokopers aanwezig, neemt het geld in ontvangst en deelt dit met [naam 1] . Bij de volgende pseudokopen is [verdachte] degene die de contacten onderhoudt met de pseudokopers en de afspraken over de ontmoetingen voor de overdacht van wapens maakt. Bij de pseudokoop op 2 juli 2021 zegt [medeverdachte 1] tegen de pseudokopers dat hij grote partijen Creeds en Kalasjnikovs kan leveren en dat de contacten via [verdachte] verlopen. Hij spreekt af 70 wapens te zullen leveren en zal navragen of dat kan voor € 3.000,- per stuk. [medeverdachte 1] en [verdachte] hebben veelvuldig telefonisch contact om de levering van die vuurwapens te bewerkstelligen. Bij de pseudokopen op 2 juli, 7 juli en 3 augustus 2021 zijn [verdachte] en [medeverdachte 1] aanwezig. [medeverdachte 1] is degene die regelt dat de wapens er zijn voor de overdracht aan de pseudokopers en overhandigt deze ook op 2 juli en 7 juli 2021 aan hen. [verdachte] is degene die het geld bij die twee pseudokopen in ontvangst neemt en verdeelt, waarbij een deel van het bedrag voor hem en [medeverdachte 1] is. Op 3 augustus 2021 zegt [medeverdachte 1] dat de wapens in een woning liggen en stuurt hij [verdachte] met een van de pseudokopers naar die woning om de wapens op te halen. [verdachte] en [medeverdachte 1] zijn aangehouden bij de laatste pseudokoop op 3 augustus 2021 na de overdracht van de wapens aan de pseudokopers.
Uit dit alles volgt dat sprake is van onderlinge afstemming tussen [verdachte] en [naam 1] , en [verdachte] en [medeverdachte 1] , waarbij ieder een rol heeft bij de totstandkoming en de feitelijke uitvoering van de overdracht van de wapens. [verdachte] heeft als tussenpersoon een voor de totstandkoming van het strafbare feit cruciale rol vervuld door wapens aan te bieden, afspraken te maken over de ontmoetingen en na de overdacht van de wapens het geld in ontvangst te nemen.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en [naam 1] en [verdachte] en [medeverdachte 1] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen ten aanzien van alle pseudokopen.
Beroep en gewoonte
De rechtbank moet vervolgens de vraag beantwoorden of [verdachte] – kort gezegd – van het verhandelen van wapens een beroep en/of gewoonte heeft gemaakt. De Hoge Raad verwijst bij de uitleg van “beroep” naar de Memorie van Toelichting waaruit volgt dat het gaat om de wil om eenzelfde feit stelselmatig uit winstbejag, of om in het onderhoud te voorzien, te begaan. Daarvoor kan één daad voldoende zijn, mits deze wijst op het vaste voornemen hetzelfde feit nogmaals te begaan met het oog op financieel gewin (ECLI:NL:HR:2007:BA5040). Het kenmerkende van de gewoonte ligt in de herhaling, waarbij de duur en de omvang meewegen.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [verdachte] een vast voornemen gehad om dit feit meermalen te begaan met het (kennelijke) oogmerk op financieel gewin. Dit leidt de rechtbank af uit het aantal pseudokopen waar aanzienlijk bedragen mee zijn gemoeid en waarvan een deel voor [verdachte] was, de informatie die tijdens de pseudokopen werd gegeven over het afnemen van grotere partijen en het regelmatige contact met anderen om de pseudokopen te bewerkstelligen, de advertenties die [verdachte] plaatste of doorstuurde op Telegram en het regelmatige contact met zowel [medeverdachte 1] als de pseudokopers. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat [verdachte] een beroep heeft gemaakt van de handel in wapens.
Voorgaande feiten en omstandigheden meewegende, ligt in de bewijsmiddelen – gelet op het aantal verhandelde vuurwapens en de op zijn telefoon aangetroffen chats en zo’n 300 video’s met vuurwapens – voorts besloten dat [verdachte] beschikte over contacten om aan wapens te komen, dat hij gedurende een periode herhaaldelijk wapens aanbood, waaronder een partij van 100 wapens en ook een aanzienlijk aantal wapens heeft overgedragen op verschillende momenten, zodat hij van het verhandelen van wapens ook een gewoonte heeft gemaakt.
Conclusie
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit, te weten het medeplegen van het overdragen van wapens, terwijl hij van het verhandelen van wapens een beroep en gewoonte heeft gemaakt.
3.6.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 22 juni 2021 tot en met 3 augustus 2021 te Capelle aan den IJssel en/of Breda, althans in Nederland, telkens
tezamenen in vereniging met (een) ander(en), vierentwintig vuurwapens van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
- op 22 juni 2021 een vuurwapen (pistoolmitrailleur) van het merk FGC en
- op 2 juli 2021 een semi-automatisch pistool Walther Creed en
- op 7 juli 2021 twee semi-automatische pistolen Walther Creed en een semi-automatisch pistool Walther PPQ en
- op 3 augustus 2021 achttien semi-automatische pistolen Walther PPQ en een semi-automatisch pistool Walther Creed
heeft overgedragen, terwijl hij van het verhandelen van wapens een beroep en gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat justitie te lang is doorgegaan met de pseudokopen. Uit de pseudokopen van vóór 3 augustus 2021 had voor justitie al moeten blijken dat er geen grote partij geleverd konden worden. De verdediging heeft de rechtbank verzocht hiermee bij de strafoplegging rekening te houden. Voorts heeft de verdediging, mede gelet op de beperkte rol van [verdachte] , verzocht om te volstaan met een gevangenisstraf van 1 jaar, waarvan een deel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft gedurende een periode van bijna twee maanden, samen met anderen, op vier momenten in totaal 24 semi-automatische vuurwapens overgedragen. Hij heeft daarbij een belangrijke rol gehad door onder meer advertenties te plaatsen op Telegram, het contact te onderhouden met de kopers, bij de overdracht aanwezig te zijn en het geld in ontvangst te nemen. Hij bood zelf een partij van 100 wapens aan en is vervolgens betrokken bij de deal om 70 wapens te leveren. Als de kopers niet van de politie waren geweest, dan had de verdachte door deze verkopen een grote bijdrage geleverd aan het ongecontroleerd verspreiden van vuurwapens in de samenleving, in het bijzonder in het criminele circuit. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en leidt tot onveiligheid in de maatschappij. Vuurwapens worden immers gebruikt om te dreigen, af te persen, te verwonden en mensen te doden.
De verdachte heeft bij het plegen van het feit gehandeld uit puur winstbejag en heeft zich daarbij niets aangetrokken van de belangen van de maatschappij. Hij bood niet alleen op Telegram maar ook aan de pseudokopers wapens aan, zelfs een partij van 100 stuks. Hij heeft op geen enkel moment laten blijken dat hij in de bewezenverklaarde periode had willen stoppen met de wapenhandel of met de levering van de partij van 70 stuks, integendeel. De rechtbank neemt dit de verdachte zeer kwalijk en rekent hem het bewezen verklaarde feit dan ook zwaar aan.
StrafbladUit het strafblad van de verdachte van 12 oktober 2021 blijkt dat de verdachte in de afgelopen vijf jaar niet is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
LOVS-oriëntatiepuntenDe rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS). Deze zijn voor het bezit en overdragen van vuurwapens recent verhoogd. Als oriëntatiepunt is hierin vermeld een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden voor het voorhanden hebben van pistolen/revolvers/geweren (III.1)in de openbare ruimte en van vier maanden voor het voorhanden hebben ervan in een woning. In deze zaak gaat het om vierentwintig vuurwapens. Voor het een beroep en/of gewoonte maken van het verhandelen van vuurwapens bestaat geen oriëntatiepunt.
Conclusie
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit, niet kan worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank zal aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaren opleggen, met aftrek van de tijd die de verdachte al in voorarrest heeft gezeten. Die straf is lager dan door de officier van justitie gevorderd omdat naar het oordeel van de rechtbank de op te leggen straf voldoende de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking brengt.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De inbeslaggenomen voorwerpen

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage II aan dit vonnis is gehecht) onder 2 en 3 genummerde voorwerpen zullen worden verbeurdverklaard en dat het onder 1 genummerde voorwerp zal worden teruggegeven aan de verdachte.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om gedeeltelijke teruggave van het onder 3 genummerde geldbedrag, omdat ten aanzien hiervan de criminele herkomst niet aangetoond kan worden.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de telefoon, vermeld op de beslaglijst onder 1, moet worden teruggegeven aan de verdachte nu niet blijkt dat het belang van strafvordering zich daartegen verzet.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de telefoon, vermeld op de beslaglijst onder 2, vatbaar is voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp betreft met behulp van welke het bewezenverklaarde feit is begaan. Vast is komen te staan dat de verdachte deze telefoon heeft gebruikt om advertenties te plaatsen waarin vuurwapens te koop werden aangeboden en contact te onderhouden met de mededaders en de kopers. De rechtbank zal deze telefoon daarom verbeurd verklaren.
Wat betreft het inbeslaggenomen geldbedrag van € 9.730,- – vermeld op de beslaglijst onder 3 – overweegt de rechtbank als volgt. De serienummers van zeven van de aangetroffen geldbiljetten van 50 euro kwamen overeen met de biljetten die zijn gebruikt voor de pseudokoop op 22 juni 2021. Vaststaat dan ook dat de verdachte deze geldbiljetten, in totaal een bedrag van € 350,-, met het bewezenverklaarde feit heeft verkregen. De rechtbank zal gelet daarop dit bedrag verbeurd verklaren.
De rechtbank is van oordeel dat niet vast is komen te staan dat de verdachte het overige geld, in totaal het bedrag van € 9.380,-, met het bewezenverklaarde strafbare feit heeft verkregen, waardoor de rechtbank de teruggave van dit bedrag aan de verdachte zal gelasten.
Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 31 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd, terwijl hij van het verhandelen van wapens een beroep en gewoonte maakt;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
6 (ZES) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
gelast de teruggave aan de veroordeelde van de op de beslaglijst onder 1 en een deel van de onder 3 genummerde voorwerpen, te weten: een telefoontoestel, grijs, Apple Iphone 6 en
€ 9.380,-;
verklaart verbeurd het op de beslaglijst onder 2 en een deel van de onder 3 genummerde voorwerpen, te weten: een telefoontoestel, zwart, OPPO met 2 Lebara simkaarten, en
€ 350,-.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.P.M. Loos, voorzitter,
mr. H . H .J. Zevenhuijzen, rechter,
mr. S.S.S. Heinerman, rechter,
in tegenwoordigheid van mrs. H .A.F. Tromp en Ö. Aydin, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 november 2021.
Bijlage I
De bewijsmiddelen
De rechtbank bezigt de volgende bewijsmiddelen:
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van processen-verbaal opgemaakt in het onderzoek XATU van de politie eenheid Den Haag, DHRAA21040 (doorgenummerd p. 1 t/m 648).
Telefoonnummers en tapgesprekken:
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 27 augustus 2021, voor zover inhoudende (p. 574-576):
Uit onderzoek is gebleken dat [verdachte] met de [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] contact opnam met de pseudokopers. Van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] zijn de historische verkeersgegevens gevorderd over de periode 10 januari 2021 t/m 10 juli 2021. Uit analyse is gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] gebruikt werd in combinatie met het telefoontoestel OPPO CPH2069(A52) dual sim. Op 3 augustus 2021 is de verdachte [verdachte] aangehouden. Uit de fouillering van de
verdachte [verdachte] kwam een OPPO DUAL-SIM telefoon voorzien van 2 LEBARA simkaarten behorend bij het mobiele [telefoonnummer 1] en het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 27 augustus 2021, voor zover inhoudende (p. 568-570):
Er werd een CIOT-bevraging gedaan op het telefoonnummer [telefoonnummer 3] en daaruit bleek dat het telefoonnummer [telefoonnummer 3] op naam stond van A. [medeverdachte 1] . Uit analyse is gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer 3] gebruikt werd in combinatie met de volgende telefoontoestellen voorzien van de volgende [IMEI nummer] zijnde een Apple Iphone 11. Van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] zijn de historische verkeersgegevens gevorderd over de periode 10 januari 2021 t/m 10 juli 2021. Uit analyse is gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer 3] gebruikt werd in combinatie met een Apple iPhone 11. Op dinsdag 3 augustus 2021 is [medeverdachte 1] aangehouden. Uit de fouillering van de [medeverdachte 1] kwam een Apple iPhone 11. Bij het uitlezen van de telefoon bleek dat de telefoon voorzien was van het [IMEI nummer] .
3. Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, opgemaakt op 9 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 107-113):
Tap [telefoonnummer 3] gesprek sessienummer 24266
Op 27 juli 2021 heeft het telefoonnummer van [medeverdachte 1] contact met het telefoonnummer van [verdachte] .
Samenvatting:
[medeverdachte 1] (
de rechtbank begrijpt [medeverdachte 1]) belt uit naar [verdachte]
A: Overmorgen zijn er twintig (20)
[verdachte] : Is goed. Ja.
A: Ze moeten gelijk opgehaald worden.
[verdachte] : Ja oké
Tap [telefoonnummer 3] gesprek sessienummer 27617
Op 31 juli 2021 heeft het telefoonnummer van [medeverdachte 1] contact met het telefoonnummer van [verdachte] .
[medeverdachte 1] belt uit naar [verdachte]
[medeverdachte 1] : he had je die man gesproken van de twintig in totaal in één keer
:ja man
[medeverdachte 1] : wanneer komt ie
: euh dinsdag
: ja man, dan is is terug
[medeverdachte 1] : top top top. Kunnen we, informatie dat die auto's binnen komen
: is goed en we doen gewoon alfa alfa (fan) toch
[medeverdachte 1] : in één keer twintig
: ja toch
[medeverdachte 1] : één keer twintig kunnen ze/we (ntv) pakken
: en dan gewoon helft helft
[medeverdachte 1] : in één keer twintig één twintig
: ja dat weet ik maar met die doekoe toch
[medeverdachte 1] : ja eerst brengen. Maar is goed bro ik spreek je later
4. Een geschrift, te weten een uitwerking van een tapgesprek, voor zover inhoudende (p. 366):
Datum 02-08-2021
Herkomsttap [telefoonnummer 2]
Sessienr: 24020
[medeverdachte 1] 7051 belt uit naar [verdachte] 6077
[verdachte] vraagt of [medeverdachte 1] die ding vandaag of morgen komt stallen.
[medeverdachte 1] wil weten of [verdachte] een tijd heeft.
Beetje vroeg zegt [verdachte] . dat hij een foto in de ochtend gaat krijgen.
Hij weet niet hoe vroeg maar hij stuurt [verdachte] een foto van 57.
[verdachte] gaat nu naar Roffa (straattaal voor Rotterdam)
[medeverdachte 1] zegt tot morgen en zegt dat [verdachte] moet morgen snel gaan rijden en die wegzetten.
[verdachte] zegt dat dat goed is.
5. Een geschrift, te weten een uitwerking van een tapgesprek, voor zover inhoudende (p. 367):
Datum 03-08-2021
Herkomsttap 3162255607
Sessienr: 24244
[verdachte] 6077 belt uit naar [medeverdachte 1] 7051
[verdachte] : Ze wachten op een foto
[medeverdachte 1] : Wat zeg je?
[verdachte] : Ze wachten op een foto.
[medeverdachte 1] : Oh even kijken kom om een (1) uur even foto maken van die tas. Ik maak geen foto
met deze telefoon(fon).
[verdachte] : is goed man.
[medeverdachte 1] : Ja een(1) uur is goed.
6. Een geschrift, te weten een uitwerking van een tapgesprek, voor zover inhoudende (p. 369):
Datum 03-08-2021
Herkomsttap [telefoonnummer 2]
Sessienr: 24301
[verdachte] 6077 belt uit naar [medeverdachte 1] 7051
[verdachte] : Doekoe gezien?
[medeverdachte 1] : Nog niet man.
[verdachte] : Is goed, want ik ben nou in die osso snap je. Als jij die doekoe heb gezien dan ga ik gelijk naar buiten met die ding.
[medeverdachte 1] : Ja ja ik uhhh hij is net aangekomen.
[verdachte] : is goed.
[medeverdachte 1] : Heeft die het gezien die andere, is goed?
[verdachte] : Nee nog niet man. Ik zit te wachten op jou. Snap je! Laat hem maar zien.
[verdachte] : Is goed.
7. Een geschrift, te weten een uitwerking van een tapgesprek, voor zover inhoudende (p. 388):
Datum 03-08-2021
Herkomsttap [telefoonnummer 3]
Sessienr: 27835
[medeverdachte 1] 7051 belt uit naar [verdachte] 6077
[medeverdachte 1] : Yo die andere 2 komen later man.
[verdachte] : Oke man.
[medeverdachte 1] : Hij had verkeerd berekend en kan nu niet bij die plek. Maar we regelen het met de volgende deel.
[verdachte] : Voor de volgende keer is goed.
[medeverdachte 1] : Maar uhhhh het is al tijd he!
[verdachte] : Ja man ik ga hem bellen
[medeverdachte 1] : Ja man bel even dan, kom ik naar jou toe.
Ten aanzien van pseudokoop 22 juni 2021:
8. Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, opgemaakt op 24 juni 2021 voor zover inhoudende (p. 1-23):
In opdracht van een eenheid binnen de Nationale Politie zijn wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , in het kader van het opsporingsonderzoek DRIEDIMENSIONAAL, op 22 juni 2021, in overleg met de officier van justitie op grond van artikel 126i van het Wetboek van Strafvordering, ingezet als pseudokopers. In het kader van de inzet kregen wij, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , van onze begeleider de opdracht om op 22 juni 2021 een mogelijk geprint 3D vuurwapen van het type FCG aan te kopen voor een bedrag van DRIEDUIZENDENDRIEHONDERD (3300) euro.
Op 15 juni 2021 zag ik, [verbalisant 1] , dat in de openbare groep "100 MERCATOR WAPENS GROEP 100" op Telegram een doorgestuurde advertentie voorbij kwam van een aanbieder met profielnaam " [naam 2] ". Ik zag dat de advertentie een afbeelding betrof met daarop een zwart lang vuurwapen, briefgeld met elastiek, doosje met patronen en een wit notitieboek waarop een tekst stond. Ik zag dat de volgende tekst op het notitieboek stond:
2021
12 juni
15:05
FGC
Verlaagd in prijs 2850
Ik, [verbalisant 1] , ben vervolgens op 15 juni 2021 een chat gestart met [naam 2] , waarin ik tegen [naam 2] zei: "als het goed spul is, kunnen we zaken doen" en ik vroeg hem of er patronen bij zaten. [naam 2] gaf onder andere aan dat:
  • hij van alles had;
  • Walter Creeds 100 stuks had liggen en kostte 3500 per stuk. FGC voor 2800 weg kon;
  • hij een shotgun had van 3K;
  • we konden afspreken op dinsdag 22 juni voor de aankoop van de FCG;
Op 21 juni 2021 zag ik, [verbalisant 1] , dat ik via WhatsApp werd benaderd door het volgende telefoonnummer: ' [telefoonnummer 1] '. [naam 2] gaf in die chat onder andere aan:
  • dat we in Hoogvliet zouden afspreken;
  • of ik interesse had in een Walter Creed met 16 patronen;
  • de FCG een 30 geprint wapen betrof;
  • dat de verschillende wapens van verschillende connecties waren;
  • vroeg hoeveel ik maximaal kon leggen voor de FCG en of ik het zonder mondstuk wilde hebben.
Kort daarna nam ik, [verbalisant 1] , telefonisch contact op met [naam 2] . Wij spraken af om het vuurwapen de volgende dag op te halen voor 3300 euro inclusief mondstuk. In de tussentijd ontving ik via Telegram een bericht van [naam 2] dat er een laser demper bij zat en 25 patronen en dit voor 3300 euro.
Op 22 juni 2021 kwamen wij, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , aan in Capelle aan den IJssel. Ik, [verbalisant 2] , heb vervolgens ons voertuig naast die van [naam 2] geparkeerd. Vervolgens heb ik, [verbalisant 1] , plaats genomen op de bijrijdersstoel naast [naam 2] . lk hoorde [naam 2] aan mij vragen of ik geen partijen wilde kopen, dat hij meer dan honderd Walters had en dat de Walters in cement waren gegoten en splinternieuw waren, volledig met vijftien patronen. Wij, [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , zagen een onbekende man, die zich later zou voorstellen als " [naam 1] ", contact maken met [naam 2] .
Vervolgens had ik, [verbalisant 1] , [naam 2] 3300 euro betaald. Ik, [verbalisant 1] , zag dat [naam 2] de biljetten aannam, bevoelde op echtheid en de biljetten telde. Ik zag dat hij het geld verdeelde en ik hoorde hem vervolgens zeggen dat wanneer het vuurwapen gecontroleerd was, dat hij hem zijn deel van het geld zou geven, daarbij doelde hij op [naam 1] .
Ik, [verbalisant 2] , zag [naam 1] uit de woning komen met een grote plastic tas. Ik zag dat hij vervolgens in ons voertuig stapte. Ik, [verbalisant 1] , zag dat [naam 1] op de bijrijdersstoel zat en dat er een langwerpig vuurwapen in de plastic tas zat. Ik zag dat de houder er los bij zat. Ik, [verbalisant 1] , zag dat [naam 2] naar [naam 1] liep en hem geld overhandigde.
Op 22 juni 2021 werd ons, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , na de inzet door onze begeleider, ieder afzonderlijk foto's getoond van verschillende personen. Wij, verbalisanten, herkenden de persoon op de rijbewijsfoto als [naam 2] . De personalia van [naam 2] bleek te zijn: [verdachte] , geboren [geboortedag 1] 1991 te [geboorteplaats 1] .
9. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 22 september 2021 voor zover inhoudende (p. 642-644):
Op 22 juli 2021
(de rechtbank begrijpt dat dit 22 juni 2021 moet zijn)te 12:00 uur zijn goederen inbeslaggenomen. Na onderzoek
van deze goederen is het volgende naar voren gekomen:
Wapenomschrijving:
Object: Vuurwapen (Pistoolmitrailleur)
Merk/type: FGC-9
Spoor identificatienr.: AANV6326NL
Bijzonderheden: Semi-auto pistoolmitrailleur vervaardigd met 3-D printer
Het inbeslaggenomen voorwerp is een pistoolmitrailleur geschikt om projectielen door een loop af te schieten. Derhalve is deze pistoolmitrailleur een vuurwapen in de zin van artikel [medeverdachte 1] onder 3, gelet op artikel 2, lid [medeverdachte 1] categorie III onder [medeverdachte 1] van de Wet wapens en munitie.
Ten aanzien van pseudokoop 2 juli 2021:
10. Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, opgemaakt op 24 juni 2021 voor zover inhoudende (p. 24-37):
In opdracht van een eenheid binnen de Nationale Politie zijn wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , op vrijdag 02 juli 2021, in overleg met de officier van justitie op grond van artikel 126i van het Wetboek van Strafvordering, ingezet als pseudokopers. In het kader van de inzet kregen wij, de opdracht om op 02 juli 2021 een vuurwapen, van het merk Walther Creed, aan te kopen voor een bedrag van DRIEDUIZENDENVUFHONDERD (3500) euro.
Op 26 juni 2021 ontving ik [verbalisant 1] een WhatsApp bericht van [naam 2] waarin hij mij vroeg of ik interesse had in "Creed" en er zou ook een "scor" zijn, waarna het chatten verder ging. [naam 2] gaf onder andere aan dat:
  • de Creed onderdeel was van een partij;
  • er genoeg was en vroeg hoeveel ik wilde hebben. De Creed kon afhalen voor €3500 per stuk;
  • we vrijdag konden afspreken;
  • de Scorpion weg was;
  • er wel een uzi was voor €3800;
  • de Uzi in Utrecht was en weg kon voor €3750;
  • bij afname van een grote partij het geld door een machine zou worden geteld;
  • we konden afspreken om 12 uur in Breda.
Op 02 juli 2021 zagen wij, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , [naam 2] als bestuurder en een onbekende getinte man met gezet postuur, nader te noemen NN1, als passagier naast [naam 2] in de Polo zitten. Ik, [verbalisant 1] , ben achter in de Polo gestapt. Ik, [verbalisant 1] , zag dat NN1 met mij het gesprek aanging. Vervolgens zag ik, [verbalisant 1] , dat NN1 mij het vuurwapen overhandigde waarna ik het vuurwapen in mijn handen hield. Ik zag dat er CREED op stond.
Ik, [verbalisant 1] , hoorde NN1 zeggen dat het vuurwapen van zeer goede kwaliteit was en dat het vuurwapen uit Duitsland of Zwitserland zou komen. Ik hoorde NN1 zeggen dat de vuurwapens in cement verscheept werden naar Nederland en de vuurwapens zouden in een depot liggen. Ik hoorde NN1 zeggen dat er genoeg waren. Ik hoorde NN1 zeggen dat het vuurwapen massief was, zeer goed in gebruik en dat hij er zelf ook één had.
Ik hoorde NN1 zeggen dat ik beter een "Kalash" bij hem kon kopen. Ik hoorde NN1 zeggen dat je voor een M16 rond de 6000 euro betaalt en voor een Kalash de helft. Ik, [verbalisant 1] , hoorde NN1 zeggen dat hij van de Creed en Kalash partijen kon leveren. Ik hoefde alleen aan te geven hoeveel en dat hij de rest zou regelen. Ik hoorde NN1 zeggen: "koop eerst 10 Kalash en 10 Creed, test ze uit en kom dan terug voor een partij". Ik, [verbalisant 1] , hoorde NN1 zeggen dat ik hem via [naam 2] kon bereiken.
Vervolgens gaf ik, [verbalisant 1] , [naam 2] 3500 euro in coupures van 50. Ik, [verbalisant 1] , zag dat [naam 2] de biljetten aannam. Ik, [verbalisant 1] , hoorde [naam 2] zeggen dat het geld was geteld en dat het goed was.
Op 02 juli 2021 werd ons, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , na de inzet door onze begeleider, ieder afzonderlijk een foto getoond van een persoon. Wij herkenden de persoon op de SKDB foto als NN1. De personalia van NN1 bleek te zijn: [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedag 2] -1989 te [geboorteplaats 2] .
11. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 7 juli 2021 voor zover inhoudende (p. 38-43):
Op 7 juli 2021 werd aan mij, D.T. Ooms materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het team Forensische Opsporing, een wapen en munitie overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: Creed
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4014NL.
Ten aanzien van pseudokoop 7 juli 2021:
12. Proces-verbaal van bevindingen begeleiding A-4396, Z-998 en Z-999 opgemaakt op 12 juli 2021, voor zover inhoudende (p. 236-238):
Op 7 juli 2021 gaven wij, begeleiders B-3216 en B-3217, aan Z-998 en Z-999 de volgende
opdracht:
Maak contact met de verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] om te komen tot een ontmoeting waarbij je A-4396 kan introduceren.
Op 7 juli 2021 gaven wij aan A-4396 de volgende opdracht:
Maak contact met de verdachte [medeverdachte 1] om te komen tot de aankoop van 3 vuurwapens en maak afspraken over de aankoop van een grote partij vuurwapens.
13. Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, opgemaakt op 8 juli 2021 voor zover inhoudende (p. 242- 246):
Op 03 juli 2021 ontving ik, [verbalisant 1] , een WhatsApp bericht van [naam 2] waarin hij tegen mij zegt dat hij elke week 15 Creeds kon leveren, waarna het chatten verder ging. [naam 2] gaf onder andere aan dat:
  • die Uzi wil je niet meer;
  • ik heb iets heel diks liggen;
  • een Balko P1 Riffle, heel exclusieve, je ziet t nergens;
  • ondertussen zijn er alweer wat weg;
  • kan je 15 per week leveren;
  • wij spraken af om elkaar te zien om 1900 uur op de parkeerplaats in Hazeldonk.
Op 07 juli 2021 stonden wij, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] samen met [naam 2] en [medeverdachte 1] op straat in Breda. Wij, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zagen dat [medeverdachte 1] vervolgens bij A-4396 in het voertuig stapte. Na ongeveer 10 minuten zagen wij dat [medeverdachte 1] bij A-4396 uit het voertuig stapte en onze kant op kwam gelopen. Wij, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , hoorden [medeverdachte 1] vervolgens vertellen dat A-4396 drie vuurwapens (Creeds) wilde afnemen. [medeverdachte 1] vertelde dat hij met A-4396 3000 euro per vuurwapen heeft afgesproken.
[medeverdachte 1] vertelde dat hij de vuurwapens ging ophalen en dat wij elkaar bij het belastingdienstgebouw zouden treffen voor de overdracht van de vuurwapens. Na ongeveer 30 minuten zagen wij dat [medeverdachte 1] uit de Polo stapte, een zwart tasje in zijn handen vasthield en wij hoorden hem hierbij zeggen dat de vuurwapens in het zwarte tasje zaten. Wij zagen vervolgens dat [medeverdachte 1] het zwarte tasje in onze kofferbak legde, vervolgens heen en weer schudde, waarna er drie vuurwapens in onze kofferbak vielen. [medeverdachte 1] hoorden wij vertellen dat het zou gaan om twee Creeds en een PP9 en dat ze allemaal van dezelfde partij zouden komen.
Ik, [verbalisant 1] , overhandigde [naam 2] 9000 euro in coupures van 50 en 100 en zag dat [naam 2] de biljetten aannam en deze begon te tellen. Na ongeveer 5 minuten hoorden wij, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , [naam 2] vanuit de Polo, naar ons roepen dat het geld geteld was en dat het goed was.
14. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 8 juli 2021 voor zover inhoudende (p. 239- 241):
Op 7 juli ben ik verbalisant, [verbalisant 4] , gereden naar Breda. Eenmaal ter plaatse zag ik verbalisant [verbalisant 1] en [verbalisant 2] in gesprek met 2 personen kennelijk
verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] . Verbalisant [verbalisant 1] liep naar mij toe en gaf aan dat een van de verdachten met mij wilde praten over de verkoop van wapens.
Ik verbalisant [verbalisant 4] wachtte tot [medeverdachte 1] naar mij toe kwam. Eenmaal in de auto vroeg ik verbalisant, [verbalisant 4] [medeverdachte 1] naar het vuurwapen dat afgelopen vrijdag was verkocht aan [verbalisant 1] en [verbalisant 2] en die ik [verbalisant 4] heb laten testen op de kwaliteit. Ik [verbalisant 4] vroeg hem naar de prijzen. [medeverdachte 1] zei mij dat hij dit wapen had geleverd voor 3500 euro en dat hijzelf 2600 euro moest betalen aan zijn man. [medeverdachte 1] gaf aan dat hij 500 euro aan zijn vriend gaf en ik [verbalisant 4] maakte hieruit op dat dit ging om [naam 2] .
[medeverdachte 1] zei mij [verbalisant 4] dat hij vaak de wapens voor 4600 euro kon verkopen. Ik verbalisant [verbalisant 4] vertelde hem dat ik geïnteresseerd was in een grotere partij. Ik verbalisant [verbalisant 4] zei hem dat ik nu eerst nog 3 Walther Creed wilde kopen voor dezelfde prijs als de grote partij die mogelijk later door hun kon worden geleverd. [medeverdachte 1] vertelde mij [verbalisant 4] dat er wekelijks ongeveer 15 wapens binnenkomen. Dit zouden 2 modellen zijn. De Walther Creed en de Walther PPQ. Ik [verbalisant 4] vroeg hem hoeveel wapens hij in een keer kon leveren en we zijn uitgekomen op 1 zending van dezelfde wapens, mogelijk 2 modellen, 70 stuks. Of hij de 70 stuks kon leveren voor de 3000 euro zou [medeverdachte 1] gaan vragen aan zijn "man". [medeverdachte 1] en ik, [verbalisant 4] spraken rond 20;30 op dezelfde avond af om de verdere details van deze deal te bespreken. [medeverdachte 1] zou dan met zijn contact hebben gesproken.
Op 7 juli 2021 werd ik gebeld door [verbalisant 1] dat hij de 3 wapens had ontvangen, 2x hetzelfde type als eerder en 1 ander wapen. [verbalisant 1] gaf mij een andere locatie waar ik naar toe kon rijden om [medeverdachte 1] weer te ontmoeten. [medeverdachte 1] stapte wederom bij mij [verbalisant 4] in en vertelde dat alles was gelukt. [medeverdachte 1] vertelde mij [verbalisant 4] dat er 1 Walther PPQ bij zat maar dat dat een beter wapen was. [medeverdachte 1] zei dat de aantallen wel geleverd konden worden maar dat het wat veel werd om op te slaan. [medeverdachte 1] zei hij er elke week 15 zou binnen krijgen en misschien wel 2 leveringen per week. Over de prijs werden wij het ook eens de wapens kon hij leveren voor 3000 euro per stuk. [medeverdachte 1] wilde graag dat mijn "mannen" en zijn "mannen" ertussen zouden blijven zodat iedereen van de taart kon delen.
15. Een niet-ondertekend proces-verbaal van onderzoek wapen, voor zover inhoudende (p. 47-49):
Op 8 juli 2021 werd aan mij, [naam 3] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, wapens overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4241NL.
16. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 19 juli 2021 , voor zover inhoudende (p. 51-53):
Op 8 juli 2021 werd aan mij, [naam 3] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, wapens overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: Creed
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4235NL.
17. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 20 juli 2021 voor zover inhoudende (p. 54-57):
Op donderdag 8 juli 2021 werd aan mij, [naam 3] materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: Creed
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AA024236NL.
Ten aanzien van pseudokoop 3 augustus 2021:
18. Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, opgemaakt op 21 juli 2021 voor zover inhoudende (p. 251- 260):
Op 08 juli 2021 ontving ik, [verbalisant 1] , een WhatsApp bericht van [naam 2] waarin hij tegen mij zegt €8500 voor die Balko, waarna het chatten verder ging. [naam 2] gaf onder andere aan dat:
  • andere connectie van mij heeft een Scorpion (€3300), MG53 (€3000) en een Uzi voor €3500);
  • hij heeft ook een Heckleer en Koch voor €3600;
  • MG bij connectie in Rotterdam waar we eerst waren voor 3D;
  • beste die Creeds even lozen, zitten we goed;
  • als die 70 Creeds compleet zijn laat ik je weten;
  • Creeds moeten weer binnen komen
  • MG is weg hoor ik;
  • er is wel een Scorpion;
  • Heckler dinsdag in Rotterdam ophalen, €3600 met extra clip;
  • we ontmoeten ergens in Rotterdam en gaan dan samen naar Rotterdam Zuid.
Op 20 juli 2021 waren wij, [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , op het parkeerterrein te Rotterdam. Ik, [verbalisant 1] , vroeg [naam 2] hoe het met de partij Creeds ervoor stond. Wij hoorden [naam 2] zeggen dat er elke week wat binnen komt en dat dit wel goed gaat komen. Wij hoorden [naam 2] zeggen dat iedereen een deel van deze taart ging krijgen.
19. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 264- 265):
Op 3 augustus omstreeks 14:00 uur ben ik verbalisant, [verbalisant 4] , gereden naar Breda. Eenmaal op de afgesproken parkeerplaats liet ik [medeverdachte 1] in de achterbak een tas zien met daarin het geldbedrag die bestemd zou zijn voor de betaling van de vuurwapens. Kort hierop hoorde ik [verbalisant 4] dat de auto met onder andere hierin [verbalisant 1] was gearriveerd. Ik [verbalisant 4] zei tegen [verbalisant 2] dat ik wel achter ze aan kwam rijden en als de wapens gezien waren dat ik met het geld kom om dit vervolgens te laten tellen door de verdachten. Verbalisant [verbalisant 2] en [medeverdachte 1] stemden hiermee in en liepen richting de auto met daarin de vuurwapens [verbalisant 1] en de tweede verdachte.
20. Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, opgemaakt op 4 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 266-273):
In het kader van de inzet kregen wij, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , van onze begeleider(s) de opdracht om op 3 augustus 2021, [naam 2] en [medeverdachte 1] te ontmoeten en 19 vuurwapens aan te kopen voor een bedrag van ZEVENVIJFTIGDUIZEND euro.
Op 27 juli 2021 ontving ik, [verbalisant 1] , een WhatsApp bericht van [naam 2] . [naam 2] gaf onder andere aan dat:
  • over twee dagen 20 stuks binnen;
  • ze zijn binnen 20 stuks;
  • tot dinsdag;
  • heb je foto van geld kunnen maken;
  • [naam 2] stuurt foto van vuurwapens in tas;
  • zijn er 19 stuks voor nu.
Op 03 augustus 2021, omstreeks 14.10 uur, reden wij, [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , op het parkeerterrein te Breda. Wij hoorden [medeverdachte 1] zeggen dat de wapens in een huis hier om de hoek lagen en dat we daar naar toe konden gaan. Wij hoorden [medeverdachte 1] zeggen dat [naam 2] met [verbalisant 1] in de Polo naar het huis kon gaan rijden. Wij hoorden [medeverdachte 1] zeggen dat hij met [verbalisant 2] zou wachten en het geld alvast ging tellen.
Ik, [verbalisant 1] , ben vervolgens met [naam 2] in de Polo weggereden. Ik hoorde [naam 2] zeggen dat hij de vuurwapens ging ophalen. Na ongeveer 10 minuten zag ik [naam 2] bij de Polo terugkomen. Ik zag dat hij een zwarte schoudertas op zijn rug had. Vervolgens zag ik dat hij de zwarte rugtas op de achterbank legde. Vervolgens heb ik de zwarte schoudertas geopend, ik zag dat er vuurwapens in zaten. Ik heb vervolgens deze vuurwapens geteld. Ik heb 19 vuurwapens geteld.
Ik, [verbalisant 2] , liep met [medeverdachte 1] naar de achterzijde van het gebouw en zag [verbalisant 1] en [naam 2] bij de Polo staan. Wij, [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , stonden met [medeverdachte 1] en [naam 2] bij de Polo. Wij hoorden [medeverdachte 1] vragen waar onze man met het geld bleef. Ik, [verbalisant 2] , zei dat hij eraan kwam.
21. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 445-447):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4229NL.
22. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 448-450):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4228N.
23. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 451-453):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4227NL.
24. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 454-456):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4226NL.
25. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 457-459):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4225NL.
26. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 460-462):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4224NL.
27. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 460-462):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4224NL.
28. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 463-465):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4223NL.
29. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 466-468):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4222NL.
30. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 469-471):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4221NL.
31. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 472-474):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4220NL.
32. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 475-477):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4219NL.
33. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 475-477):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4219NL.
34. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 478-480):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4218NL.
35. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 481-483):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4217NL.
36. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 484-486):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAOZ4216NL.
37. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 11 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 487-489):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAKF7189NL.
38. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 11 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 490-492):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAKF7190NL.
39. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 11 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 493-495):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: Creed
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAKF7191NL.
40. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 11 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 497-499):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAKF7193NL.
41. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 11 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 500-502):
Op 8 augustus 2021 werd aan mij, [naam 4] , materiedeskundige wapens, munitie en explosieven bij het Team Forensische Opsporing, een wapen overhandigd.
Omschrijving wapen:
Merk: Walther
Model: PPQ
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie voorzien van SIN nummer: AAKF7192NL.
42. Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, opgemaakt op 9 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 309-314):
De activiteiten van [naam 2] zijn door verbalisant [verbalisant 1] op Telegram gemonitord van 2 juli 2021 t/m 25 juli 2021. Hieruit is gebleken dat [naam 2] meerdere malen vuurwapens te koop aanbiedt.
Afdrukken van deze chats zijn bij dit proces-verbaal gevoegd.
De rechtbank bezigt de chats met afbeeldingen voor het bewijs.
43. Het proces-verbaal van onderzoek wapen, opgemaakt op 10 september 2021 voor zover inhoudende (p. 637-641):
Op maandag 6 september 2021 ontving ik, [naam 4] , materiedeskundige wapens bij het Team Forensische Opsporing, van personeel van de Dienst Regionale Recherche een aantal foto's per E-mail.
Met betrekking tot het wapen afgebeeld op foto 1 (
de rechtbank begrijpt dat deze foto afkomstig is uit chats van [naam 2] , opgenomen op p. 311) kan met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden gesteld dat het hier gaat om een semi automatisch pistool van het Belgische merk FN model 1910.
Met betrekking tot de wapens afgebeeld op de foto 3 (
de rechtbank begrijpt dat deze foto afkomstig is uit chats van [naam 2] , opgenomen op p. 310) kan met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid worden gesteld dat het hier gaat om een semi automatisch pistool van de Duitse merk Walther model Creed.
Met betrekking tot het wapen afgebeeld op foto 6 (
de rechtbank begrijpt dat deze foto afkomstig is uit chats van [naam 2] , opgenomen op p. 312) kan met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden gesteld dat het hier gaat om een semi automatisch pistool van het Duitse merk Walther model PP.
Met betrekking tot de wapens afgebeeld op foto 8 (
de rechtbank begrijpt dat deze foto afkomstig is uit chats van [naam 2] , opgenomen op p. 311) kan met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid worden gesteld dat hier gaat om een Semi automatisch gaspistool van het Italiaanse merk BBM model GAP.
Indien in dit proces-verbaal wordt gesproken over een semi automatisch pistool, dan wel een omgebouwd gaspistool zijn deze wapens vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie.
Op basis van de uiterlijke kenmerken van de in dit proces-verbaal op foto's afgebeelde wapens ben ik, verbalisant, van mening dat het hier hoogst waarschijnlijk echte vuurwapens betreffen.
44. Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, opgemaakt op 9 augustus 2021 voor zover inhoudende (p. 600-610):
Het telefoontoestel van het merk Oppo werd in beslag genomen ten tijde van de fouillering van [verdachte] op 3 augustus 2021. De hierbij verkregen gegevens werden geanalyseerd en het volgende bevonden:
In de chats kwamen negentwintig (29) chats naar voren die mogelijk betrekking kunnen hebben op het handelen in wapens. Het gaat hier om telegram groepen waarbij beide telefoonnummers van verdachte A.E. [verdachte] in gebruikt zijn. Het gaat dan om nummers + [telefoonnummer 2] en + [telefoonnummer 1] . In de namen van die Telegramgroepen stonden onder andere de volgende woorden: "wapen(s)", "geweren", "Glock" en "(te) koop".
In de map video's was te zien dat er in de periode van 1 april 2021 tot met 3 augustus 2021 rond de driehonderd (300) video's waren opgeslagen waarop vuurwapens te zien waren die mogelijk werden aangeboden voor de verkoop. Op het merendeel van de video's zag je alleen de wapens, handen met handschoenen aan en een papier of telefoon waar een datum en naam op vermeld stond. Het gaat om video's van Telegram en Snapchat. In de map foto's kwamen meerdere foto's voor waar een wapen op stond afgebeeld.
Bijlage II