Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 november 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
van tevoren, bij vacaturestelling of uitvraag, kenbaar
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser, een reservist, en de minister van Defensie. De eiser had een aanvraag ingediend voor een arbeidsmarkttoeslag (AMT), welke door de minister was afgewezen. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail bekeken, waarbij de eiser stelde dat hem een financiële compensatie was toegezegd voor zijn inzet als projectofficier in een reorganisatie. De minister betwistte dit en stelde dat de AMT niet van toepassing was, omdat dit voorafgaand aan de inzet als reservist expliciet was uitgesloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een toezegging was gedaan door de plv-commandant Matlogco, en dat hij niet had gereageerd op eerdere besluiten waarin de AMT niet was toegekend. De rechtbank concludeerde dat de minister op goede gronden de aanvraag voor de AMT had afgewezen en verklaarde het beroep van de eiser ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en het maken van bezwaar tegen besluiten in bestuursrechtelijke procedures.