Op 1 november 2021 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2000. De officier van justitie had op 27 oktober 2021 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die eerder op 26 oktober 2021 was opgelegd. De betrokkene, die momenteel verblijft in een accommodatie, heeft een geschiedenis van suïcidaliteit en zelfbeschadigend gedrag. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, de behandelend arts en de ouders van de betrokkene. De arts heeft verklaard dat verplichte zorg averechts werkt en dat de betrokkene beter af zou zijn met een behandeling waarin zij zelf regie heeft. De advocaat heeft gepleit voor een zorgmachtiging in plaats van een crisismaatregel, terwijl de ouders ook voor een zorgmachtiging pleiten. De waarnemend geneesheer-directeur heeft aangegeven dat er een verschil van inzicht is over de behandeling van de betrokkene.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. Gezien de complexe problematiek van de betrokkene, die vraagt om zowel zelfregie als dwang, heeft de rechtbank besloten de crisismaatregel voort te zetten. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De beschikking is gegeven door mr. M. Dam, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting op 1 november 2021.