ECLI:NL:RBDHA:2021:12308
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardigheid van het asielrelaas van een homoseksuele man uit Sierra Leone
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een man van Sierra Leoonse afkomst, heeft een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend, waarbij hij stelt dat hij homoseksueel is en daardoor in Sierra Leone ernstige problemen heeft ondervonden. De aanvraag is eerder afgewezen, maar na een gegrondverklaring van het beroep heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een nieuw besluit genomen, waarin de aanvraag opnieuw als ongegrond werd afgewezen. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 15 december 2020 heeft eiser zijn relaas toegelicht, waarbij hij zijn ervaringen in Sierra Leone heeft gedeeld, waaronder mishandeling en gedwongen huwelijk. De rechtbank heeft overwogen dat de Staatssecretaris het asielrelaas van eiser niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. De rechtbank concludeert dat eiser onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn bewustwordingsproces en dat zijn verklaringen inconsistent zijn. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de verklaringen van derden, zoals die van een medewerkster van Vluchtelingenwerk Nederland, niet voldoende gewicht in de schaal leggen om de geloofwaardigheid van eisers asielrelaas te onderbouwen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet in aanmerking komt voor toelating op grond van de Vreemdelingenwet 2000 en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.