3.1.De werknemer, vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
a. aan hem binnen twee dagen na betekening van dit vonnis wordt betaald het netto-equivalent van het brutoloon over april 2020 van € 2.408,48, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vervaldatum, althans subsidiair een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen moment en meer subsidiair de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele
voldoening, alsmede met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50%, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen percentage, eveneens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de 34ste dag na 25 april 2020, althans subsidiair een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen moment en meer subsidiair de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
b. aan hem binnen twee dagen na betekening van dit vonnis wordt betaald het netto-equivalent van het brutoloon per maand van € 2.167,63 bruto per maand over de maanden juni 2020, juli 2020 en augustus 2020 minus het teveel betaalde loon over mei 2020 van € 114,18, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vervaldata, althans subsidiair een
door de kantonrechter in goede justitie te bepalen moment en meer subsidiair de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50%, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen percentage, eveneens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de 34ste dag na de dag dat loon betaling had moeten plaatsvinden (elke 25e van de maand), althans subsidiair een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen moment en meer subsidiair de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
c. aan hem binnen twee dagen na betekening van dit vonnis wordt betaald het netto-equivalent van een bedrag van € 575,73 bruto ter zake het loon over september 2020, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vervaldatum, althans subsidiair een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen moment en meer subsidiair de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50%, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen percentage, eveneens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de 34ste dag na 8 september 2020, althans subsidiair een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen moment en meer subsidiair de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
d. aan hem binnen twee dagen na betekening van dit vonnis wordt betaald het netto-equivalent van € 1.661,- bruto ter zake het achterstallige vakantiegeld 2019 en van EUR 566,29 bruto ter zake het achterstallige vakantiegeld 2020, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2020 respectievelijk 8 september 2020, althans subsidiair een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen moment en meer subsidiair de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50%, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen percentage, eveneens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de 34ste dag na 1 juni 2020 respectievelijk 8 september 2020, althans subsidiair een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen moment en meer subsidiair de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
e. aan hem binnen twee dagen na betekening dit vonnis wordt verstrekt deugdelijke
salarisspecificaties over de periode april tot en met september 2020, een deugdelijke jaaropgave 2020 en een adequate en gespecificeerde eindafrekening, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,= per dag dat gedaagde daarmee na voornoemde termijn in gebreke blijft;
f. een bedrag van € 1.148,29 inclusief btw ter zake buitengerechtelijke kosten, en veroordeling van de werkgever in de (na)kosten van dit geding.