Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoekster
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 november 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, een asielzoekster, had haar aanvraag ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag, conform het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 21 oktober 2021 in Breda, waar de voorzieningenrechter het verzoek samen met een andere zaak (NL21.13670) heeft behandeld. Tijdens de zitting waren de gemachtigden van beide partijen aanwezig. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar de uitspraak in de andere zaak, waarin de rechtbank al had geoordeeld over het beroep van verzoekster. Op basis van deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.E.C. Vriends, in aanwezigheid van de griffier mr. M.Ch. Grazell. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.