ECLI:NL:RBDHA:2021:12176
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en rechtmatig verblijf in Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit dat door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan eiser was opgelegd. Eiser, die geen rechtmatig verblijf in Nederland had, kreeg een termijn van 28 dagen om de Europese Unie te verlaten. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat de gronden in het besluit niet in overeenstemming waren met de feiten en dat er onvoldoende belangenafweging had plaatsgevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet kon aantonen dat hij rechtmatig in Nederland verbleef en dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd waarom het terugkeerbesluit was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de belangen van eiser niet zwaarder wogen dan de noodzaak om het terugkeerbesluit te handhaven. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.