ECLI:NL:RBDHA:2021:12156

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 januari 2021
Publicatiedatum
8 november 2021
Zaaknummer
20-22182 20-22184 20-22186 20-22188
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overdracht naar Polen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 januari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van asielaanvragen van verzoekers. De verzoekers, een gezin met minderjarige kinderen, hadden aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had echter besloten deze aanvragen niet in behandeling te nemen, omdat Polen verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielverzoeken. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 12 januari 2021 via een Skype-beeldverbinding, waarbij partijen hebben aangegeven niet aanwezig te zijn. De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag, in samenhang met andere zaken, geoordeeld over de beroepen van de verzoekers. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op de beroepen, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen.

De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL20.22182, NL20.22184, NL20.22186 en NL20.22188
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoeker], V-nummer: [V-nummer], verzoeker,
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer], verzoekster, Mede namens hun minderjarige kind:
[minderjarige], V-nummer: [V-nummer] En hun andere kinderen:
[kind 1], V-nummer: [V-nummer] en
[kind 2], V-nummer: [V-nummer] hierna gezamenlijk: verzoekers
(gemachtigde: mr. B.A. Palm), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. N. Mikolajczyk).

Procesverloop

Bij besluiten van 30 december 2020 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaken NL20.22181, NL20.22183, NL20.22185 en NL20.22187, plaatsgevonden op 12 januari 2021 via een Skype-beeldverbinding. Partijen hebben laten weten dat zij niet bij de zitting aanwezig zullen zijn.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL20.22181, NL20.22183, NL20.22185 en NL20.22187, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.R. Oosterhoff-Vos, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
19 januari 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. P.J.M. Mol T.R. Vos
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [Documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.