Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Westend Management B.V. te Rotterdam,
Catsheuvel B.V.te Utrecht,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
“Cliënte heeft mij verzocht schriftelijk te bevestigen dat de lening na het verstrijken van de hiervoor genoemde zes maanden termijn in goed overleg kan worden verlengd als de verkoopopbrengst van de Veerplaats onvoldoende zal zijn om de schuld mee af te lossen.”. [gedaagde] heeft aldus genoegen genomen met de zekerheidstelling in de wetenschap dat deze zekerheidstelling mogelijk onvoldoende zou zijn voor de aflossing van de geldlening. Dat dit risico zich heeft verwezenlijkt is vanzelfsprekend teleurstellend voor [gedaagde], maar gesteld noch gebleken is dat de tegenvallende opbrengst het gevolg is van laakbaar handelen aan de zijde van Westend c.s.