ECLI:NL:RBDHA:2021:12117
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de beschikking van de rechter-commissaris inzake de status van bedreigde getuige in een terroristische zaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikking van de rechter-commissaris die op 30 augustus 2021 de status van bedreigde getuige heeft verleend aan een getuige in een strafrechtelijk onderzoek naar deelname aan een terroristische organisatie en oorlogsmisdrijven. De verdachte, die gedetineerd is in Vught, heeft beroep ingesteld tegen deze beschikking, waarbij hij aanvoert dat de dreiging onvoldoende gemotiveerd is en dat er geen indicaties zijn dat hij een gevaar vormt voor de getuige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet door dezelfde rechter-commissaris is gehoord die de beschikking heeft gegeven, wat niet in lijn lijkt met de bedoeling van de wetgever. Echter, omdat de rechter-commissaris de zienswijze van de verdachte in de beschikking heeft meegewogen en er geen aantoonbare schade voor de verdachte is, leidt dit niet tot vernietiging van de beschikking. De rechtbank toetst de inhoudelijke beslissing van de rechter-commissaris terughoudend en concludeert dat deze voldoende gemotiveerd is. De rechter-commissaris heeft de actuele situatie in Syrië en de subsidiariteit van de getuigenstatus in overweging genomen. De rechtbank wijst het hoger beroep af en laat de beslissing van de rechter-commissaris in stand.