ECLI:NL:RBDHA:2021:12114

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juli 2021
Publicatiedatum
5 november 2021
Zaaknummer
09/842086-19, 09/837315-19 en 09/767345-17
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan criminele organisatie, handel in harddrugs en witwassen door drie broers in Den Haag

Op 2 juli 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie broers, die beschuldigd werden van deelname aan een criminele organisatie, handel in harddrugs en witwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de broers gedurende een periode van ruim anderhalf jaar betrokken waren bij een gestructureerde deallijn voor de verkoop van cocaïne en MDMA. De organisatie had een duidelijke structuur en werkte met koeriers die drugs afleverden aan klanten. De rechtbank concludeerde dat de broers een coördinerende rol vervulden en dat er aanzienlijke hoeveelheden drugs werden verhandeld. Daarnaast werd vastgesteld dat de broers betrokken waren bij het witwassen van grote geldbedragen, waarvan de herkomst niet kon worden verklaard. De rechtbank legde hen een gevangenisstraf van 40 maanden op, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De zaak benadrukt de ernst van georganiseerde drugshandel en de impact daarvan op de samenleving.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/842086-19, 09/837315-19 en 09/767345-17
Datum uitspraak: 2 juli 2021
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
BRP-adres: [adres] .
Procesverloop

1.Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 7, 8, 10 en 18 juni 2021.

2. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. G.K. Schoep en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. N. Harlequin naar voren is gebracht.
3. De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 8 juni 2021 medegedeeld dat hij voornemens is een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (hierna ook: Sr) aanhangig te maken.
De tenlastelegging
4. Aan de verdachte is onder verschillende parketnummers – kortgezegd – ten laste gelegd het medeplegen van dealen van verdovende middelen (harddrugs), witwassen van diverse geldbedragen, het medeplegen van bedreiging en mishandeling en deelname aan een criminele organisatie welke tot oogmerk had het plegen van Opiumwetdelicten. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Inleiding; aard van de zaak
5. De verdachte komt naar voren in verschillende onderzoeken van politie en justitie. Op basis van onderzoek [onderzoeksnaam] komt de politie tot de conclusie dat de verdachte lid is van een criminele organisatie, die als oogmerk had het plegen van Opiumwetdelicten. De verdachte zou met twee broers onderdeel zijn van dit samenwerkingsverband en tezamen met die broers het beheer hebben gehad over een deallijn met de naam [deallijn] . Via deze deallijn werd in [plaats delict] en omgeving harddrugs gedeald. Ook zou de verdachte zich langere tijd bezig hebben gehouden met het dealen van verdovende middelen. Daarnaast wordt de verdachte verdacht van witwassen van contante geldbedragen die bij zijn aanhouding en op zijn verblijfplaats werden aangetroffen. Op basis van onderzoek [onderzoeksnaam] komt de verdachte naar voren in het kader van een verdenking van medeplegen van bedreiging en mishandeling. Tot slot komt de verdachte naar voren in het witwasonderzoek van politie en justitie genaamd [onderzoeksnaam] , gericht op de familie [achternaam verdachte] met betrekking tot witwassen over een periode van ruim drie jaar.
Al deze onderzoeken zal de rechtbank afzonderlijk van elkaar bespreken. De verdachte heeft alle aan hem ten laste gelegde feiten ontkend.
Standpunten van procespartijen
Openbaar ministerie
6. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de bedreiging en partiële vrijspraak met betrekking tot het witwassen van de bij de verdachte in zijn woning aangetroffen geldbedragen. Ten aanzien van alle andere ten laste gelegde feiten heeft de officier van justitie gerekwireerd tot bewezenverklaring. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte word veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht en rekening houdend met een overschrijding van de redelijke termijn.
Verdediging
7. De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van alle ten laste gelegde feiten en vanwege haar standpunt heeft zij zich niet uitgelaten over een eventueel aan de verdachte op te leggen straf. Op specifieke verweren zal hierna – voor zover relevant – nader worden ingegaan.
Bewijsoverwegingen [1]
8. De rechtbank zal de op de tenlastelegging voorkomende feiten behandelen in de volgorde waarin zij bij de inhoudelijke behandeling op de terechtzittingen aan de orde zijn geweest. Dit betekent dat eerst de ten laste gelegde feiten voortkomend uit onderzoek [onderzoeksnaam] zullen worden besproken, daarna zal het onderzoek [onderzoeksnaam] aan bod komen en tot slot het onderzoek [onderzoeksnaam] .
Onderzoek [onderzoeksnaam]
9. Op 29 januari 2018 werd op diverse politiebureaus in [plaats delict] een anonieme brief bezorgd. In de brief stond onder meer dat sinds 2004 wordt gedeald in cocaïne door een bende waarvan de leider ‘ [deallijn] ’ (hierna: [deallijn] ) heet. Deze bende zou bestaan uit drie broers en dealen in [plaats delict] . De broers nemen thuis de telefoon op en sturen dan één van de loopjongens. Je moest contact opnemen met het hoofdnummer [deallijn-nummer] en daarna werd je teruggebeld door een afgeschermd telefoonnummer. De bende zou in verschillende diensten draaien. De bende zou opgeschaald zijn en nu met meer auto’s rijden. In de brief werden een aantal kentekens genoemd van auto’s die bij het dealen betrokken zouden zijn. De auto’s zouden worden gestald in een garage en werden geïmporteerd en cash betaald. Cocaïne werd in verschillende opties aangeboden: 1,5 gram voor € 50,-, 0,5 gram voor € 20,-, 1 gram met kruisje (puurder) voor € 50,- en 5 gram met een kruisje voor € 200,-. De cocaïne werd in de portier of middenconsole van de auto verstopt, door bijvoorbeeld een deurgreep of radio eruit te halen, aldus nog steeds de anonieme brief.
10. Op 12 april 2018 heeft zich een persoon gemeld bij de politie als de schrijver van de hiervoor genoemde anonieme brief. Deze persoon werd door de politie aangeduid als anonieme getuige [anonieme getuige] en heeft een verklaring afgelegd. Hij verklaarde dat hij sinds 2004 cocaïne koopt bij deallijn [deallijn] . In de periode 2004 tot en met begin 2015 bracht [deallijn] altijd zelf de cocaïne, maar sinds 2015 heeft [deallijn] meerdere koeriers voor zich rijden. De getuige kocht de cocaïne altijd op bestelling. Hij belde het telefoonnummer van de deallijn en dan werd er gevraagd waar de getuige was. Vervolgens werd hij teruggebeld door een ander telefoonnummer en werd een locatie afgesproken. De dealer kwam met de auto aanrijden en de getuige stapte in om in de auto aan te geven wat hij wilde hebben. In de auto vond vervolgens de overdracht plaats. De cocaïne werd uit compartimenten van de auto gehaald, bijvoorbeeld bij de handgreep van een portier of uit het middenconsole. Het plastic compartiment werd weggehaald om de verdovende middelen te kunnen pakken. Verder verklaarde de getuige dat deallijn [deallijn] in verschillende groepen opereerde naar gelang het tijdstip van de dag. Zo werkte één groep grofweg van 12:30 uur tot 19:00 uur en de andere groep van 19:00 uur tot 04:00 uur. Aan de getuige werden twaalf foto’s getoond van mogelijk betrokken personen bij deallijn [deallijn] , waarvan de getuige – naar later bleek – [verdachten (broers)] herkende als koeriers van verdovende middelen en [andere verdachte] herkende als [deallijn] . Het telefoonnummer van deallijn [deallijn] was [deallijn-nummer] , aldus de getuige. [2]
11. Getuige [anonieme getuige] heeft na zijn verklaring contact onderhouden met de politie en zo kreeg de politie van hem te horen dat deallijn [deallijn] regelmatig van telefoonnummer wisselde. Zo werd het telefoonnummer [deallijn-nummer] vervangen door [deallijn-nummer] , respectievelijk [deallijn-nummer] en tot slot door [deallijn-nummer] . [3]
12. In februari 2019 kwam bij het Team Criminele Inlichtingen (TCI) via een informant de volgende informatie binnen: “Een Surinaamse jongen uit [plaats delict] , die rijdt in een snelle Volkswagen Golf, is in het bezit van een vuurwapen”. Uit onderzoek van de politie bleek dat met de Surinaamse jongen uit [plaats delict] [verdachte] wordt bedoeld. Uit onderzoek in het bedrijfsprocessensysteem van de politie bleek verder dat [verdachte] de classificatie ‘vuurwapengevaarlijk’ bij zijn naam had staan en antecedenten heeft op het gebied van de Wet Wapens en Munitie, Opiumwet en vermogens- en geweldsdelicten. Voorts werd hij samen met zijn broers in verband gebracht met handel in verdovende middelen. [4]
13. [verdachte] is op 26 maart 2019 aangehouden, terwijl hij – als enige inzittende – reed in een Audi Q5 met kenteken [kenteken] (hierna: de Audi). Bij zijn aanhouding werd in zijn schoudertas een geldbedrag van € 2.789,80 aangetroffen. [5] Voorafgaand aan zijn aanhouding werd hij geobserveerd door de politie. Rond 13:49 uur stond de Audi stil op de [observatie adressen] in [plaats delict] . [verdachte] zat als bestuurder in de Audi en een onbekende man zat als passagier naast hem. Een minuut later stapte de onbekende man uit en liep weg en reed [verdachte] door. Om 13:55 uur stopte hij met de Audi op de [observatie adressen] te [plaats delict] . Een onbekende man stapte als passagier in de Audi. De Audi vertrok en kwam een minuut later op de [observatie adressen] tot stilstand, vervolgens stapte de man uit en liep weg. Om 14:02 uur stond de Audi stil op de [observatie adressen] . Een onbekende man kwam aanlopen en stapte als passagier in de Audi en nam plaats op de bijrijdersstoel. Een minuut later stapte de man uit en liep weg. De Audi vertrok weer en om 14:14 uur stopte de Audi op de [observatie adressen] in [plaats delict] en vervolgens werd [verdachte] om 14:17 uur aangehouden. [6]
14. In de Audi waarin [verdachte] die dag reed werden in de middenconsole van de Audi twee mobiele telefoons aangetroffen: een Nokia C2-01 met telefoonnummer [deallijn-nummer] en een iPhone met telefoonnummer [telefoonnummer] . Deze telefoons werden in beslag genomen. [7] Ter terechtzitting heeft [verdachte] verklaard dat de iPhone van hem was. [8]
15. In de Nokia bleken 1.860 contacten opgeslagen. De meeste contacten stonden vermeld met een voornaam en bij veel contacten stond er ook een locatie toegevoegd. Van de eerste 79 contacten bleken 10 bij de politie te staan geregistreerd als drugsgebruikers en/of verdachten van overtreding van de Opiumwet. De politie concludeert dat het zeer aannemelijk is dat de Nokia werd gebruikt voor de handel in verdovende middelen. [9] Verder bleek uit steekproeven dat in elke maand van september 2018 tot en met maart 2019 contact is geweest met personen van wie bekend is dat zij cocaïne hebben gebruikt, dan wel gebruikten. [10] Voorts heeft de Nokia veelvuldig zendmasten aangestraald in de directe omgeving van locaties die in verband kunnen worden gebracht met [verdachte] , zoals zijn verblijfadres [observatie adressen] in [plaats delict] en [observatie adressen] in [plaats delict] . [11] De politie heeft voorts geconcludeerd dat de Nokia tenminste op 12 februari 2019 en op 19 februari 2019 binnen het bereik van [verdachte] is geweest, aangezien de Nokia te zien is op twee foto’s die op de bij [verdachte] aangetroffen iPhone zijn aangetroffen, waarvan er één op de [observatie adressen] genomen lijkt te zijn. [12]
16. In de iPhone van [verdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer] stonden gesprekken met zeven verschillende contactpersonen die op basis van de inhoud van die gesprekken de verdenking wekten dat [verdachte] betrokken was bij het medeplegen van het dealen van verdovende middelen in samenwerking met deze verschillende contactpersonen. Meerdere van deze contacten zullen in het vervolg van dit vonnis worden besproken, te beginnen bij de contacten: [verkoper] . Met het eerstgenoemde telefoonnummer vond WhatsAppcommunicatie plaats tussen 9 september 2018 en 25 maart 2019, met het laatste telefoonnummer was sms-contact tussen 21 december 2018 en 25 maart 2019. De politie acht het gelet op de naam van de contacten en de overeenkomsten met betrekking tot de inhoud van de berichten aannemelijk dat beide telefoonnummers in gebruik waren bij dezelfde persoon. Uit onderzoek bleek dat met de iPhone kennelijk aan contact [verkoper] sms-berichten werden verzonden met in die berichten de mobiele telefoonnummers die gelinkt konden worden aan harddrugsgebruikers. Uit de inhoud van de WhatsAppgesprekken concludeert de politie dat het zeer aannemelijk is dat [verkoper] werd aangestuurd om de personen die gekoppeld zijn aan de verzonden telefoonnummers te voorzien van verdovende middelen. Zo is bijvoorbeeld te zien dat er op 21 december 2018 vanaf 17:07 uur contact is met [verkoper] en dat hem diverse telefoonnummers worden gestuurd, waaronder het telefoonnummer [telefoonnummer gebruiker] , dat volgens de politie van [gebruiker] is, die als harddrugsgebruiker staat geregistreerd. Deze persoon heeft een adres dat gelinkt is aan een adres in [adres gebruiker] . Vanaf 17:07 uur vond het volgende WhatsAppgesprek plaats tussen de gebruiker van de iPhone en [verkoper] . [13]
[achternaam verdachte] 17.07u
Wat gebeurd kan ik al sturen
[achternaam verdachte] 17:09u
Yo
[achternaam verdachte] 17:09u
Wat gbrt
[verkoper] 17:09u Ja ga nu nr buite
[verkoper] 17:11u Heb je die niewe nrs
[verkoper] 17:11u Ja toch
[achternaam verdachte] 17:12u
Ja ik hb
[verkoper] 17:12u Ai
[achternaam verdachte] 17:22u
Je hebt die twee mensen gehad van toch van [adres gebruiker] of niet. Ik heb wel
kankerveel mensen het is kankerdruk, dus jullie moeten een beetje doorrijden.
[achternaam verdachte] 17:22u
Yo
[achternaam verdachte] 17:23u
Heb je die telefoonnummers gehad of niet
[verkoper] 17:23u Ja
[achternaam verdachte] 17:23u
Ok
17. De politie heeft bovenstaande bevindingen vergeleken met onderzoeksresultaten van het laatst bekende telefoonnummer van de deallijn [deallijn] , te weten [deallijn-nummer] . Uit een eerder onderzoek van politie en justitie genaamd [onderzoeksnaam] waren al onderzoeksresultaten verkregen met betrekking tot dit telefoonnummer. Deze informatie is meegenomen in onderzoek [onderzoeksnaam] . Uit het onderzoek [onderzoeksnaam] was een vermoeden ontstaan dat telefoonnummer [deallijn-nummer] een deallijn betrof. Dit telefoonnummer had namelijk zowel inkomende als uitgaande contacten met een aantal personen die bij de politie geregistreerd staan als harddrugsgebruiker. [14] Vanaf 3 april 2019 werd gestart met het opnemen en uitluisteren van de telecommunicatie van het telefoonnummer [deallijn-nummer] . Tussen 3 april en 22 april 2019 werden 9310 contactmomenten geregistreerd. Deze contacten bestonden uit een groot aantal sms-berichten en korte telefoongesprekken waarin hoofdzakelijk door het tegencontact een locatie werd doorgegeven. Ook vonden er gesprekken plaats die kennelijk betrekking hadden op een bestelling, in combinatie met het opgeven van een locatie in [plaats delict] en omgeving. [15] In de periode van 1 september 2018 tot en met 31 maart 2019 werd per dag gemiddeld door zeker 132 verschillende telefoonnummers ingebeld naar telefoonnummer [deallijn-nummer] . [16] In de periode 1 april 2019 tot en met 23 april 2019 werd gemiddeld door 145 verschillende telefoonnummers per dag ingebeld naar telefoonnummer [deallijn-nummer] . [17]
18. Uit onderzoek naar telefoonnummer [deallijn-nummer] bleek dat dit telefoonnummer gedeeltelijk stond doorgeschakeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer] en dat de oproepen plaatsvonden tussen 12:00 uur en 04:00 uur. De gesprekken van inkomende oproepen waren allemaal kort en er werd enkel naar een locatie gevraagd. Daarna verstuurde de gebruiker van [deallijn-nummer] met het telefoonnummer [telefoonnummer] het telefoonnummer van de beller per sms door naar één van de volgende telefoonnummers: [telefoonnummer] Indien [deallijn-nummer] stond doorgeschakeld naar [telefoonnummer] werd het telefoonnummer van de beller per sms verzonden via het telefoonnummer [telefoonnummer] ). [18]
19. Op grond van voornoemde informatie heeft de politie de werkwijze van deallijn [deallijn] als volgt in kaart gebracht:
de klant belt het telefoonnummer van deallijn [deallijn] en geeft een locatie door;
de beheerder van de deallijn stuurt vervolgens het telefoonnummer van de klant per sms door naar een koerier;
de koerier neemt contact op met de klant om een locatie af te spreken voor de overdracht van verdovende middelen;
de overdracht vindt plaats op de afgesproken locatie.
De politie maakt onderscheid in verschillende type telefoonnummers: de klant neemt contact op met de hoofdlijn, deze hoofdlijn staat naar gelang het tijdstip van de dag doorgeschakeld naar een doorschakelnummer. Vervolgens wordt met een andere telefoon middels een aansturingslijn het telefoonnummer van de klant verzonden naar een koerier. De koerier neemt op zijn beurt contact op met de klant via een koeriersnummer. Schematisch ziet dit er volgens de politie als volgt uit [19] :
20. Naast de getuige [anonieme getuige] zijn ook een aantal andere afnemers van deallijn [deallijn] door de politie benaderd en verhoord. [gebruiker] heeft op 29 juni 2019 verklaard dat hij al heel lang cocaïne gebruikt. Hij koopt al drie tot vier jaar bij deallijn [deallijn] . Hij heeft in deze periode zes tot zeven verschillende personen gezien die bezorgden. Onder hen waren ook drie Hindoestaanse mannen. Een dikke, een dunne en een wat kleinere. De dunne was volgens hem de oudste. Die dunne was vorig jaar ook gepakt. Een van hen reed in een witte Toeareg. Je merkte aan hun houding dat zij de baas waren. De anderen waren van allerlei nationaliteiten. Ze waren echt een groot bedrijf en als je belde kwamen ze ook altijd. De laatste twee jaar werkten ze met die andere mensen erbij. Om niet op te vallen reed je altijd en stukje mee als er werd overgedragen. In 2018 was de lijn even uit de lucht. Ze reden in Golfjes en Seats. [20]
21. [gebruiker] heeft op 30 juni 2019 verklaard dat hij ongeveer drie jaar elke week cocaïne kocht bij één van de Surinaamse broers. [deallijn] was de baas van de broers. Er was ook een wat dikkere broer bij en een andere was wat ouder dan [deallijn] . Als hij belde met de deallijn werd hij vervolgens door een dealer teruggebeld, waarna een afspraak werd gemaakt. Hij stapte vervolgens bij de dealer in en werd een kort rondje gereden waarin hij de cocaïne kocht. Hij kocht altijd voor € 50,- per keer, hij kreeg dan een ponypack, vaak met een kruisje erop. De dealers maakte gebruik van personenauto’s Volkswagen type Golf plus en Seat. De broers zag hij ook wel eens in een zwarte Porsche Cayenne en een witte Volkswagen Tiguan. Verder had hij bij een van de broers wel eens blauwe Audi Q5 gezien. Er waren ongeveer zeven verschillende dealers. Zij verkochten naast cocaïne ook pillen. De dealers wisselden vaak van telefoonnummer en dan kreeg hij hiervan bericht. Hij wist dat één van de dealers vorig jaar was aangehouden. Hij had dit gehoord van de dikkere broer. In die periode was de deallijn drie weken stil. [21]
22. [gebruiker] heeft op 15 juni 2019 verklaard dat zij cocaïne gebruikt. Zij kocht al een paar jaar bij haar dealer, die bereikbaar was via telefoonnummer [deallijn-nummer] . Dit telefoonnummer is al anderhalf jaar in gebruik. Zij belde twee keer per week en kocht dan een halve tot 2,5 gram. Als je belde werd na 12:00 uur altijd opgenomen. Bij een voicemail werd je gelijk teruggebeld of ge-sms’t. De dealers waren vorig jaar kort uit de lucht, omdat ze waren aangehouden. Ze weet dat het broers zijn met een aantal werknemers. Ze belde het telefoonnummer en ze hoorde dan dat zij werd doorgeschakeld. De vraag was dan ‘Waar ben je’. Ze zei dan dat ze in de [adres gebruiker] was. Ze kreeg dan te horen dat ze zou worden teruggebeld. Binnen een half uur werd ze dan door een anoniem telefoonnummer teruggebeld. Dan werd haar gevraagd waar ze was. Zij gaf haar adres door en dan werd gezegd dat ze haar zouden zien. [deallijn] kwam dan. Het netwerk heette [deallijn] en bestond uit een stuk of vijf tot zes werknemers. Zij kwamen met Golfjes. Als je na 12:00 uur belde kwam de broer van [deallijn] . [deallijn] is een Hindoestaan, kort zwart haar, ongeveer 30 tot 35 jaar oud. Zijn broer is een beetje vadsig, kleine staartje, Hindoestaans en een getekend gezicht. De koerier vroeg of zij naar buiten kwam. Zij stapte in en reden een stukje. Tijdens het rijden vond de overdracht plaats. Toen ze in 2018 even uit de lucht waren, kwam daarna een sms’je met iets van ‘Met [deallijn] , dit is mijn nieuwe telefoonnummer’. [22]
23. De politie heeft ook onderzoek verricht naar de omvang van deallijn [deallijn] en de periode waarin de deallijn actief zou zijn geweest. Hierbij heeft de politie onderzoeksresultaten van technische aard, zoals telecomonderzoek, vergeleken met onderzoeksresultaten van de verklaringen van de hiervoor genoemde afnemers/gebruikers, de informatie uit de anonieme brief, alsmede de verklaring van getuige [anonieme getuige] . Uit deze informatie bleek dat de hoofdlijn [deallijn-nummer] in verschillende periodes werd voorafgegaan door de telefoonnummers [deallijn-nummer] , [deallijn-nummer] respectievelijk [deallijn-nummer] . Getuige [anonieme getuige] verklaarde immers aan de politie dat hij van deallijn [deallijn] per sms een bericht kreeg wat zijn nieuwe telefoonnummer was en dat het oude telefoonnummer kon worden verwijderd, zoals hiervoor onder 11 weergegeven. Verder bleek uit telecomonderzoek dat op de dag van ingebruikname van een nieuw telefoonnummer telkens een sms-bericht werd verstuurd naar een groot aantal contactpersonen, dat de telefoonnummers [deallijn-nummer] , [deallijn-nummer] en [deallijn-nummer] een groot aantal overeenkomstige contactpersonen hadden met het telefoonnummer [deallijn-nummer] , dat deze telefoonnummers een groot aantal inkomende veelal korte oproepen hadden en dat elk telefoonnummer van tijd tot tijd stond doorgeschakeld naar een ander telefoonnummer. Uit de analyse van de verkeersgegevens van elk van deze telefoonnummers bleek met betrekking tot de periode waarin deze actief waren het volgende:
  • [deallijn-nummer] was actief was in de periode van 29 september 2017 tot en met 4 april 2018,
  • [deallijn-nummer] actief was in de periode van 4 april 2018 tot en met 16 april 2018,
  • [deallijn-nummer] actief was in de periode 16 april 2018 tot en met 20 april 2018 en
  • [deallijn-nummer] actief was in de periode 29 augustus 2018 tot en met 23 april 2019.
24. Voorts bleek uit telecomonderzoek naar de verschillende hoofdlijnen ( [deallijn-nummer] , [deallijn-nummer] en [deallijn-nummer] ) dat er voor elk van de telefoonnummers sprake was van eenzelfde patroon van verwerking van een inkomende oproep, te weten doorschakeling en aansturing van een koeriersnummer. Ten aanzien van elk verschillend hoofdlijnnummer bleken ook verschillende aansturingslijnen, doorschakelnummers en koeriersnummers in gebruik bij deallijn [deallijn] . Dit betekent dat het telecomonderzoek vele verschillende telefoonnummers behelst. Uit het dossier is gebleken dat niet van elk telefoonnummer onderliggende onderzoeksgegevens beschikbaar zijn. Hierna zullen enkel de telefoonnummers worden besproken waarover voldoende relevante gegevens beschikbaar zijn gebleken. Om vast te kunnen stellen welk telefoonnummer gekoppeld kon worden aan welke schakel van deallijn [deallijn] en daarna, welk telefoonnummer gekoppeld kon worden aan welke persoon, heeft de politie onderzoeksresultaten van telefoonnummers vergeleken met specifieke informatie per verdachte, zoals bekende adresgegevens of verplaatsingen.
25. Met betrekking tot [verdachte] heeft de politie vastgesteld dat in de periode waarin hoofdlijn [deallijn-nummer] actief was, hij woonde op het adres: Van [adres] te [plaats delict] . Van telefoonnummer [deallijn-nummer] bleek dat dit telefoonnummer stond doorgeschakeld naar [deallijn-nummer] . Dit telefoonnummer is volgens de politie een doorschakelnummer. Het hiervoor genoemde woonadres van [verdachte] viel binnen het bereik van de meest aangestraalde zendmast van het telefoonnummer [deallijn-nummer] in de periode waarin [deallijn-nummer] actief was als hoofdlijn, te weten van september 2017 tot en met april 2018. Bovendien werden de meeste verkeersgegevens gegenereerd tussen 12:00 uur en 23:00 uur, hetgeen volgens de politie betekent dat de aangestraalde zendmast de zogenaamde thuismast is van de gebruiker van het mobiele telefoonnummer. [24]
26. Daarnaast bleek uit onderzoeksgegevens van het telefoonnummer [deallijn-nummer] dat het woonadres van [verdachte] viel binnen het bereik van de meest aangestraalde zendmast van dit telefoonnummer. Bovendien gold ook ten aanzien van dit telefoonnummer dat de meeste verkeersgegevens werden gegenereerd tussen 12:00 uur en 23:00 uur. Het telefoonnummer [deallijn-nummer] bleek in de actieve periode bijna 8.000 sms-berichten te hebben verstuurd naar zeven verschillende telefoonnummers. Dit telefoonnummer is volgens de politie een aansturingslijn van koeriers van deallijn [deallijn] . [25]
27. Uit vergelijkend telecomonderzoek tussen [deallijn-nummer] en [deallijn-nummer] bleken de telefoonnummers continu in elkaars omgeving actief en straalden de telefoonnummers dezelfde zendmast aan, hetgeen volgens de politie betekent dat beide telefoonnummers bij één persoon in gebruik waren. [26] Deze onderzoeksresultaten sluiten daarnaast aan bij de telefoonnummers van de telefoons die bij de aanhouding bij [verdachte] werden aangetroffen, te weten [deallijn-nummer] en [telefoonnummer] . Ook dat waren volgens de politie een doorschakelnummer van de hoofdlijn respectievelijk een aansturingslijn van koeriers. Ook die telefoonnummers verplaatsten zich namelijk tegelijkertijd met elkaar en werden bij [verdachte] aangetroffen. [27]
28. De politie concludeert uit bovenstaande onderzoeksgegevens dat [verdachte] in verschillende periodes verschillende schakels heeft beheerd van de deallijn [deallijn] , namelijk zowel het beheren van een doorgeschakeld telefoonnummer van de hoofdlijn, als de aansturing van koeriers via een aansturingslijn.
29. Uit verder onderzoek verricht naar de werkwijze van deallijn [deallijn] , de verklaring van getuige [anonieme getuige] en de informatie uit de anonieme brief bleken [andere verdachte] en [andere verdachte] [achternaam verdachte] mogelijk ook betrokken te zijn bij deallijn [deallijn] . Zo stonden voertuigen die waren genoemd in de anonieme brief op naam van [verdachten (broers)] . Ook zijn [verdachten (broers)] en [andere verdachte] [achternaam verdachte] door getuige [anonieme getuige] in een fotoconfrontatie herkend als twee van de drie hindoestaanse broers, zoals genoemd onder 10.
30. [andere verdachte] [achternaam verdachte] werd op 23 april 2019 aangehouden in zijn woning aan [adres] te [plaats delict] . [28] In de woning werden onder meer een aantal telefoons in beslag genomen, waaronder een telefoon met daarin het telefoonnummer: [telefoonnummer] . [29] Het adres [adres] viel binnen het bereik van de meest aangestraalde zendmast van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit onderzoek naar dit telefoonnummer bleek dit een doorschakelnummer te zijn van de hoofdlijn [deallijn-nummer] . Uit telecomonderzoek bleek verder dat het telefoonnummer van de beller binnen enkele seconden per sms werd doorgestuurd door het telefoonnummer [deallijn-nummer] . Uit tapgesprekken van zowel [telefoonnummer] als
[deallijn-nummer] bleek dat de gebruiker opnam door te zeggen ‘met [andere verdachte] ’ of ‘met [andere verdachte] ’, waaruit de politie heeft geconcludeerd dat [andere verdachte] [achternaam verdachte] de duurzame gebruiker van beide telefoonnummers was. [30] Uit onderzoek naar het gebruik van telefoonnummer [deallijn-nummer] bleek dat dit telefoonnummer in de periode waarin het actief was 658 sms-berichten heeft verstuurd aan vijf verschillende telefoonnummers. De politie concludeert dat dit telefoonnummer aldus werd gebruikt als aansturingslijn. [31]
31. Uit telecomonderzoek bleek verder dat ook het telefoonnummer [deallijn-nummer] betrokken was bij deallijn [deallijn] . Uit nader onderzoek aan een loods gevestigd aan de [observatie adressen] (waarover later meer) bleek dat deze loods gehuurd werd door [andere verdachte] [achternaam verdachte] en hij hierbij voornoemd telefoonnummer had opgegeven als een van zijn contactgegevens. [32] Verder bleek dit telefoonnummer aan te stralen bij een zendmast die het woonadres [adres] in [plaats delict] binnen het bereik had. Met betrekking tot het gebruik van [deallijn-nummer] bleek uit telecomonderzoek dat het telefoonnummer veelal inkomende sms-berichten ontving van aansturingslijnen van deallijn [deallijn] , zoals [deallijn-nummer] . De conclusie die de politie hieruit trekt, is dat het telefoonnummer [deallijn-nummer] aldus als koeriersnummer werd gebruikt en dat dit telefoonnummer bij [andere verdachte] [achternaam verdachte] in gebruik is geweest. [33]
32. Daarnaast is [andere verdachte] [achternaam verdachte] in een ander strafrechtelijk onderzoek (dossier [achternaam verdachte andere zaak] ) aangehouden op verdenking van handel in verdovende middelen. [34] In die zaak werden bij zijn aanhouding op 7 april 2018 twee telefoons aangetroffen, waarvan één was voorzien van het telefoonnummer [deallijn-nummer] . [35] De verdachte [achternaam verdachte andere zaak] verklaarde dat hij [deallijn-nummer] had gebeld om cocaïne te kopen en even later werd teruggebeld door [deallijn-nummer] voor de daadwerkelijke overdracht. [36] Verder bleek uit telecomonderzoek dat op 7 april 2018 meermalen contact was geweest tussen voornoemde [onderzoeksnaam] en [deallijn-nummer] . De politie concludeert hieruit dat [andere verdachte] [achternaam verdachte] het koeriersnummer [deallijn-nummer] van deallijn [deallijn] in gebruik heeft gehad. [37]
33. De politie concludeert uit bovenstaande onderzoeksgegevens dat [andere verdachte] [achternaam verdachte] in verschillende periodes verschillende schakels heeft beheerd met betrekking tot deallijn [deallijn] , namelijk een doorgeschakelde hoofdlijn, een aansturingslijn en dat hij gebruik heeft gemaakt van meerdere koeriersnummers.
34. [verdachten (broers)] werd ook op 23 april 2019 aangehouden. Hij bestuurde op dat moment een VW Tiguan met kenteken [kenteken] . [38] In de fouillering van [verdachten (broers)] werden onder meer een geldbedrag van € 950,-- en twee telefoons aangetroffen: een Nokia met telefoonnummer [deallijn-nummer] en een Samsung met het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ). [39]
35. Zoals uit de verklaring van de getuige [anonieme getuige] en de afnemers, weergeven onder 10 en 20 tot en met 22, is gebleken, was het telefoonnummer [deallijn-nummer] de hoofdlijn van deallijn [deallijn] gedurende een periode van ongeveer zeven maanden. Uit telecomgegevens, waaronder de inzet van een zogeheten IMSI-catcher, bleek het telefoonnummer in de woning van [verdachten (broers)] ( [adres] te [plaats delict] ) gelokaliseerd te kunnen worden. Uit het telecomonderzoek bleek verder dat het telefoonnummer sinds 29 augustus 2018 in gebruik was en dat in de onderzochte periode tot 1 april 2019 ruim 100.000 contactmomenten werden geregistreerd, bestaande uit inkomende, uitgaande en doorgeschakelde oproepen, alsmede inkomende en uitgaande sms-berichten. Voorts bleek het telefoonnummer van 11 oktober 2018 tot en met 1 april 2019 2946 geregistreerde tegencontacten te hebben. [40]
36. Uit onderzoek van de politie naar het telefoonnummer [telefoonnummer] bleek dat dit telefoonnummer uitsluitend werd gebruikt voor het per sms-bericht versturen van telefoonnummers naar veelal dezelfde zes tegencontacten. [41] Volgens de politie past dit binnen het patroon van deallijn [deallijn] als aansturingslijn. Via een IMSI-catcher bleek ook de telefoon met dit telefoonnummer in de woning van [verdachten (broers)] gelokaliseerd te kunnen worden. Voorts bleek dat de reisbewegingen van het telefoonnummer identiek waren aan de reisbewegingen van het telefoonnummer [deallijn-nummer] . De politie concludeert hieruit dat beide telefoonnummers bij een en dezelfde persoon in gebruik waren. Die conclusie werd verder ondersteund door het feit dat beide telefoonnummers zendmasten aanstraalden die een overlappend indicatiegebied hadden, waaruit afgeleid kan worden dat de telefoonnummers op hetzelfde moment in dezelfde omgeving aanwezig waren. [42]
37. Voorts bleek uit telecomonderzoek dat nadat was ingebeld op deallijn [deallijn] op het telefoonnummer [deallijn-nummer] (in de periode waarin dat telefoonnummer actief was als hoofdlijn) het telefoonnummer van de beller werd doorgestuurd door de gebruiker van het telefoonnummer [deallijn-nummer] . Dit telefoonnummer functioneerde aldus volgens de politie als aansturingslijn. Uit onderzoek naar de verkeersgegevens van het telefoonnummer [deallijn-nummer] bleek dat de meeste gegevens gegenereerd werden tussen 16:00 uur en 04:00 uur. [43]
38. De onder [verdachte] in beslag genomen iPhone had tussen 13 augustus 2018 en 26 maart 2019 veelvuldig contact met het telefoontelefoonnummer [deallijn-nummer] , opgeslagen met de aanduiding ‘P’. Uit onderzoek van politie bleek [verdachten (broers)] het tegencontact ‘P’ te zijn, nu het telefoonnummer [deallijn-nummer] de zendmast aanstraalde waarbinnen de woning van [verdachten (broers)] viel, door middel van een IMSI-catcher het telefoonnummer [deallijn-nummer] in de woning van [verdachten (broers)] kon worden gelokaliseerd en uit de gesprekken viel af te leiden dat beide contactpersonen broers van elkaar waren. [44]
39. Uit telecomonderzoek naar het telefoonnummer [deallijn-nummer] bleek dat dit telefoonnummer in de periode van 1 oktober 2018 tot en met 1 april 2019 11.928 sms-berichten verstuurde naar veelal dezelfde tegencontacten. De politie concludeert hieruit dat het gebruik van dit telefoonnummer past binnen het beeld van een aansturingslijn van deallijn [deallijn] . [45]
40. De politie concludeert uit bovenstaande onderzoeksgegevens dat [verdachten (broers)] in verschillende periodes verschillende schakels heeft beheerd van de deallijn [deallijn] , namelijk zowel de hoofdlijnen als verschillende aansturingslijnen.
Vermoedelijke koeriers
41. Op 23 april 2019 vond een zogenoemde actiedag van de politie plaats en zijn – naast [verdachten (broers)] , [verdachte] en [andere verdachte] [achternaam verdachte] – andere vermoedelijk betrokkenen van deallijn [deallijn] aangehouden, zoals de hieronder genoemde personen.
42. [andere verdachte] werd op 23 april 2019 aangehouden op verdenking van medeplegen van handel in verdovende middelen. Hij reed in een Seat Leon met kenteken [kenteken] . [46] Uit observaties van de politie op 23 april 2019 tussen 15:23 uur en 21:20 uur bleek dat [andere verdachte] als enige in het voertuig zat. Gedurende de geobserveerde periode heeft de politie twee vermoedelijke deals waargenomen vanuit het voertuig van [andere verdachte] . [47] Uit telecomgegevens bleek dat [andere verdachte] gebruik maakte van het telefoonnummer: [telefoonnummer] . Verder bleek dat [andere verdachte] via de aansturingslijnen [deallijn-nummer] of [deallijn-nummer] een locatie doorgestuurd kreeg. Het telefoonnummer dat werd doorgestuurd naar [andere verdachte] , had even daarvoor contact opgenomen met de centrale deallijn via telefoonnummer [deallijn-nummer] en een locatie doorgegeven. [48] Vervolgens zag het observatieteam [andere verdachte] rijden op de doorgegeven locatie. Telkens werd waargenomen dat [andere verdachte] op een locatie stopte zodat een persoon als bijrijder kon instappen in het voertuig en telkens reed [andere verdachte] vervolgens enkele tientallen meters en stopte hij weer om de zojuist ingestapte persoon te laten uitstappen. De bijrijder zat zodoende telkens niet langer dan één minuut in het voertuig van [andere verdachte] . Zo werd door het observatieteam waargenomen dat [andere verdachte] als bestuurder stopte op de [observatie adressen] om 18:06 uur en dat om 18:08 uur een persoon als bijrijder instapte, die in dezelfde minuut verderop in de [observatie adressen] weer uitstapte. [49] Om 18:13 uur is deze persoon – naar later [gebruiker] – door de politie aangehouden. Hij verklaarde dat hij zojuist voor € 50,-- één ponypack cocaïne met opdruk [opdruknaam] had gekocht van een persoon in een zwarte Seat. De ponypack met inhoud is door de politie inbeslaggenomen. [50] Uit onderzoek van het NFI bleek dat het cocaïne betrof. [51]
43. Op 24 april 2019 is door de politie onderzoek verricht naar de Seat van [andere verdachte] met kenteken [kenteken] . Hieruit bleek dat het raambedieningspaneel in het middenconsole verwijderd kon worden, waardoor de ruimte onder het bedieningspaneel zichtbaar werd. In deze ruimte was een doorzichtige gripzak aanwezig met meerdere ponypacks, een gripzak met blauwe driehoekige tabletten, en € 905,-- aan contanten. [52] De verdovende middelen zijn voor toxicologisch onderzoek naar het NFI gestuurd en uit onderzoek van het NFI bleek het om cocaïne en MDMA te gaan. [53]
44. [andere verdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij drugs heeft verkocht, en dat de man die voor zijn aanhouding bij hem in de auto stapte een afnemer was. Hij was daarmee in maart 2019 begonnen en werkte tussen 17:00 uur en 04:00 uur. Zijn rol was die van loopjongen. Hij verkocht pillen (MDMA) en cocaïne. Hij kwam aan die drugs via iemand die hem ergens naar toe stuurde. Hij kreeg voor een aantal dagen drugs mee. De personen van wie [andere verdachte] de verdovende middelen kreeg noemde hij niet bij naam. Een persoon noemde hij ‘dikke’, een ander noemde hij ‘baas’ en weer een ander heette ‘P’. Klanten noemden het netwerk [deallijn] . Het geld dat hij kreeg voor de drugs was niet voor hem, maar gaf hij aan de baas. Hij kreeg een percentage van de opbrengst, gemiddeld ongeveer per gram vijf euro. Hij had twee telefoons. Eén privé en een ander die niet van hemzelf was, gebruikte hij voor zijn bezigheden als loopjongen. Hij heeft die telefoon kant en klaar gekregen. Het contact met de afnemers verliep als volgt: hij kreeg via een ander het telefoonnummer van de afnemer, vervolgens belde hij de afnemer en hoorde zijn adres. Dan ging hij erheen. Als de afnemer in de auto stapte, vertelde die wat hij wilde hebben. De drugs zat in pakjes. Je had grote en kleine pakjes. Als er een kruisje op de ponypack stond, was het iets minder gemixt. De verborgen ruimte in zijn auto is er in een garage ingezet. Geconfronteerd met de locatie [observatie adressen] verklaarde [andere verdachte] dat hij daar wel vaak kwam om af te spreken met de baas. Hij kwam daar geld brengen en kreeg nieuwe cocaïne als het op was. [54]
45. Uit onderzoek aan de iPhone van [verdachte] bleek [verdachte] veelvuldig contact te hebben met tegencontact ‘ [andere verdachte] ’ onder telefoonnummer: [telefoonnummer] . In de onderzochte periode maart 2019 was er veelvuldig contact tussen hen.
Op 1 maart 2019 voerden zij het volgende gesprek:
[achternaam verdachte] : Waar bn je, ik hb [adres]
[andere verdachte] : [adres] Kl [adres]
[achternaam verdachte] : Kl
Op 4 maart vond het volgende gesprek plaats:
[andere verdachte] : Ok Yo Wat heb je
[achternaam verdachte] : Ik hb [adres] en [adres]
[andere verdachte] : Ok ik loop [adres]
[achternaam verdachte] : Ai
[andere verdachte] : Kl [adres] , wacht its [adres] , Dankl
[achternaam verdachte] : Ok hb [adres] Rabo. [55]
De politie concludeert uit het gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer] en op basis van voornoemde gesprekken dat ‘ [andere verdachte] ’ kennelijk werd aangestuurd door [verdachte] .
46. Op 5 april 2019 observeerden twee verbalisanten een parkeerterrein aan de [observatie adressen] te [plaats delict] in verband met een mogelijke vechtafspraak tussen de supporters van [voetbalclubs] [plaats delict] en FC [voetbalclubs] . Aldaar zagen zij een bestuurder van een witte Seat Leon met [kenteken] (hierna: de Seat Leon) het parkeerterrein oprijden. Een persoon stapte uit een geparkeerde auto en stapte in de Seat Leon, waarop beide personen werden gecontroleerd op bezit van verdovende middelen. De bestuurder van de Seat Leon bleek [andere verdachte] en de andere persoon bleek [gebruiker] , die verklaarde van plan te zijn geweest cocaïne te kopen van de bestuurder van de witte Seat Leon. Verder verklaarde hij dat hij het telefoonnummer [deallijn-nummer] had gebeld om cocaïne te kunnen kopen. [56]
47. Uit een tapgesprek van het telefoonnummer [deallijn-nummer] op 5 april 2019 om 22.17 uur tussen [telefoonnummer] en [deallijn-nummer] bleek dat de beller naar het telefoonnummer [deallijn-nummer] een gebeurtenis vertelt die overeenkomt met de hiervoor genoemde politiecontrole. De beller verklaarde dat hij afgesproken had op een parkeerterrein in het [adres] in [plaats delict] , maar dat door tussenkomst van de recherche de overdracht kennelijk niet had plaatsgevonden. Vervolgens bleek uit telecomonderzoek dat het telefoonnummer [telefoonnummer] een uur eerder contact had opgenomen met [deallijn-nummer] en dat niet veel later het telefoonnummer [deallijn-nummer] ) weer contact opnam met [telefoonnummer] . Uit vervolgonderzoek aan het telefoonnummer [deallijn-nummer] bleek dat dit telefoonnummer onder andere contact had met telefoonnummers [telefoonnummer] en [deallijn-nummer] , bij de politie bekend als aansturingslijnen van deallijn [deallijn] . Hieruit volgt volgens de politie dat [deallijn-nummer] in gebruik was bij [andere verdachte] en dat dit telefoonnummer een koeriersnummer betrof. [57]
48. Op 23 april 2019 werd [andere verdachte] aangehouden op verdenking van medeplegen van handel in verdovende middelen. Hij reed in een Seat Leon met [kenteken] . [58] Uit observaties van de politie op 23 april 2019 tussen 15:23 uur en 21:20 uur bleek dat [andere verdachte] als enige in het voertuig zat. Gedurende de geobserveerde periode heeft de politie drie vermoedelijke deals van verdovende middelen waargenomen door [andere verdachte] vanuit het voertuig. [59] Uit telecomgegevens bleek dat [andere verdachte] gebruikt maakt van het telefoonnummer: [deallijn-nummer] . Verder bleek dat [andere verdachte] op 23 april 2019 een locatie doorgestuurd kreeg via aansturingslijnen [deallijn-nummer] of [telefoonnummer] . Het telefoonnummer dat werd doorgestuurd naar [andere verdachte] , had even daarvoor contact opgenomen met de centrale deallijn: [deallijn-nummer] en een locatie doorgegeven. [60] Vervolgens zag het observatieteam [andere verdachte] op de doorgegeven locatie. Telkens werd waargenomen dat [andere verdachte] op een locatie stopte zodat een persoon als bijrijder kon instappen in het voertuig en telkens reed [andere verdachte] vervolgens enkele tientallen meters en stopte hij weer om de zojuist ingestapte persoon te laten uitstappen. De bijrijder zat derhalve telkens niet langer dan één minuut in het voertuig van [andere verdachte] . Zo werd door het observatieteam waargenomen dat [andere verdachte] als bestuurder stopte op de [observatie adressen] , om 16:28 uur en een persoon instapte als bijrijder om vervolgens om 16:29 uur verderop in dezelfde straat weer uit te stappen. De persoon werd om 16:35 uur aangehouden en bleek [gebruiker] te zijn. [61] Hij verklaarde dat hij voor zijn aanhouding twee gram cocaïne had gekocht van [andere verdachte] – nadat de politie een foto van [andere verdachte] had getoond. [62] De verdovende middelen van [gebruiker] zijn inbeslaggenomen en getest. [63] Uit onderzoek van het NFI bleek het cocaïne te betreffen. [64]
49. Op 24 april 2019 is door politie onderzoek verricht naar de Seat van [andere verdachte] met [kenteken] . Hieruit bleek dat het raambedieningspaneel in het middenconsole verwijderd kon worden, waardoor de ruimte onder het bedieningspaneel zichtbaar werd. In deze ruimte bleek een doorzichtige gripzak aanwezig met meerdere ponypacks, een gripzak met blauwe driehoekige tabletten, en € 960,-- aan contanten. [65] Na onderzoek door het NFI bleek het om cocaïne en MDMA te gaan. [66]
50. [andere verdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij zich een tijdje heeft bezig gehouden met het dealen van drugs, maar wel een aanzienlijk kortere periode dan op de dagvaarding staat. Hoe lang dan wel, wilde hij niet zeggen. Hij kwam wel op de [observatie adressen] , maar niet om bevoorraad te worden, maar vanwege zijn auto. [67]
51. Uit onderzoek aan de iPhone van [verdachte] bleek [verdachte] veelvuldig contact te hebben met tegencontact ‘ [andere verdachte] ’ op telefoonnummer [telefoonnummer] . In de periode van 1 januari 2019 tot en met 26 maart 2019 was er ruim 6800 keer contact tussen hen. Op 1 maart 2019 vond het volgende gesprek plaats:
[achternaam verdachte] : Yo lukt het nog brodi,
[andere verdachte] : Kl
[achternaam verdachte] : [adres]
[andere verdachte] : Kl
[achternaam verdachte] : Broedie ga eten, ga eten ja, eet smakelijk ja jo jo, eet smakelijk. [68]
52. Op 9 april 2019 vond er een telefoongesprek plaats tussen [deallijn-nummer] en [telefoonnummer] :
[telefoonnummer] : Ja hallo.
[deallijn-nummer] : Yo waar ben?
[telefoonnummer] : Yo [adres] op dat pleintje.
[deallijn-nummer] : Is goed zie je zo.
[telefoonnummer] : Hoi hoi.
Een observatie-eenheid van de politie zag niet veel later op de [adres] een Seat Leon rijden met kenteken [kenteken] met daarin één persoon met een donkere huidskleur en een geschatte leeftijd tussen de 25 en 35 jaar. Er werd waargenomen dat het voertuig bij het aldaar gelegen pleintje stopte en dat er één persoon instapte en plaatsnam op de bijrijdersstoel. Daarna ging het voertuig weer rijden via de [observatie adressen] en de [adres] in de richting van de [observatie adressen] en kwam tot stilstand. Hier stapte de bijrijder, die zojuist was ingestapt weer uit. De Seat Leon stond blijkens de Dienst Wegverkeer op naam van [andere verdachte] . Een foto van het rijbewijs op die naam, afkomstig uit de gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer kwam volgens de politie overeen met de bestuurder van de Seat Leon. [69]
53. Op 23 april 2019 werd [andere verdachte] aangehouden op verdenking van medeplegen van handel in verdovende middelen. [70] Hij reed op dat moment in een zwarte Seat Leon met kenteken [kenteken] . Uit observaties op 23 april 2019 tussen 14:30 uur en 20:24 uur van politie bleek dat [andere verdachte] tot 19:02 uur als enige in het voertuig zat. [71] Gedurende de geobserveerde periode heeft de politie negen vermoedelijke deals van verdovende middelen waargenomen van [andere verdachte] vanuit voornoemd voertuig. [72] Bij zijn aanhouding werd een telefoon met het telefoonnummer [telefoonnummer] aangetroffen en uit telecomgegevens bleek [andere verdachte] de vaste gebruiker van dit telefoonnummer. [73] Verder bleek dat hij op dit telefoonnummer een locatie kreeg doorgestuurd via de aansturingslijn [deallijn-nummer] of [telefoonnummer] . Het telefoonnummer dat werd doorgestuurd naar [andere verdachte] , had even daarvoor contact opgenomen met de centrale deallijn [deallijn-nummer] en een locatie doorgegeven. [74] Vervolgens zag het observatieteam [andere verdachte] op de doorgegeven locatie. Telkens werd waargenomen dat [andere verdachte] op een locatie stopte zodat een persoon als bijrijder kon instappen in het voertuig en telkens reed [andere verdachte] vervolgens enkele tientallen meters en stopte hij weer om de zojuist ingestapte persoon te laten uitstappen. De bijrijder zat derhalve telkens niet langer dan één minuut in het voertuig van [andere verdachte] . Zo werd door het observatieteam waargenomen dat [andere verdachte] als bestuurder stopte op de [observatie adressen] te [plaats delict] en dat binnen vijf minuten een blanke man op een fiets kwam aanrijden, zijn fiets parkeerde en bij [andere verdachte] als bijrijder instapte om vervolgens binnen twee minuten weer op zijn fiets te zitten. De man op de fiets werd vervolgens direct aangehouden en bleek [gebruiker] te zijn. Hij verklaarde dat hij een ponypack met de opdruk van een zeehond met cocaïne had gekocht van een dealer in een zwarte Seat. [75] De verdovende middelen zijn in beslag genomen door de politie. [76] Uit onderzoek van het NFI bleek het cocaïne te betreffen. [77]
54. Op 24 april 2019 is door politie onderzoek verricht naar de Seat (kenteken [kenteken] ) van [andere verdachte] . Hieruit bleek dat het raambedieningspaneel in het middenconsole verwijderd kon worden, waardoor de ruimte onder het bedieningspaneel zichtbaar werd. In deze ruimte bleek een doorzichtige gripzak aanwezig met meerdere ponypacks en een gripzak met blauwe driehoekige tabletten. [78] Uit rapportages van het NFI bleken de verdovende middelen cocaïne en MDMA te bevatten. [79] Op een gripzak werd een dactyloscopisch spoor aangetroffen dat herleidde tot [andere verdachte] . [80]
Conclusie handel in verdovende middelen
55. Uit voornoemde bewijsmiddelen, tezamen genomen en in onderling verband en samenhang bezien, leidt de rechtbank af dat [verdachten (broers)] , [verdachte] en [andere verdachte] [achternaam verdachte] in de ten laste gelegde periode diverse schakels hebben beheerd van deallijn [deallijn] en dat zij zich daarmee schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van de handel in cocaïne en MDMA. De rechtbank overweegt daarbij ten aanzien van de ten laste gelegde periode dat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat de verdachten de volledige aaneengesloten periode zich aan dit feit hebben schuldig gemaakt en zal daar bij de strafoplegging rekening mee houden.
56. Naast de betrokkenheid van [verdachten (broers)] , [verdachte] en [andere verdachte] [achternaam verdachte] bij de handel in verdovende middelen via deallijn [deallijn] , wordt hen het verwijt gemaakt met elkaar een criminele organisatie te hebben gevormd, welke organisatie als oogmerk had het plegen van Opiumwetdelicten. Daarvoor hebben politie en justitie niet alleen onderzoek gedaan naar de omvang en werkwijze van deallijn [deallijn] , maar ook naar het georganiseerde en duurzame karakter hiervan. Voor de beoordeling van dit verwijt is het volgende relevant.
Onderling contact
57. Uit telecomonderzoek bleek dat ‘P’ via telefoonnummer [deallijn-nummer] op 9 september 2018 de volgende ingesproken berichten naar [verdachte] stuurde [81] :
P: Yo ik ben al buiten , die blakka en die ander laten nu eten, want die eten altijd vijf uur, [gebruikersnaam] eet om zes uur, [gebruikersnaam] die eet om zeven uur, dus dan uuhh weet dat, ik haal sowieso, ik rij nu naar die vriend van je even vragen voor die auto van jou, als die wil hoe of wat, laat ik dat jou weten. Ik heb net eentje gestuurd naar [adres] man, dus uuhh, dan is dat voor hun laatste en [gebruikersnaam] heb ik al best een tijdje niks gegeven omdat er niks was voor hem misschien moet je dan tegen hem zeggen dat hij dan eerst moet eten ofzo want hij is de hele tijd al niks aan het doen, dan kennen die andere straks gaan, ja toch
Op 10 september 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen ‘P’ en [verdachte] :
[achternaam verdachte] : Ok
P: Ik haal eraf, ben bij [naam] , heb je wat daar, waar zijn die andere
[achternaam verdachte] : [verkoper] [adres] Kl, [andere verdachte] eten zal zo Kl zijn, [gebruikersnaam] na [adres]
P: Oké
Op 5 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen hen:
[achternaam verdachte] : Net die ene engelse telefoonnummer die man loopt te klagen ik weet niet over wie, ik denk dat ie het over [andere verdachte] heb , ik hoop het niet, die mannetje van [adres] die loopt ook te lullen, [andere verdachte] laat hem helemaal naar snackbar van [adres] lopen terwijl die uuhh em hij kankert hem er bij het [adres] uit enzo weet je , ik zeg je alvast, ik ga [andere verdachte] deze keer echt van zeggen, dit kan niet man.
[achternaam verdachte] : hebt een grote mond tegen mensen enzo weet je , bij de hand dit dat, uuhh als je niet die deze dingen wil doen dan moet je opkankeren en ga niet die grote bek tegen die mensen
geven weetje met disrespect met die mensen kan niet jo
P: ja heb em al vaker gezegd
Tot slot vond op 12 november 2018 het volgende gesprek plaats:
[achternaam verdachte] : [gebruiker] 110 bij, moet ook jang hbbe zo dan weet je dat
P: Ik pak zo voor je gelijk ik voor je
[achternaam verdachte] : [gebruiker] 20 bij, Chino d 65 af
P: Ben [adres] , haal eraf, geef mense
[achternaam verdachte] : Marjolijn [adres] flat, Migggiel [adres] osso. [82]
58. Uit onderzoek aan de telefoon van [verdachte] bleek dat in de periode van 13 augustus 2018 tot en met 26 maart 2019 – de dag van [verdachte] ’s aanhouding – gesprekken plaatsvonden tussen [verdachte] en [verdachten (broers)] . Dit betrof zowel gesproken berichten als tekstberichten. Deze gesprekken gaan voornamelijk over andere personen, zoals blijkt uit het volgende gesprek dat op 11 november 2018 plaatsvond:
[verdachte] : [gebruikersnaam] had vanmiddag al spijker in zijn band zegt ie hij moet naar [naam] en zo anders moetje [naam] vragen als tie daar is gekomen voor propje te schieten (…)
[andere verdachte] : Ja want nu andere band lek Uuh daarom ik zei al, ik zat [gebruikersnaam] te bellen (…) zet maar gelijk winterbanden uuhh er onder (...) want dit schiet niet op zogenaamd zeker ging die ook tijdens werktijd die propje laten doen.
Op 26 november 2018 vond het volgende gesprek plaats:
[andere verdachte] : Heb em gezegd, uur gaat in als ik zeg ga eten, hij d8 pas alstie thuis
[verdachte] : ja
[andere verdachte] : was gaat in, 40 min reizen gaat nie, als je 10a15 min, oké, later bent Maar dit is extreem
[verdachte] : ja en dan ik zeg nog eerder ga eten(…).
Op 30 november 2018 vond het volgende gesprek plaats:
[verdachte] : Yo, [gebruikersnaam] heeft probleem met zn tellie man
[andere verdachte] : Ja hij had nieuwe gehaald, als die hier in de buurt is laat em naar mij komen
[verdachte] : hij zeg miss is die simkaart probleem, ok
[andere verdachte] : Ik heb nog simkaarten
Op 11 januari 2019 vond het volgende gesprek plaats:
[andere verdachte] : waar isniedereen dan weet ik
[verdachte] : heb [gebruikersnaam] gezegd om te gaan eten, hij was nou uuhh bij de laatste daar als het goed ;'s, [andere verdachte] moet ook zo klaar zijn met eten over vijf minuten ofzo en die andere waren naar [adres] , [adres] , die kant, ik ben nu [adres] , ik ga nu naar laatste, dan ga ik naar schiffo knallen, heb ik daar schiffo, [adres] en centrum
Op 18 januari 2019 vond het volgende gesprek plaats:
[andere verdachte] : Ik zeg, ik zeg tegen haar je moet nog betalen zegt ze ja is goed ik regel dat zo, ik stuur [andere verdachte] daar naar toe, ze zegt gewoon tegen [andere verdachte] , nee ik moet niks betalen hoor, ik hoef niemand wat te betalen, ik heb alles al geregeld"
[verdachte] : sommige van die kankermensen proberen te flashen je weet toch toch daarom ik zeg altijd... zeg maar tegen jou allemaal wat ze lenen en wie, je weet toch ik uuhh je weet ook wel dat ik bij sommige zeg nee niks geven, je weet toch
Op 10 maart 2019 stuurde [verdachten (broers)] naar [verdachte] het volgende bericht:
ja maar die auto is gelijk fucked up man, ik had al gekeken voor andere auto voor hem want dit is, (…) dus we gaan dat moet ik ook nog ff kijken, maar [verkoper] krijgt als het goed is morgen overmorgen ergens moet hij zijn rijbewijs terug hebben, dus daar moet ik ff snel een auto voor fixen, dan ik dat ook weer weet toch, dan hebben we in ieder geval weer een mannetje terug extra.
Daarnaast verstuurde [verdachte] losse berichten naar [verdachten (broers)] in de periode september 2018 tot en met maart 2019 waarvan de politie concludeert dat dit berichten zijn kennelijk ter administratie, zoals [83] :
[gebruiker] 50 bij [gebruiker] vn [adres] doe met bril 50 bij [gebruiker] 50 bij
[gebruiker] 50 bij [gebruiker] 50 bij [gebruiker] 50 bij
[gebruiker] 50 bij [gebruiker] 50 bij [gebruiker] 50 bij
[gebruiker] 50 bij [gebruiker] 50 bij [gebruiker] 100 bij
[gebruiker] 100 bij [gebruiker] 100 bij [gebruiker] rj 100 bij
[gebruiker] 100 bij [gebruiker] 20 bij [gebruiker] 30 bij
[gebruiker] 70 bij [gebruiker] 50 bij [gebruiker] 50 bij
[gebruiker] 50 bij [gebruiker] 50 bij [gebruiker] 50 bij
[gebruiker] 50 bij [gebruiker] 100 bij [gebruiker] 100 bij
[gebruiker] rj 100 bij [gebruiker] 100 bij [gebruiker] 100 bij
[gebruiker] 100 bij [gebruiker] 100 bij [gebruiker] jr 200 bij
[gebruiker] 20 bij [gebruiker] 20 bij [gebruiker] 20 bij [gebruiker] 30 bij [gebruiker] 70 bij [gebruiker] 70 bij
59. Verder bleek uit telecomonderzoek naar de iPhone van [verdachte] dat hij veelvuldig contact had met tegencontacten ‘ [gebruikersnaam] ’ en ‘ [gebruikersnaam] ’. Deze telefoonnummers bleken na onderzoek uit het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie en het bedrijfsprocessensysteem van de politie in gebruik bij [andere verdachte] . [84] [verdachte] had in periode van 10 januari 2019 en 25 maart 2019 in totaal 718 contactmoment met [andere verdachte] op voornoemde telefoonnummers. Deze contactmoment bestonden onder andere uit WhatsAppgesprekken, zoals hieronder weergegeven [85] :
Op 3 maart 2019 vond het volgende gesprek plaats: [86]
[achternaam verdachte] : Is goed man ga eten, eet smakelijk
[gebruikersnaam] : Hahahhahahaha, stuk, Thanks bro
[achternaam verdachte] : Hahahahahaha ai
[gebruikersnaam] : Kl skiffa
[achternaam verdachte] : ik bb [adres] , ai
[gebruikersnaam] : ai, Kl [adres]
[achternaam verdachte] : Kl
[gebruikersnaam] : Kl [adres]
[achternaam verdachte] : Kl
Op 11 maart 2019 vond het volgende gesprek plaats: [87]
[achternaam verdachte] : Ai
[gebruikersnaam] : Kl, Lk [adres]
[achternaam verdachte] : Kl
[gebruikersnaam] : Neef, ik ga nu pauze nemen ja
[achternaam verdachte] : Yo, zeg P
[gebruikersnaam] : P weet ervan, Ai
[achternaam verdachte] : Hij is r
[gebruikersnaam] : Oké
[achternaam verdachte] : Ai dan is goed tog bro
Op 16 maart en 18 maart 2019 vonden de volgende gesprekken plaats: [88]
[achternaam verdachte] : [adres] ja, [adres]
[gebruikersnaam] : Kl
[achternaam verdachte] : Kl
[gebruikersnaam] : Kl, Kl, Yp
[achternaam verdachte] : Kl
[gebruikersnaam] : Kl [adres]
[achternaam verdachte] : [adres] zonweg ja, zonweg [adres] yo"
[gebruikersnaam] : Kl, [adres]
60. Uit onderzoek aan het telefoonnummer [deallijn-nummer] bleek dat er veelvuldig contact was tussen [verdachten (broers)] met telefoonnummer [deallijn-nummer] (hierna: P) en [andere verdachte] [telefoonnummer] (hierna: [gebruikersnaam] ). Zo vond op 8 november 2018 het volgende gesprek plaats: [89]
P: Yo ik ga douche app je zo
[gebruikersnaam] : Oké
P: 4 uur in menno ter [adres] . Waar [gebruikersnaam] gister ging parkeren
Op 25 november 2018 het volgende gesprek plaats: [90]
[gebruikersnaam] : Kan ik dinsdag vrij nemen Mijn vriendin is dan jarig
P: Voo bro dinsdag is lastig man elke dinsdag is andere vrij want hij heeft dan geen
oppas heb je geen andere dag hij is elke dinsdag vrij
Op 11 januari 2019 vond het volgende gesprek plaats: [91]
[gebruikersnaam] : Laatste was [adres] KL
P: Oke
[gebruikersnaam] : KL
P: Waar ben je
[gebruikersnaam] : Bijna bij [verkoper]
P: Oke snel is druk
[gebruikersnaam] : Is goed.
Van de gebruikte bewoording 'Kl' in het boven getoonde gesprek stelt de politie dat dit gebruikt werd om met elkaar te communiceren bij het verhandelen van verdovende middelen. Vanuit de context kan volgens de politie worden opgemaakt dat 'Kl' staat voor klaar. [92]
Doorzoekingen [observatie adressen] , auto [verdachten (broers)] en opslagbox
61. In het onderzoek naar de in de anonieme brief genoemde kentekens hebben politie en justitie vanaf 4 april 2019 enkele van deze kentekens gekoppeld aan voertuigen en voorzien van peilbakens. Uit de analyse van deze bakengegevens bleek dat enkele van deze voertuigen zich ophielden op de [observatie adressen] . [93] Tijdens een observatie op 23 april 2019 gericht op het pand aan voornoemd adres werd waargenomen dat rond 16:25 uur een auto op naam van [verdachten (broers)] voor het pand stopte, een persoon uitstapte, het pand betrad en om 16:46 uur weer weg ging. [94] Diezelfde dag vond rond 20:30 uur een doorzoeking plaats in dit pand, hetgeen een garage betrof. De garage bleek volgens de eigenaar van het pand gehuurd te worden door [andere verdachte] [achternaam verdachte] . [95] Dit bleek ook uit het huurcontract, waarin [andere verdachte] [achternaam verdachte] als huurder stond vermeld. [96] Uit onderzoek van het NFI aan monsters van dit witte poeder, bleek het telkens cocaïne te betreffen. [97]
62. In een doos in de garage werden vijf plastic zakjes met briefgeld (naar later bleek: € 32.090,-) aangetroffen. [98] Verder werd een grote blauwe AH-boodschappentas aangetroffen met zakjes met automaterialen en daaronder verschillende zakjes met muntgeld (naar later bleek: € 2.067,10). [99] Ook werd een plastic tas van Hoogvliet aangetroffen met gripzakken met daarin witte ponypacks en plastic zakjes met daarin blauwe pillen. [100]
In negen gripzakken zaten grote en kleine gevouwen ponypacks met de merknaam " [opdruknaam]
". Alle ponypacks bleken wit poeder te bevatten. In totaal zaten er in de gripzakken 200 kleine ponypacks, 177 grote ponypacks en 149 grote ponypacks met daarin ook een kleine ponypack.
In zeven gripzakken zaten 3871 blauwkleurige tabletten met een totaalgewicht 1910,3 gram. [101] De blauwkleurige tabletten waren diamantvormig en hadden een ' [logo] ' logo. Uit onderzoek van het NFI bleken deze blauwe tabletten MDMA te bevatten. [102]
63. Daarnaast werden in een vuilniscontainer in de garage 28 plastic zakjes aangetroffen, met daarop geschreven namen als [gebruikersnaam] en [verkoper] . Die namen vertonen gelijkenissen met contacten uit de telefoon van [verdachte] ( [gebruikersnaam] en [verkoper] ). Voorts werden in de auto’s van [andere verdachte] , [andere verdachte] en [andere verdachte] verdovende middelen aangetroffen die in vergelijkbare zakjes waren verpakt. [103] Voorts werd in het pand aan de [observatie adressen] 7a een doos aangetroffen met 15 Nokia C2-01 telefoondoosjes met telefoons. Veertien telefoons zagen er nieuw en ongebruikt uit. [104]
64. Verder heeft de politie de onder [verdachten (broers)] in beslag genomen VW Tiguan (kenteken [kenteken] ) doorzocht. Uit dit onderzoek bleek dat de spiegelschakelaar los zat en dat onder deze schakelaar een ruimte zichtbaar was. In deze ruimte zat een plastic zak met ponypacks, een soortgelijke plastic zak met bankbiljetten (naar later bleek: € 5.365,--) [105] , een plastic zak met meerdere ponypacks, en een plastic zak met blauwe pillen. [106] De inhoud van de ponypacks en de blauwe pillen zijn opgestuurd naar het NFI voor toxicologisch onderzoek. [107] Volgens onderzoek van het NFI bleken alle ponypacks cocaïne en de blauwe pillen MDMA te bevatten. [108]
65. Hierop volgend is op 23 april 2019 de woning van [verdachten (broers)] aan de [adres] in [plaats delict] doorzocht. Daar werden onder meer een Shurgard-contract, een aantal telefoons en simkaarten, en € 2.600,- in beslag genomen. [109] Het Shurgard-contract, op naam van de vriendin van [verdachten (broers)] , verwees naar opslagbox nummer [nummer van opslagruimte] bij Shurgard aan de [adres] te [plaats delict] . Deze opslagruimte werd op 24 april 2019 door de politie doorzocht en daar werden onder andere 75.600 stuks ponypacks van het merk [opdruknaam] aangetroffen en 14 kilopotten Vitablend Inositol [110] , hetgeen volgens rapportage van het NFI versnijdingsmiddel betreft. [111]
Toetsingskader deelname aan een criminele organisatie
66. Onder een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht en/of artikel 11b van de Opiumwet wordt verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de desbetreffende verdachte en ten minste één ander persoon. Vast moet komen te staan dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Voor het bewijs van het oogmerk zal onder meer betekenis kunnen toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzame of gestructureerde karakter van de samenwerking – zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie – en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
67. Van deelneming aan een criminele organisatie is sprake, indien de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk, dan wel deze gedragingen ondersteunt. Een deelnemingshandeling kan bestaan uit het (mede)plegen van enig misdrijf, maar ook uit het verrichten van hand- en spandiensten, zolang van hiervoor bedoeld aandeel of ondersteuning kan worden gesproken. Voor deelneming is voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Enige vorm van opzet op de door de organisatie beoogde concrete misdrijven is niet vereist.
Conclusie deelname aan criminele organisatie
68. De rechtbank overweegt dat op grond van voornoemde bewijsmiddelen bewezen kan worden verklaard dat [verdachten (broers)] , [verdachte] en [andere verdachte] [achternaam verdachte] gedurende een langere periode een samenwerkingsverband hebben gevormd dat zich heeft bezig gehouden met de georganiseerde handel in verdovende middelen. De rechtbank betrekt daarbij in het bijzonder de chatgesprekken zoals genoemd onder 57 en 58 tussen [verdachten (broers)] en [verdachte] waarin zij veelvuldig onderling contact hebben over het de werkzaamheden en het functioneren van koeriers met betrekking tot de handel in verdovende middelen en het bijhouden van een administratie. Uit de chatgesprekken blijkt dat sprake is van afstemming en overleg over verschillende aspecten die verband houden met de handel in verdovende middelen in georganiseerd verband. Zij spreken immers over benodigdheden zoals voertuigen, telefoons en simkaarten, waar blijkens het telecomonderzoek en de verklaring van getuige [anonieme getuige] en afnemers veel gebruik van is gemaakt. Daarnaast bespreken zij werktijden, in die zin dat zij bepalen wie wanneer pauze, tijd om te eten en of een vrije dag kan nemen. Voor de duurzame aard van het samenwerkingsverband is voorts redengevend dat de onder de medeverdachten [andere verdachte] , [andere verdachte] en [andere verdachte] aangetroffen verdovende middelen en geldbedragen uit het zicht van de politie en pas na grondig onderzoek in verborgen ruimtes in de voertuigen zijn ontdekt. De rechtbank overweegt dat de garage op naam van [andere verdachte] [achternaam verdachte] aan de [observatie adressen] hierin een belangrijke schakel is geweest. De rechtbank betrekt in haar oordeel dat de in voornoemde garage aangetroffen verdovende middelen overeenkomen met de verdovende middelen zoals aangetroffen onder verdachten [andere verdachte] , [andere verdachte] en [andere verdachte] alsook met de verklaring van [andere verdachte] dat hij in die loods bevoorraad zou zijn en geldbedragen moest afgeven. Bovendien bleek de verpakking van de verdovende middelen overeen te komen met de verpakkingen van ponypacks zoals aangetroffen in de opslagbox te [adres] , die op naam stond van de vriendin van [verdachten (broers)] . Al deze handelingen, in onderling verband bezien, beogen enkel en alleen verwezenlijking van gedragingen, in lijn met het oogmerk van de organisatie, te weten de handel in verdovende middelen. Voor alle verdachten geldt dat zij een direct en wezenlijk aandeel hierin hebben gehad, zodat het geen nader betoog behoeft dat zij bekend waren met het oogmerk van de organisatie. Voor wat betreft de periode waarin de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan dit feit, sluit de rechtbank aan bij de overweging ten aanzien van het medeplegen van de handel in verdovende middelen (onder 55), inhoudende dat bewezen kan worden verklaard dat de verdachten zich tenminste in de ten laste gelegde periode – maar niet een aaneengesloten periode – hieraan schuldig hebben gemaakt. De rechtbank acht aldus wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 4 ten laste gelegde feit.

Onderzoek [onderzoeksnaam] (medeplegen van bedreiging en mishandeling)

69. Op 7 maart 2019 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van bedreiging en mishandeling en onder meer het volgende verklaard. Hij was die dag rond 19:30 uur in een woning aan de [adres] te [plaats delict] toen er werd geklopt op de deur. Hij deed de deur open en daar stond een Hindoestaanse man voor de deur die tegen hem zei ‘dat hij wel wist waar dit over ging’ en een vuurwapen op zijn hoofd richtte. Vervolgens raakte de aangever en de man in een worsteling waarbij over en weer werd geslagen. De man werd omschreven als een Hindoestaanse man van 32/33 jaren oud, een dik postuur, 1,75 meter lang, zwart haar, een donkere trainingsbroek en donkere jas met bontkraag. [112] Verbalisanten die ter plaatse waren gekomen, zagen bij [slachtoffer] een rode verkleuring rond zijn rechter oog. [113]
70. Op 7 maart 2019 heeft [getuige] als getuige een verklaring afgelegd en onder meer het volgende verklaard. [slachtoffer] was die dag in zijn woning en op enig moment ging [getuige] de hond uitlaten en naar de coffeeshop. Toen hij door de portiekdeur de straat op liep, zag hij een Hindoestaanse man met capuchon op de portiekdeur binnengaan die hij zojuist had verlaten. [getuige] herkende de persoon als de dealer van [dealer] , die recent betrokken zou zijn geweest bij een ripdeal. Hij gaf het volgende signalement door van de Hindoestaanse man: 1,75 meter lang, 30 tot 35 jaren oud, vol postuur, grijze/donkerblauwe jas met bontkraag en meestal rijdend in een donkerblauwe Q5.
71. Zoals onder 14 is weergegeven is bij de aanhouding van [verdachte] een iPhone aangetroffen en zijn in die telefoon WhatsAppgesprekken aangetroffen, gevoerd rond 7 maart 19:30 uur. Volgens de politie kunnen die gesprekken in verband worden gebracht met voornoemde aangifte. Zo vond op 7 maart 19:24 uur het volgende gesprek plaats tussen [verdachte] en [andere verdachte] (hierna weergegeven als [achternaam verdachte] en Ab) [114] :
[achternaam verdachte] : Kom naar [adres] nu.
Ab: Ok. Ik kom nu. Ben richt daar
Ab: Waar ben je dan. Waar ben je. Wat is er gebeurd?
Op 7 maart 2019 rond 19:24 uur vond het volgende gesprek plaats tussen [verdachte] en ‘ [andere verdachte] ’ (hierna weergegeven als [achternaam verdachte] en [andere verdachte] ) [115] :
[achternaam verdachte] : Kom naar [adres] nu.
[andere verdachte] : Ok.
[andere verdachte] ; Ik laaf alles zitten dan ja. Ik kom nu gelijk daarheen.
[andere verdachte] : Yo. [gebruikersnaam] . Waar ben je.
[andere verdachte] .' Yo popo is hier. Ze hebben jouw auto, ze weten jouw auto. Ze zoeken 05. Zo'n Jongen met een hond. Hij heb alles doorgegeven. Hij zegt Surinaamse jongen met Q5. Popo zoekt jou. Let op bro.
[achternaam verdachte] : Ga weg van daar. Ga weg van daar.
(…)
[andere verdachte] ; Ja dr was daar zo'n jongen met een hond. Hij heb tegen hun gezegd.. Het is een Surinamer met Q5, tegen die kanker zwervers. Dus let op bro.
Op 8 maart 2019 vond het volgende gesprek plaats:
Ab: Yo Fakka dan met gisteren dan? Hebben jullie die flikkers gepakt of wat?
[achternaam verdachte] : Bij die osso, die jongens waren daarzo. Toen ik ging aanbellen zijn hun die huis uit gevlucht, maar hun hebben een junkie in die osso gezet. Maar die junkie hij ging kanker politie bellen. Hij ging kanker stoer doen. Ja toen heeft ie een paar kanker beuken gekregen, snap je ? Hij ging politie bellen.
72. De rechtbank leidt uit voornoemde bewijsmiddelen, tezamen en in onderling verband bezien, af dat [verdachte] betrokken is geweest bij een vechtpartij met [slachtoffer] en zich aldus schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer] . De rechtbank betrekt daarbij in het bijzonder het opgegeven signalement en de chatberichten die [verdachte] naar anderen heeft verstuurd, waarbij opmerking verdient dat het adres [adres] grenst aan de [adres] . De rechtbank is op grond hiervan van oordeel dat [verdachte] in de gesprekken het adres van aangever heeft bedoeld. De rechtbank spreekt vrij van het ten laste gelegde medeplegen, nu niet is gebleken dat de mishandeling is uitgevoerd in nauwe en bewuste samenwerking met een of meer anderen.
73. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich daarnaast ook schuldig heeft gemaakt aan een bedreiging van [slachtoffer] , nu de enkele verklaring van aangever daarover onvoldoende wettig bewijs oplevert, nog daargelaten dat de verklaring van aangever op cruciale onderdelen niet overeenkomt met de inhoud van het 112-gesprek dat hij met de meldkamer voerde. De rechtbank zal [verdachte] van de bedreiging van [slachtoffer] vrijspreken.
Witwassen van € 2.789,80 en € 11.500,- op 26 maart 2019 in [plaats delict]
74. Na de aanhouding van [verdachte] heeft de politie op 26 maart 2019 zijn vermoedelijke verblijfplaats doorzocht, te weten [observatie adressen] te [plaats delict] . Op dit adres woont zijn vriendin, [naam vriendin] . De politie vermoedt dat [verdachte] op dit adres verblijft, omdat er onder meer verschillende poststukken op zijn naam, een schoudertas met daarin zijn paspoort en mannenkleding en mannenschoenen zijn aangetroffen. [116] In deze woning werden de volgende contante geldbedragen aangetroffen: een zakje met € 3.000,-- in een tasje in de gangkast, een zakje met € 5.000,-- in de kast in de ouderslaapkamer en een zakje met € 3.050,-- in de kast in de ouderslaapkamer. Er werd dus in totaal € 11.050,-- aangetroffen. Het zakje met € 3.000,-- werd door de bewoonster [naam vriendin] aan de politie overhandigd nadat haar gevraagd was of er geld in de woning aanwezig was. Zij vertelde daarbij dat dit spaargeld van haar kinderen was. [117] Zij wist niet van de overige aangetroffen gelden. [118] Zij heeft verder bij de politie verklaard dat zij niet samenwoont met [verdachte] , maar dat hij ongeveer drie keer per week bij haar verblijft. [119] Ter terechtzitting heeft [verdachte] verklaard dat de € 3.000,-- spaargeld van de kinderen betrof. Bij de aanhouding van [verdachte] werd bovendien € 2.789,80 in contanten aangetroffen in coupures van 23x € 50,-, 48x € 20,-, 57x € 10,-, 17x € 5,- en wat muntgeld. [120]
75. [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de geldbedragen die bij zijn aanhouding en in de woning aan de [adres] zijn aangetroffen, heeft verdiend met zijn eenmanszaak in auto-elektrotechniek en op die manier aan contant geld was gekomen. Hij kon van zijn werkzaamheden echter geen administratie overleggen.
76. Ten aanzien van het ten laste gelegde witwassen op grond van artikel 420bis lid 1 sub b Sr zal moeten worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Voor het bewijs van witwassen kan gebruik worden gemaakt van zogeheten witwastypologiëen. Het gaat hierbij om min of meer objectieve kenmerken, die naar de ervaring leert, duiden op het witwassen van opbrengsten van misdrijven. Aan deze kenmerken kan een vermoeden van witwassen worden ontleend.
Indien sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld en/of de goederen. Een dergelijke verklaring dient concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn. Het ligt vervolgens op de weg van het openbaar ministerie om nader onderzoek te doen naar de uit de verklaring van de verdachte blijkende alternatieve herkomst van het geld en/of de goederen, indien de door de verdachte gegeven verklaring daar voldoende aanleiding voor geeft.
77. De rechtbank is van oordeel dat uit voornoemde feiten en omstandigheden een vermoeden van witwassen kan worden afgeleid. Dit vermoeden van witwassen blijkt – kort gezegd – uit het feit dat [verdachte] grote hoeveelheden contant geld voor handen heeft gehad, in coupures die gangbaar zijn in de handel in verdovende middelen zonder daartegenover een verifieerbare verklaring over de herkomst van dat geld tegenover te stellen.
78. Op grond hiervan en op basis van het uitblijven van een door [verdachte] gegeven concrete verifieerbare verklaring voor de legale herkomst van de geldbedragen (anders dan de enkele verklaring over zijn eenmanszaak), acht de rechtbank bewezen dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte geldbedragen en voorwerpen voorhanden heeft gehad die afkomstig zijn uit enig misdrijf.
79. De rechtbank overweegt dat op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband kan worden gelegd tussen de geldbedragen en een of meer bepaalde misdrijven. Dat de geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig zijn, kan niettemin bewezen worden geacht indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat de geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig zijn.
80. Ten aanzien van de in de tenlastelegging opgenomen geldbedragen moet voorts worden vastgesteld of [verdachte] deze heeft verworven, voorhanden heeft gehad, overgedragen, omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt om tot een bewezenverklaring te kunnen komen van witwassen op grond van artikel 420bis lid 1 sub b Sr. Op grond van voornoemde bewijsmiddelen kan bewezen worden verklaard dat hij deze geldbedragen voorhanden heeft gehad en dat het vermoeden van witwassen ten aanzien van deze geldbedragen door de verklaring van de verdachte onvoldoende is weerlegd. Dit betekent dat [verdachte] schuldig zal worden verklaard voor witwassen voor het gehele geldbedrag dat bij zijn aanhouding werd aangetroffen. Ten aanzien van de in de woning aangetroffen geldbedragen acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] deze geldbedragen voorhanden heeft gehad, met uitzondering van het geldbedrag (€ 3.000,-) dat de vriendin van [verdachte] desgevraagd bij de doorzoeking door politie en justitie aan de verbalisanten overhandigde. Dit betekent dat [verdachte] schuldig zal worden verklaard voor witwassen van € 2.789,80 (het bedrag aangetroffen bij zijn aanhouding) en € 8.050,-- (het bedrag aangetroffen in de woning van [naam vriendin] ).
Witwassen € 65.587,75 (onderzoek [onderzoeksnaam] )
Toetsingskader witwassen
81. De rechtbank stelt met betrekking tot het bij de bewijslevering te hanteren toetsingskader het volgende voorop. De ten laste gelegde periode van witwassen is aanmerkelijk langer en gaat bovendien voor een groot deel vooraf aan de periode waarvan is bewezenverklaard dat de verdachte zich heeft beziggehouden met de handel in verdovende middelen (onderzoek [onderzoeksnaam] ). In het kader van het onderzoek naar geconstateerde al dan niet verdachte geldstromen, die niet in verband zijn te brengen met enig concreet strafbaar feit, dient het toetsingskader gehanteerd te worden dat ziet op het geval waarin witwassen wordt verweten, terwijl geen direct bewijs voor inkomsten uit een brondelict aanwezig is. Dit toetsingskader is reeds weergegeven onder 76.
Vermoeden van witwassen
82. Onderzoek [onderzoeksnaam] is gestart op 12 december 2016 en was gericht op de handel in verdovende middelen, voorbereidingshandelingen daarvan en het witwassen van de uit de handel gegenereerde opbrengsten. Gebleken was dat een broer van [verdachte] , [voorletters broer] [achternaam verdachte] (geboren in 1981), afspraken had in de woning aan de [adres] in [plaats delict] met criminele contacten welke antecedenten hebben op het gebied van verdovende middelen. Op 4 oktober 2017 is voornoemde woning doorzocht. Bij de doorzoeking werd ruim € 22.000,- aan contant geld aangetroffen dat op verschillende plekken in de woning lag verstopt. Ook werd dure merkkleding met een geschatte waarde van tussen de € 30.000,- en € 40.000,- aangetroffen. [verdachte] was een van de bewoners van voornoemde woning. Onder hem is een bedrag van € 221,27 aan contant geld en een Audi SQ5 in beslag genomen. [121] Deze auto stond op naam van [verdachte] . In 2015 is onder hem ook een auto uit het duurdere segment in beslag genomen. Die auto had op dat moment een dagwaarde van naar schatting € 72.900. [122] Naar aanleiding van deze bevindingen is de politie nagegaan wat de inkomsten en de uitgaven van [verdachte] in de ten laste gelegde periode zijn. Deze zijn uitgewerkt in een eenvoudige kasopstelling. Uit deze kasopstelling blijkt dat [verdachte] een fors bedrag aan contant geld heeft uitgegeven waarvan de herkomst niet verklaarbaar is. [123]
83. De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, zijn naar het oordeel van de rechtbank van dien aard dat zij het vermoeden van witwassen rechtvaardigen. Van de verdachte mag worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring voor de herkomst van het geld geeft.
Kasopstelling
84. Het gebruik van een (eenvoudige) kasopstelling bij de beoordeling of er sprake is geweest van witwassen is in de jurisprudentie algemeen aanvaard. De kasopstelling heeft uitsluitend betrekking op contante geldstromen. De totale contante uitgaven worden afgezet tegen de beschikbare legale contante gelden. Van contant geld kan niet meer worden uitgegeven dan er binnenkomt. Een groot verschil tussen de contante uitgaven en het legaal verklaarbare contante inkomen, wijst op het bestaan van een onbekende contante inkomstenbron.
85. De raadsvrouw heeft in onderhavige zaak naar voren gebracht dat de eenvoudige kasopstelling een onvoldoende en onjuist inzicht geeft in de omvang van de uitgaven van de verdachte. Zij heeft deze stelling evenwel niet nader onderbouwd of gepreciseerd en daarom zal de rechtbank dit verweer verwerpen.
86. Uit het Rapport berekening wederrechtelijke verkregen voordeel kasopstelling blijkt het volgende. [124]
Beginsaldo contant geld
87. Aangezien ieder persoon kan beschikken over een bepaald bedrag in contanten is voor de kasopstelling uitgegaan van een beginsaldo van € 527,-.
Beschikbaar voor het doen van uitgaven
88. Uit de door de ING verstrekte bankafschriften van de zakelijke rekening en de privé rekening van [verdachte] blijkt dat in 2015 en 2016 in totaal een bedrag van € 2.050,- aan contanten is opgenomen. Onder [verdachte] is € 221,27 aan contant geld in beslag genomen. [125] Dit bedrag wordt in de eenvoudige kasopstelling als het eindsaldo van het totale contante vermogen gerekend. Het totaalbedrag dat contant voor [verdachte] beschikbaar was voor het doen van uitgaven komt, inclusief het beginsaldo, in de kasopstelling uit op € 2.355,73,-.
Contante uitgaven
89. In de periode van 2015 tot en met april 2018 werd er in totaal voor € 46.190,- aan contanten gestort op de rekeningen van de verdachte. [126] In deze periode zijn verschillende bedragen die [verdachte] moest betalen, te weten € 4.767,56 premie voor zijn zorgverzekering [127] , € 6.188,- premie voor motorrijtuigenbelasting [128] en € 1.446,50 voor acht bekeuringen van het Centraal Justitieel Incassobureau [129] , betaald via een rekening van [winkelnaam] . Het is volgens de politie aannemelijk dat [verdachte] deze bedragen ter plaatse contant heeft betaald. De politie vermoedt ook dat [verdachte] in maart 2016 samen met zijn broer [andere verdachte] [achternaam verdachte] naar Suriname en weer terug is gevlogen en dat zij een soortgelijke prijs voor hun vliegticket hebben betaald, te weten een bedrag van
€ 1.651,42. [130]
90. Tot slot heeft de verdachte op 6 september 2017 een bedrag van € 7.000,- geleend van [naam geldgever] voor de aanbetaling van een Audi SQ5. [131] [naam geldgever] is als getuige gehoord en zij heeft verklaard dat zij [verdachte] geld heeft geleend voor zijn nieuwe auto. [132] Volgens [naam geldgever] heeft [verdachte] de lening in zijn geheel afbetaald, inclusief de afgesproken rente van 10%. Zij had hem
€ 7.000,- geleend en heeft van hem € 7.700,- terugbetaald gekregen, in contanten. [133]
91. In totaal is volgens de kasopstelling een bedrag van € 67.943,48 aan contante uitgaven gedaan door [verdachte] .
92. Met betrekking tot het vliegticket heeft de raadsvrouw ter zitting naar voren gebracht dat deze is betaald door [naam vriendin] , de vriendin van [verdachte] . Ter onderbouwing zijn enkele bankafschriften, waaruit blijkt dat zij in december 2015 en januari 2016 contant geld heeft opgenomen, overgelegd. De rechtbank merkt op dat de opnamen van het contante geld enkele maanden voorafgaand aan de reis naar Suriname zijn gedaan. Echter, niet uitgesloten kan worden dat dit geld voor de aanschaf van de vliegticket is gebruikt. Daarom zal de rechtbank een bedrag van € 1.651,42 in mindering brengen op het totale bedrag aan contante uitgaven, hetgeen met zich meebrengt dat een bedrag van € 66.292,06 aan contante uitgaven resteert.
Tussenconclusie
93. De conclusie die volgt uit het voorgaande is dat de herkomst van een bedrag van
€ 63.936,33 dat [verdachte] contant heeft uitgegeven niet verklaarbaar is. Hiervoor wordt het totaalbedrag aan uitgaven van € 66.292,06,- afgetrokken van het beschikbare legale contante vermogen van € 2.355,73,- (startsaldo van € 527,- plus de legale contante ontvangsten van € 2.050,- minus het bij de verdachte aangetroffen bedrag van € 221,27-). Er ontstaat dan een negatief verschil van € 63.936,33.
Verklaring van de verdachte
94. [verdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij sinds tweeëneenhalf jaar een eigen bedrijf heeft, [bedrijfsnaam verdachte] , waarmee hij tussen de € 1.500,- en € 2.000,- per maand verdient. Soms krijgt hij zijn geld direct uitbetaald en soms krijgt hij het geld op zijn rekening gestort. Zijn werkzaamheden bestaan uit het uitlezen van apparatuur en storingen. Hij heeft daarvoor een computer, verschillende kabels en een multimeter. Ter zitting heeft hij verklaard dat de politie niet alle apparatuur die hij gebruikt voor zijn werkzaamheden in beslag heeft genomen.
95. Voor zover mogelijk heeft de politie de verklaring van de verdachte geverifieerd. De politie komt tot de conclusie dat het zeer aannemelijk is dat het bedrijf [bedrijfsnaam verdachte] een lege huls is. Bij de doorzoeking van de woning van de verdachte, tevens het vestigingsadres van zijn bedrijf, zijn geen administratie en bedrijfsbenodigdheden gevonden. [134] Op de laptop die bij de verdachte in gebruik was, is geen software geïnstalleerd die gebruikt wordt om storingen van auto’s uit te lezen. [135] In de auto van de verdachte werd een map met daarin acht facturen van het bedrijf aangetroffen. Hierbij viel het de politie op dat er geen facturen van het jaar 2016 zijn en dat er geen enkele factuur is betaald via een bankrekening. [136]
96. [verdachte] heeft zijn eigen verklaring ook niet nader onderbouwd. De beweerdelijk genoten inkomsten blijken niet uit bankgegevens. Evenmin heeft hij gezegd – voor zover hij contant betaald kreeg voor zijn werkzaamheden – welke bedragen hij ontving, van wie, en wanneer. Voorts had het op zijn weg gelegen om apparatuur aan de politie te overhandigen waaruit zou kunnen blijken met welke bedrijfsactiviteiten hij zich bezighield en welke inkomsten hij daar precies mee genereerde.
Conclusie
97. Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van de verdachte onvoldoende aannemelijk is om het vermoeden van witwassen te weerleggen. Dit maakt dat de rechtbank van oordeel is dat het niet anders kan zijn dat het bedrag van € 63.936,33 onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is. De verdachte heeft gebruik gemaakt van dit geld en dit omgezet in luxegoederen, zoals auto’s.
98. De rechtbank verklaart wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] een geldbedrag van € 63.936,33 heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat het een onmiddellijk of middellijk van misdrijf afkomstig geldbedrag was.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van [verdachte] bewezen dat:
parketnummer 09/842086-19:
1
hij in de periode van 1 september 2017 tot en met 26 maart 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid xtc pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde cocaïne en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de hij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij op 26 maart 2019, te 's-Gravenhage, een voorwerp, te weten een geldbedrag van EUR 2789,80, voorhanden
heeftgehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
3
hij op 26 maart 2019 te 's-Gravenhage een geldbedrag, te weten een bedrag van EUR
8.05,- voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist, dat het een - onmiddellijk of middellijk - van misdrijf afkomstig geldbedrag betrof;
4
hij in de periode van 1 september 2017 tot en met 26 maart 2019 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten onder andere [voorletters broer] [achternaam verdachte] (geboren [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ) en [voorletters] [achternaam verdachte] (geboren [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] ) en [voorletters] [achternaam verdachte] (geboren [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] ), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde en vierde lid van de Opiumwet;
parketnummer 09/837315-19:
2
hij op 7 maart 2019 te 's-Gravenhage [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] op het gezicht/hoofd te slaan;
parketnummer 09/767345-17:
1
hij in de periode van 1 januari 2015 tot en met 30 april 2018, te 's‐Gravenhage, althans in Nederland, een geldbedrag van
63.936,33euro, heeft omgezet en/of
daarvangebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat
geldbedraggeheel of gedeeltelijk ‐ onmiddellijk of middellijk ‐ afkomstig was uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.
De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
99. Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van de verdachte
100. De verdachte is eveneens strafbaar omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
De strafoplegging
101. Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
102. De verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim anderhalf jaar schuldig gemaakt aan het deelnemen aan een criminele organisatie die tot doel had het plegen van Opiumwetdelicten. Aangenomen mag worden dat de organisatie erop uit is geweest geldelijk gewin te behalen, zonder daarbij oog te hebben voor de schade die het gebruik van harddrugs aan de volksgezondheid toebrengt. Harddrugs leveren immers, eenmaal in handen van gebruikers, grote gevaren op voor de gezondheid van die gebruikers. Omdat het gebruik van harddrugs kostbaar is en de verslaving leidt tot toenemend gebruik, nemen verslaafden vaak hun toevlucht tot criminele activiteiten om hun gebruik te bekostigen, waardoor aan de samenleving veel schade wordt toegebracht. Verder leidt de handel in verdovende middelen ook tot georganiseerde misdaad en (zeer) ernstige misdrijven.
103. De verdachte heeft binnen de organisatie een leidende en coördinerende rol gehad. De verdachte en zijn twee broers beheerden de (doorgeschakelde) dealtelefoon en zorgden ervoor dat de inkomende telefoontjes van gebruikers werden beantwoord. Vervolgens stuurden zij een aantal koeriers (in 2019 lijken dat er zes te zijn geweest) aan, die de drugs vervolgens afleverden bij de gebruikers. Overigens bezorgde de verdachte ook zelf drugs bij afnemers. De koeriers werkten in diensten, waarbij werd gecoördineerd wie op welke tijden werkte en wie wanneer pauze nam. Over de opzet en aansturing van de deallijn was duidelijk goed nagedacht. Gebruikers waren geïnstrueerd niet over drugs te spreken als zij met de deallijn belden, maar enkel hun locatie te noemen. Die locatie werd vervolgens door de verdachte of zijn broers met een ander telefoonnummer doorgestuurd aan de koeriers, die contact opnamen met de gebruiker om de exacte locatie waarop de drugs zouden worden afgeleverd af te stemmen. De auto’s van de koeriers waren op telkens eenzelfde manier voorzien van verborgen ruimtes waarin de drugs en het geld konden worden opgeborgen, waarmee de kans op ontdekking van de drugs werd geminimaliseerd.
104. Door op deze doordachte en gestructureerde manier te werk te gaan, heeft de deallijn ruim anderhalf jaar kunnen bestaan (met een onderbreking medio 2018). Gelet op het aantal betrokkenen bij de deallijn en de tijden waarop de deallijn actief was – tussen 12 uur ’s middags en 4 uur ’s nachts – moet er in deze periode veel drugs zijn afgeleverd. Ook de omstandigheid dat bij een doorzoeking van een Shurgardbox aan de ’s- [adres] 75.600 [opdruknaam] zijn aangetroffen, zegt iets over de omvang en intensiteit van de deallijn. De deallijn bezorgde in heel [plaats delict] , [adres gebruiker] , [adres] en [plaats] .
105. De verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het witwassen van in totaal bijna € 75.000,-. Witwassen tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan en vormt daarmee een ernstige bedreiging van de legale economie. Geld dat wordt verdiend met het plegen van strafbare feiten maakt onderdeel uit van het zwartgeldcircuit en kan een ontwrichtende werking hebben op de samenleving.
106. Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een mishandeling van iemand waarvan hij – ten onrechte – dacht dat deze betrokken was bij de beroving van een van de koeriers van de deallijn. De verdachte heeft aldus een inbreuk gemaakt op de lichamelijk integriteit van het slachtoffer. Een dergelijke vorm van eigenrichting is ontoelaatbaar.
107. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij deze feiten in een langere periode heeft gepleegd. Daaraan is slechts een einde gekomen doordat hij door de politie werd aangehouden.
108. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden is.
109. Aangezien het vonnis in deze zaak dateert van ruim 27 maanden na de aanhouding van de verdachte, is de redelijke termijn voor berechting in eerste aanleg overschreden. De rechtbank volstaat, met inachtneming van de omvang en complexiteit van het onderzoek en de geringe duur van deze overschrijding, met de enkele constatering daarvan.
110. De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van de verdachte van 7 juni 2021, waaruit blijkt dat de verdachte in de vijf jaren voorafgaand aan de onderhavige feiten is veroordeeld voor geweldsdelicten en witwassen. In het verdere verleden is hij veroordeeld voor onder meer Opiumwet- en geweldsdelicten. Voorts is acht geslagen op het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 20 oktober 2020, waarin de reclassering zich heeft onthouden van een strafadvies. De verdachte heeft zich bij de reclassering beroepen op zijn zwijgrecht, waardoor de reclassering tijdens het schorsingstoezicht geen inschatting heeft kunnen maken van verdachtes motivatie voor gedragsverandering.
111. De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf gelet op de oriëntatiepunten van het LOVS. Deze gaan bij het verkopen van gebruikershoeveelheden harddrugs vanuit een pand of op straat gedurende zes tot twaalf maanden met enige regelmaat uit van een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden. Dit oriëntatiepunt gaat uit van een alleen opererende dader. In dit geval is strafverzwarend dat het hier gaat om de handel in cocaïne en MDMA in georganiseerd verband, in welke organisatie verdachte een coördinerende rol had. In dit geval is bovendien een langere periode van de handel in cocaïne en MDMA bewezen verklaard, en zijn er aanwijzingen dat er aanzienlijke hoeveelheden werden verhandeld. De rechtbank zal voor het in georganiseerd verband dealen van cocaïne en MDMA in de bewezenverklaarde periode – waarbij wordt uitgegaan van een onderbreking van het dealen in 2018 – een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden tot uitgangspunt nemen. Daarnaast zal een gevangenisstraf voor het witwassen en de mishandeling worden opgelegd.
112. De rechtbank zal, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 40 maanden opleggen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
113. Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
114. De rechtbank zal de voorlopige hechtenis opnieuw schorsen, onder de algemene voorwaarde dat verdachte geen strafbare feiten zal plegen. De rechtbank meent dat het recidivegevaar aldus voldoende beheerst kan worden. Het persoonlijk belang dat de verdachte heeft bij het in vrijheid afwachten van de uitkomst van een eventuele appelprocedure, weegt thans zwaarder dan het strafvorderlijk belang.
De toepasselijke wetsartikelen
115. De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 47, 57, 300 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 11b van de Opiumwet en de daarbij behorende lijst I.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.
De beslissing
De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij parketnummer 09/837315-19 onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij parketnummers 09/842086-19, 09/767345-17 ten laste gelegde feiten en het bij parketnummer 09/837315-19 onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hiervoor bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van09/842086-19
1
. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;

2.witwassen;

3.witwassen;

4.
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 derde en vierde lid van de Opiumwet;
ten aanzien van09/837315-19

2.mishandeling;

ten aanzien van09/767345-17

1.witwassen;

verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
40 (veertig) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
schorst de voorlopige hechtenis van de verdachte onder de algemene voorwaarden dat de verdachte:
- zal meewerken aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht aanbiedt voor het vaststellen van zijn identiteit;
- geen strafbare feiten zal plegen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.M. Boogers, voorzitter,
mr. J. Montijn, rechter,
mr. J. Snoeijer, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. Siebrand, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 juli 2021.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
parketnummer 09/842086-19:
1
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2017 tot en met 26 maart 2019 te ‘s Gravenhage, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid xtc pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde cocaïne en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de hij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 26 maart 2019, te 's-Gravenhage, althans in Nederland, een voorwerp, te weten een geldbedrag van EUR 2789,80, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
3
hij op of omstreeks 26 maart 2019 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging, althans alleen, - van een geldbedrag, te weten een bedrag van EUR 11.500,-, de werkelijke aard en/of herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende op dat geldbedrag is, en/of - een geldbedrag, te weten een bedrag van EUR 11.500,- heeft verworven en/of
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet, terwijl hij, verdachte, eri/of zijn mededader(s) wist(en), dat het een - onmiddellijk of middellijk - van (al dan niet uit eigen) misdrijf afkomstig geldbedrag betrof;
4
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2017 tot en met 26 maart 2019 te ‘s Gravenhage, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een Organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) R.V [achternaam verdachte] (geboren [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ) en [voorletters] [achternaam verdachte] (geboren [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] ) en [voorletters] [achternaam verdachte] (geboren [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] ), welke Organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde en vierde Opiumwet;
Parketnummer 09/837315-19:
l
hij op of omstreeks 7 maart 2019 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] dreigend een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen en/of tegen het hoofd te zetten en/of op die [slachtoffer] te richten en/of (daarbij) die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen: "Ik schiet je kankerkop er af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
Hij op of omstreeks 7 maart 2019 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] op het gezicht/hoofd te slaan;
parketnummer 09/767345-17:
l
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van l januari 2015 tot en met 30 april 2018, te 's-Gravenhage, althans in Nederland, van een voorwerp, te weten een geldbedrag van 65.587,75 euro, de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of verhuld, en/of een voorwerp, te weten een geldbedrag van 65.587,75 euro, heeft verworven,
voorhanden gehad en/of omgezet, en/of van een voorwerp, te weten een geldbedrag van 65.587,75 euro gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2019109236 / DH2R019021 onderzoek [onderzoeksnaam] (doorgenummerd p. 1 tot en met 2433), het proces-verbaal met het nummer DH2R019016 onderzoek [onderzoeksnaam] (doorgenummerd p. 1 tot en met 73) en het proces-verbaal met het nummer DHRAA16070 onderzoek [onderzoeksnaam] , zaaksdossier witwassen verdachte: [voorletters] [achternaam verdachte] (doorgenummerd p. 1 tot en met 201) van de politie eenheid [plaats delict] , met bijlagen.
2.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 152 tot en met 154.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 168.
4.Proces-verbaal van bevindingen antecedenten, p. 1630.
5.Proces-verbaal inbeslagneming geld, p. 1641 en 1642.
6.Proces-verbaal van observatie dinsdag 26 maart 2019, p. 1009 en 1010.
7.Proces-verbaal bevindingen doorzoeking Audi Q5 [kenteken] , p. 1647 tot en met 1653.
8.Verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 7 juni 2021.
9.Proces-verbaal onderzoek Nokia telefoon, p. 1687 tot en met 1689.
10.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Sms-berichten Nokia, p. 1695 en 1696.
11.Proces-verbaal onderzoek verkeersgegevens Nokia IMEI-nummer, p. 1698 tot en met 1704.
12.Proces-verbaal onderzoek gebruiker(s) Nokia, p. 1705 tot en met 1707.
13.Proces-verbaal bevindingen handel iPhone [voorletters] [achternaam verdachte] september 2019 tot en met maart 2019, p. 1725 tot en met 1733.
14.Proces-verbaal bevindingen verkrijgen telefoonnummer [telefoonnummer] mogelijke deallijn, p. 202 tot en met 205.
15.Proces-verbaal tapgesprekken bestelling verdovend middelen [telefoonnummer] , p. 215 tot en met 219.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 264.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 265.
18.Proces-verbaal werkwijze deallijn [telefoonnummer] , p. 239 tot en met 245.
19.Proces-verbaal beschrijving werkwijze deallijn [telefoonnummer] , p. 239 tot en met 245.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1540 en 1541.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1542 en 1543.
22.Proces-verbaal verhoor getuige, p. 1546 tot en met 1549.
23.Proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 548 tot en met 552, proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [deallijn-nummer] , p. 558 tot en met 564 en proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 571 tot en met 580.
24.Proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 647 tot en met 653.
25.Proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 661 tot en met 672.
26.Proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 667.
27.Proces-verbaal van aanhouding, p. 1635.
28.Proces-verbaal van aanhouding, p. 1886 en 1887.
29.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1898 tot en met 1901 en proces-verbaal van identificatie gebruiker [telefoonnummer] , p. 691.
30.Proces-verbaal van identificatie gebruiker [telefoonnummer] , p. 690 tot en met 692 en proces-verbaal van vaststellen gebruiker 7716 / 4697, p. 693 tot en met 698.
31.Proces-verbaal van bevindingen, onderzoek verkeersgegevens [deallijn-nummer] , p. 725 tot en met 729,
32.Proces-verbaal bevindingen aangetroffen paparassen en huurder van [observatie adressen] 7 te [adres] , p. 1266.
33.Proces-verbaal onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 728 tot en met 734.
34.Proces-verbaal aanhouding, p. 39 en 40.
35.Proces-verbaal van bevindingen, p. 123 en 124.
36.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 94 tot en met 96.
37.Proces-verbaal analyse telecom gegevens [achternaam verdachte] , p. 157 en 158.
38.Proces-verbaal van aanhouding, p. 1772 tot en met 1774.
39.Proces-verbaal bevindingen fouillering [andere verdachte] [voorletters] [achternaam verdachte] p. 1810 en 1811 en proces-verbaal onderzoek beslag 1: [voorletters broer] [achternaam verdachte] (1986), p. 1820.
40.Proces-verbaal Onderzoek verkeersgegevens deallijn [telefoonnummer] , p. 581 tot en met 584.
41.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 643 tot en met 645.
42.Proces-verbaal onderzoek vaste gebruiker [telefoonnummer] , p. 636 tot en met 642.
43.Proces-verbaal onderzoek verkeersgegevens [deallijn-nummer] , p. 608 tot en met 613.
44.Proces-verbaal vaststelling identiteit verdachte [voorletters broer] [achternaam verdachte] , p. 545 tot en met 547 en proces-verbaal bevindingen whatsapp gesprek tegennummer [telefoonnummer] P, p. 513 tot en met 533.
45.Proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] /0, p. 626 tot en met 630.
46.Proces-verbaal van aanhouding, p. 2093.
47.Proces-verbaal van bevindingen, deals [andere verdachte] , p. 1121 tot en met 1123.
48.Tapgesprekken p. 1124 tot en met 1131.
49.Proces-verbaal van observatie, p. 1132 tot en met 1134.
50.Proces-verbaal p. 2198 tot en met 2200.
51.NFI-rapportage, p. 2201 en 2202.
52.Proces-verbaal van onderzoek personenauto, p. 2109 tot en met 2111.
53.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1517 tot en met 1524.
54.Proces-verbaal van verhoor T. [andere verdachte] p. 2120 tot en met 2127.
55.Proces-verbaal van bevindingen WhatsApp gesprek tegennummer [telefoonnummer] [andere verdachte] , p. 829 tot en met 835.
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1035.
57.Proces-verbaal onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 864 tot en met 868.
58.Proces-verbaal van aanhouding, p. 2035.
59.Proces-verbaal van bevindingen, deals [andere verdachte] , p. 1107 tot en met 1109.
60.Tapgesprekken p. 1110 tot en met 1120.
61.Proces-verbaal van aanhouding [gebruiker] , p. 2157.
62.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 2164 tot en met 2168.
63.Proces-verbaal van inbeslagname, p. 2177.
64.NFI-rapportage, p. 2180.
65.Proces-verbaal onderzoek personenauto [kenteken] , p. 2058 tot en met 2060.
66.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1506 tot en met 1513.
67.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 2076 tot en met 2087.
68.Proces-verbaal van bevindingen whatsapp gesprek tegennummer [telefoonnummer] [andere verdachte] , p. 741 tot en met 749.
69.Proces-verbaal van onderzoek identiteit ‘ [naam] ’, p. 750 tot en met 752.
70.Proces-verbaal van aanhouding, p. 1976.
71.Proces-verbaal van observatie, p. 1182 tot en met 1885.
72.Proces-verbaal van bevindingen, deals [andere verdachte] , p. 1137 tot en met 1142.
73.Proces-verbaal onderzoek gebruiker [telefoonnummer] , p. 820 tot en met 822.
74.Tapgesprekken, p. 1143 tot en met 1181.
75.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 2209.
76.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2221.
77.NFI-rapportage, p. 2225.
78.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1999 tot en met 2001.
79.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1495 e. [voorletters]
80.Proces-verbaal overzicht forensische vervolgonderzoeken, p. 5.
81.Proces-verbaal van bevindingen whatsapp gesprek tegennummer [telefoonnummer] ‘P’, p. 520.
82.Proces-verbaal van bevindingen whatsapp gesprek tegennummer [telefoonnummer] ‘P’, p. 526.
83.Proces-verbaal whatsappgesprek tussen [verdachten (broers)] en [verdachte] (bedrijfsvoering), p. 296 tot en met 331.
84.Proces-verbaal van bevindingen contact [gebruikersnaam] en [gebruikersnaam] , p. 919 en 920.
85.Proces-verbaal van bevindingen, p. 909 tot en met 918.
86.Proces-verbaal van bevindingen, p. 913.
87.Proces-verbaal van bevindingen, p. 916.
88.Proces-verbaal van bevindingen, p. 917.
89.Proces-verbaal van bevindingen, p. 347.
90.Proces-verbaal van bevindingen, p. 349.
91.Proces-verbaal van bevindingen, p. 354.
92.Proces-verbaal van bevindingen, p. 361.
93.Proces-verbaal bevindingen analyse voertuigen, p. 1223 en 1224.
94.Proces-verbaal van observatie [adres] 7, 23 april 2019, p. 1229.
95.Proces-verbaal bevinden aangetroffen paperassen en huurder van [observatie adressen] 7 te [adres] , p. 1261 tot en met 1266.
96.Proces-verbaal van bevindingen huurcontract [observatie adressen] 7a [adres] , p. 1267 en 1268.
97.Processen-verbaal met telkens als bijlagen verschillende NFI-rapporten, p. 1407 tot en met 1462.
98.Proces-verbaal van bevindingen geteld geld [observatie adressen] , p. 1289 en 1290.
99.Proces-verbaal telling in beslag genomen muntgeld [observatie adressen] 7 te [adres] , p. 1291 en 1292.
100.Proces-verbaal bevindingen doorzoeking [observatie adressen] 7 te [adres] , p. 1253 tot en met 1257.
101.Proces-verbaal, p. 1463 tot en met 1467.
102.NFI-rapportage, p. 1468.
103.Proces-verbaal aantreffen plastic zakjes koeriers, p. 1276 tot en met 1284.
104.Proces-verbaal van bevindingen doorzoeking [observatie adressen] 7 te [adres] , p. 1285 tot en met 1288.
105.Proces-verbaal bevindingen tellen geld aangetroffen in [kenteken] , p. 1855 en 1856.
106.Proces-verbaal bevindingen doorzoeking voertuig [kenteken] ( [verdachten (broers)] ), p. 1835 tot en met 1838.
107.Proces-verbaal van narcotica, p. 1475 tot en met 1477.
108.Rapportage NFI, p. 1485 tot en met 1491.
109.Proces-verbaal van doorzoeking te in beslagneming [adres] [plaats delict] ( [verdachten (broers)] ), p. 1785 tot en met 1787.
110.Proces-verbaal van doorzoeking, p. 1301 tot en met 1318.
111.Rapportage NFI, p. 1334.
112.Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 8 en 9.
113.Proces-verbaal van bevindingen, p. 34.
114.Proces-verbaal van bevindingen, p. 45 en 46.
115.Proces-verbaal van bevindingen, p. 67.
116.Proces-verbaal verblijfplaats [voorletters] [achternaam verdachte] , p. 1682 tot en met 1686.
117.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming [observatie adressen] [plaats delict] , p. 1654 en 1655.
118.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam vriendin] , p. 2284.
119.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam vriendin] , p. 2282.
120.Proces-verbaal inbeslagneming geld, p. 1641 en 1642.
121.Proces-verbaal d.d. 18 april 2019, p. 4.
122.Proces-verbaal d.d. 18 april 2019, p. 5 en 6.
123.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling d.d. 8 april 2019, p. 159 tot en met 165.
124.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling d.d. 8 april 2019, p. 159 tot en met 165.
125.Proces-verbaal d.d. 18 april 2019, p. 4.
126.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 april 2019, p. 58 en 59, met bijlage, p. 60; proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 april 2019, p. 61 en 62; proces-verbaal van bevindingen bankafschriften privé rekening d.d. 13 november 2017, p. 63 en 64, met bijlage p. 65; Proces-verbaal van bevindingen bankafschriften zakelijke rekening d.d. 13 november 2017, p. 66 en 67, met bijlage p. 68; proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 april 2019, p. 71 en 72;
127.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 januari 2018, p. 74; Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling d.d. 8 april 2019, p. 163.
128.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juni 2018, p. 75 en 76.
129.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2018 p. 77, met bijlage, p. 78.
130.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 februari 2018, p. 80.
131.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 18 december 2017, p. 44; een schriftelijke bescheid, te weten een “Leen overeenkomst” d.d. 6 september 2017, p. 157.
132.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 26 maart 2018, p. 153.
133.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 april 2019, p. 158.
134.Proces-verbaal van bevindingen kredietwaardigheid [bedrijfsnaam verdachte] d.d. 20 november 2017, p. 82 en 83.
135.Proces-verbaal van onderzoek datagegevens d.d. 22 januari 2018, p. 93 en 94.
136.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 april 2019, p. 95 en 96.