In deze zaak heeft eiseres, die een eetcafé exploiteert, verweerder verzocht om handhavend op te treden tegen de wachtrijen die ontstaan voor de deur van haar zaak door bezoekers van omliggende horecabedrijven. Verweerder heeft dit verzoek afgewezen, omdat er volgens hem geen sprake is van een overtreding van een publiekrechtelijke rechtsregel die handhaving rechtvaardigt. Eiseres stelt dat de wachtrijen haar bedrijfsvoering schaden en gevaarlijke situaties kunnen opleveren, maar verweerder heeft niet voldoende gemotiveerd waarom de door eiseres aangedragen juridische aanknopingspunten niet van toepassing zijn. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder alleen bevoegd is om handhavend op te treden bij overtredingen van wettelijke voorschriften en dat hij in deze situatie terecht heeft geconcludeerd dat er geen wettelijke grondslag is voor handhaving. De drukte in de straat is inherent aan het karakter van het uitgaansgebied en leidt niet tot onnodige overlast of hinder. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.