Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[Naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 november 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van een asielzoeker. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 27 juli 2021 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 9 september 2021, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, is de zaak behandeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de aanvraag van de verzoeker als ongeloofwaardig werd beschouwd, met tegenstrijdige en inconsistente verklaringen. Tevens werd opgemerkt dat de psychische problemen van de verzoeker niet voldoende waren onderbouwd. Op basis van deze overwegingen heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. J. de Winter als griffier. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.