Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[eisende partij sub 1] te [plaats 1] ,
[eisende partij sub 2]te [plaats 2] ,
[eisende partij sub 3]te [plaats 3] ,
1.[gedaagde sub 1] te [plaats 4] ,
[de B.V.] .te [plaats 4] ,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die op 3 november 2021 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, hebben eisers, slachtoffers van een schietincident, diverse vorderingen ingediend tegen gedaagden, waaronder de afgifte van dossiers en een verbod op communicatie met derden. De eisers hebben in 2011 overeenkomsten gesloten met gedaagden voor de behartiging van hun schadeclaims na het schietincident. Na twijfels over de integriteit van gedaagden hebben eisers de overeenkomsten opgezegd en zijn zij overgestapt naar een nieuwe advocaat, mr. J.M. Beer. Gedaagden hebben conservatoire beslagen gelegd, waarvoor eisers opheffing vorderen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat gedaagden verplicht zijn om de dossiers aan eisers af te geven en dat er voldoende spoedeisend belang is bij deze vordering. Daarnaast zijn de vorderingen tot het opgeven van vergoedingen en het verbieden van communicatie met derden toegewezen, omdat de overeenkomsten zijn geëindigd en er geen recht meer bestaat op communicatie over de claims. De voorzieningenrechter heeft de beslagen onder bankinstellingen opgeheven, maar de beslagen onder andere partijen blijven bestaan, omdat deze mogelijk schadevergoedingen kunnen uitkeren. De proceskosten zijn gecompenseerd.