Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoekster
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J. van Raak, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die haar bezwaar tegen de afwijzing van haar aanvraag om wijziging van het verblijfsdoel van haar verblijfsvergunning ongegrond had verklaard. Het bestreden besluit dateert van 7 juni 2021.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 17 september 2021, waarbij verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde en een tolk, A. Fawzy. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. E. El-Sharkawi. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening besproken, maar de voorzieningenrechter heeft besloten het verzoek af te wijzen.
De afwijzing is gebaseerd op de uitspraak van de rechtbank van 19 oktober 2021 in een gerelateerde zaak (NL21.10732), waarin het beroep van verzoekster al was behandeld. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.