Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J. van Raak, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Dit besluit, dat op 23 juni 2021 was genomen, leidde tot het indienen van beroep door de verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 17 september 2021, samen met een andere zaak (NL21.10829). In de uitspraak van 21 oktober 2021 in die andere zaak is al op het beroep beslist, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
Daarnaast is er in de uitspraak geen aanleiding gevonden voor een proceskostenveroordeling. De beslissing van de voorzieningenrechter is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.