ECLI:NL:RBDHA:2021:11986
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een asielzoeker, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 31 augustus 2021, hield in dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Spanje verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van de bodemprocedure.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de uitspraak van dezelfde dag werd het beroep in de bodemzaak, met zaaknummer NL21.14238, ongegrond verklaard. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.