ECLI:NL:RBDHA:2021:11880
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- F.P. van Straelen
- M.J.M. Langeveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot medische behandeling in Marokko
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 augustus 2021 een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van een Marokkaanse vreemdeling. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. De vreemdeling stelde dat hij niet in staat was om naar Marokko te reizen vanwege zijn psychische klachten en dat de noodzakelijke medische zorg daar niet beschikbaar of toegankelijk voor hem zou zijn. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de vreemdeling niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat de medische behandeling in Marokko niet toegankelijk was. De voorzieningenrechter oordeelde dat het Bureau Medische Advisering (BMA) had geconcludeerd dat de vreemdeling onder begeleiding naar Marokko kon reizen en dat er daar medische zorg beschikbaar was. De voorzieningenrechter wees erop dat het aan de vreemdeling was om concrete aanknopingspunten te bieden voor twijfel aan het BMA-advies, wat hij niet had gedaan. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen en dat het besluit van de staatssecretaris naar verwachting in bezwaar stand zou houden. De vreemdeling mocht op 1 september 2021 worden uitgezet.