ECLI:NL:RBDHA:2021:11824
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tegemoetkoming NOW-1 wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een B.V. die een restaurant exploiteert, en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vertegenwoordigd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had op 11 december 2020 een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming op grond van de NOW-1, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat deze te laat was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag uiterlijk op 5 juni 2020 had moeten worden ingediend, en dat er geen mogelijkheid was om van deze termijn af te wijken, aangezien de NOW-1 geen hardheidsclausule bevatte. Eiseres stelde dat zij tijdig had geprobeerd een aanvraag in te dienen, maar dat zij deze niet kon afronden vanwege een omzet van € 0,- in de referentieperiode. De rechtbank oordeelde dat de brief van eiseres van 9 april 2020 niet als een geldige aanvraag kon worden aangemerkt, omdat deze niet voldeed aan de eisen van de NOW-1. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder terecht was en dat het beroep ongegrond was. Tevens werd opgemerkt dat, zelfs als de aanvraag tijdig was ingediend, deze alsnog zou zijn afgewezen vanwege het ontbreken van omzet in de referentieperiode. Eiseres had ook verzocht om schadevergoeding in de vorm van nadeelcompensatie, maar dit verzoek werd niet onderbouwd en de rechtbank merkte op dat hiervoor een aparte rechtsgang openstaat.