ECLI:NL:RBDHA:2021:11818

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2021
Publicatiedatum
28 oktober 2021
Zaaknummer
C/09/540033 / FA RK 17-7285
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgregeling voor minderjarige na scheiding van ouders met nadruk op contact tussen vader en zoon

In deze beschikking heeft de Rechtbank Den Haag op 15 oktober 2021 een zorgregeling vastgesteld voor de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2011, na een langdurige procedure tussen de ouders. De moeder, [X], en de vader, [Y], zijn sinds december 2016 gescheiden en hebben sindsdien geprocedeerd over de zorg- en opvoedingstaken van hun zoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder onvoldoende ruimte biedt voor contact tussen de vader en de zoon, terwijl dit contact noodzakelijk is voor de emotionele ontwikkeling van de minderjarige. Proefcontacten tussen de vader en de zoon zijn positief verlopen, wat de rechtbank heeft doen besluiten om een zorgregeling op te stellen.

De rechtbank heeft de ouders eerder verwezen naar Enver voor ouderschapsbemiddeling en omgangsbegeleiding, maar deze bemiddeling heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in zijn rapportage aangegeven dat het vrijwillige kader niet voldoende is voor het opbouwen van een regelmatig contact tussen de vader en de zoon. De rechtbank heeft daarom besloten om een eindbeslissing te nemen over de zorgverdeling, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat.

De zorgregeling houdt in dat de minderjarige om de week op zondag van 12.00 uur tot 16.00 uur bij de vader zal zijn, met de mogelijkheid tot uitbreiding van deze regeling naarmate het contact vordert. Daarnaast zal er wekelijks videobellen plaatsvinden op woensdagavond. De rechtbank heeft benadrukt dat de moeder haar eigen gevoelens over de vader moet loslaten en de zoon de ruimte moet geven om contact met zijn vader te hebben. De rechtbank heeft de ouders aangespoord om samen te werken met de Jeugdbeschermingstafel en betrokken hulpverlening om de voortgang van de regeling te waarborgen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 17-7285
Zaaknummer: C/09/540033
Datum beschikking: 15 oktober 2021

Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

Beschikking op het op 22 september 2017 ingekomen verzoek van:

[X] ,

de moeder,
wonende te [plaats] ,
advocaat: mr. M.E. Goudriaan te Gouda.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[Y] ,

de vader,
wonende te [plaats] ,
advocaat: mr. M. Hoogeveen te Gouda.

Procedure

Bij beschikking van 22 mei 2020 van deze rechtbank is een beslissing ter zake van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken aangehouden en zijn de ouders voor de derde keer verwezen naar Enver voor deelname aan ouderschapsbemiddeling en omgangsbegeleiding.
De rechtbank heeft wederom kennis genomen van de stukken, waaronder thans ook:
  • de brief van Enver, ingekomen op 25 november 2020;
  • het f-formulier van 16 februari 2021 van de zijde van de moeder;
  • het f-formulier van 19 februari 2021 van de zijde van de vader;
  • de brief van Enver van 7 juli 2021 met als bijlage de eindverslag Parallel Solo Ouderschap (PSO) ten aanzien van de beide ouders van [voornaam minderjarige] van 24 juni 2021;
  • het f-formulier van 16 juli 2021 van de zijde van de vader;
  • de brief van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) van
  • het f-formulier van 8 september 2021 van de zijde van de vader.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist.
Zorgregeling
Deze procedure is gestart in september 2017, nadat de ouders van [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2011 te [plaats] (hierna: [voornaam minderjarige] ) in december 2016 uit elkaar zijn gegaan. De ouders hebben sindsdien geprocedeerd over de wijze en momenten waarop [voornaam minderjarige] contact met zijn vader zal hebben.
Uit de beschikking van 8 maart 2018 blijkt dat de ouders het op dat moment allebei belangrijk vonden dat er goed contact zou zijn tussen [voornaam minderjarige] en zijn vader. De ouders zijn toen verwezen naar Enver om onder begeleiding te bespreken op welke wijze de zorgregeling invulling kon gaan krijgen. Daarbij heeft de rechtbank aangegeven dat er in ieder geval wekelijks contact tussen de vader en [voornaam minderjarige] moest zijn.
Nadat de bemiddeling zonder resultaat was geëindigd, heeft de Raad onderzoek gedaan, en op 30 april 2020 gerapporteerd. Uit de rapportage blijkt dat er tijdens het raadsonderzoek onder meer een proefcontact heeft plaatsgevonden tussen [voornaam minderjarige] en zijn vader, welk contact erg positief was verlopen. Om het contact verder uit te bouwen, zijn de ouders bij beschikking van 22 mei 2020 opnieuw naar Enver verwezen.
Enver heeft aanvankelijk in de periode vanaf oktober 2020 tot februari 2021 bemiddelingsgesprekken met beide ouders gevoerd. Nadat de moeder had aangegeven dat zij dit niet langer zag zitten, is vanaf februari 2021 het traject Parallel Solo Ouderschap ingezet door Enver.
Uit de eindverslagen van Enver van 24 juni 2021 blijkt dat het de ouders niet goed gelukt is om tot afspraken te komen over onbegeleid contact van [voornaam minderjarige] met zijn vader. Dit acht Enver schadelijk voor de emotionele ontwikkeling van [voornaam minderjarige] . De contactmomenten zijn volgens Enver goed verlopen, waarbij er warm, rustig en ontspannen contact tussen [voornaam minderjarige] en de vader zichtbaar was. Gaandeweg het traject heeft [voornaam minderjarige] aangegeven dat hij zo’n vol hoofd had, dat hij zich zorgen om zijn moeder en oma maakte en dat hij geen ruimte had om het contact met zijn vader verder op te bouwen. De rechtbank acht dit zorgelijk omdat steeds is gebleken dat het contact van [voornaam minderjarige] met zijn vader op zich goed verliep. [voornaam minderjarige] lijkt zichzelf dit contact te ontzeggen omdat hij er geen ruimte voor ervaart. Mede naar aanleiding hiervan is het traject Parallel Solo Ouderschap ingezet.
Dat er bij de moeder weinig marge is voor contact tussen [voornaam minderjarige] en zijn vader, leest de rechtbank ook terug in het verslag PSO van de moeder. Bij het neerzetten van een familieopstelling met poppetjes heeft moeder, aldus Enver, telkens aangegeven dat de vader een plek zo ver mogelijk weg krijgt. Het lijkt erop dat de moeder geen ruimte ervaart om de vader een rol in het leven van [voornaam minderjarige] te geven, ondanks dat zij aan het begin van de procedure heeft aangegeven wel het belang van contact met de vader in te zien.
De Raad heeft in zijn brief van 5 augustus 2021 aangegeven dat het vrijwillig kader ontoereikend lijkt te zijn voor het opbouwen van een regelmatig contact van [voornaam minderjarige] met de vader. De Raad heeft op 29 juli 2021 besloten om een verzoek in te dienen bij de Jeugdbeschermingstafel te [plaats] voor een bespreking van de situatie. Het is de rechtbank onbekend of er inmiddels concreet zicht is op dit overleg.
Hoewel de vader heeft verzocht de procedure aan te houden in afwachting van de resultaten van de Jeugdbeschermingstafel, ziet de rechtbank aanleiding om nu een eindbeslissing te nemen over de zorgverdeling. De rechtbank acht zich voldoende geïnformeerd om een beslissing te kunnen nemen. Deze beslissing kan vervolgens ingebracht worden bij de Jeugdbeschermingstafel en/of de betrokken hulpverlening.
De rechtbank acht het, gelet op alle informatie die voorhanden is, in het belang van [voornaam minderjarige] dat er op regelmatige basis contact komt met de vader, anders dan alleen een belcontact. De rechtbank zal bepalen dat dit contact begint met een zondag om de week van 12.00 uur tot 16.00 uur. Na vier contactmomenten wordt dit zondagse contact uitgebreid naar een dag van 10.00 uur tot 18.00 uur. Als er vier keer een hele zondag contact is geweest, zal [voornaam minderjarige] een weekend van zaterdag 10.00 uur tot zondag 18.00 uur bij de vader zijn. Dit contact zal plaatsvinden naast het wekelijkse (video)belcontact op de woensdag om 19.30 uur.
Het is aan de vader en de moeder om deze regeling na te leven, waarbij de moeder zich moet inspannen om [voornaam minderjarige] echt vrij te laten in de contacten met de vader. Deze contacten zijn volgens de Raad en Enver warm geweest; daarnaast hebben de ouders jegens [voornaam minderjarige] het scheidingsverhaal kunnen vertellen en [voornaam minderjarige] heeft wat hem dwars zat met de vader kunnen bespreken en heeft hij zijn vragen kunnen stellen. Nu is het tijd dat [voornaam minderjarige] de kans krijgt om bijvoorbeeld met zijn vader te gaan vissen en ander onbegeleid contact te hebben bij de vader thuis. De moeder dient haar eigen mening en gevoelens over de vader een plek te geven en in ieder geval [voornaam minderjarige] hiermee niet te belasten
De rechtbank acht het in het belang van [voornaam minderjarige] dat tijdens de Jeugdbeschermingstafel en/of met de betrokken hulpverlening de voortgang van deze regeling zal worden gesproken. Ook kan daar aan de orde komen hoe het contact onbelast kan plaatsvinden en wat de moeder kan doen om [voornaam minderjarige] de ruimte te geven om de vader een plek in zijn leven te laten innemen. Uitgangspunt voor de Jeugdbeschermingstafel/betrokken hulpverlening moet zijn dat er contact zal plaatsvinden, waarbij de moeder emotioneel toestemming aan [voornaam minderjarige] zal moeten geven voor dit contact. Mocht in het vrijwillig kader deze zorgregeling onvoldoende worden nagekomen, dan is een drang- en dwangkader dichtbij.
De rechtbank zal, onder afwijzing van het meer of anders verzochte, deze minimum zorgverdeling vastleggen en gaat er vanuit dat beide ouders zich zullen inspannen om het contact voor [voornaam minderjarige] op een rustige en ontspannen manier mogelijk te maken.
Proceskosten
Omdat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de rechtbank bepalen dat elke partij de eigen proceskosten draagt.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van voorlopige regeling zoals bepaald in de beschikking van deze rechtbank van 8 maart 2018 – :
bepaalt dat de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2011 te [plaats] , met ingang van zondag 24 oktober 2021 bij de vader zal zijn:
- om de week op zondag van 12.00 uur tot 16.00 uur;
waarbij dit contact na vier keer wordt uitgebreid naar een zondag van 10.00 uur tot 18.00 uur en na nog vier keer naar een weekendregeling waarbij [voornaam minderjarige] om de week van zaterdag 10.00 uur tot zondag 18.00 uur bij de vader zal zijn;
bepaalt dat het de ouders in overleg met de Jeugdbeschermingstafel/betrokken hulpverlening vrij staat om in aanvulling op deze contactmomenten nog verdere afspraken te maken over de uitbreiding van de zorgregeling;
bepaalt dat [voornaam minderjarige] daarnaast wekelijks op de woensdag om 19.30 uur via videobellen contact zal hebben met de vader;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. O.F. Bouwman, kinderrechter, bijgestaan door
mr. I.M. Talstra - Touwen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 oktober 2021.