ECLI:NL:RBDHA:2021:1180

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 februari 2021
Publicatiedatum
17 februari 2021
Zaaknummer
NL21.433
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.A.P.M. van der Zanden, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Polen verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

Tijdens de zitting op 27 januari 2021, waar verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er reeds een uitspraak was gedaan in een gerelateerde zaak (NL21.432) en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.433

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] verzoeker

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. P.H. van Akenborgh),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.A.P.M. van der Zanden).

Procesverloop

Bij besluit van 11 januari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL21.432, plaatsgevonden op 27 januari 2021. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen H. Zerizgi. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.432, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.