Overwegingen
1. Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1995 en heeft de Chinese nationaliteit. Op 28 februari 2019 heeft eiseres een asielaanvraag ingediend.
2. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat ze is bekeerd tot de Church of the Almighty God (hierna: CAG, ook wel bekend als de Kerk van de Almachtige God of als Church of Eastern Lightning). Eiseres groeide op zonder religie. In 2011 zijn haar oma en tante bij haar gekomen om haar te evangeliseren. Omdat eiseres toen met haar toelating tot de universiteit bezig was heeft ze dat niet kunnen accepteren. Nadat eiseres voor dat toelatingsexamen was afgewezen is zij in een ernstige depressie met suïcidale gedachten terechtgekomen. Na deze afwijzing zijn haar oma en tante opnieuw naar het gezin van eiseres gekomen om te evangeliseren. Na gesprekken met die oma en tante is eiseres verder geëvangeliseerd en heeft zij zich uiteindelijk bij de CAG aangesloten. De CAG is door de Chinese autoriteiten aangemerkt als Xie Jiao. Eiseres stelt dat zij vanaf mei 2017 problemen heeft ondervonden nadat de Chinese autoriteiten boeken en een door haar geschreven artikel in haar slaapkamer hebben gevonden. Na enige omzwervingen door China heeft zij dat land op 26 februari 2019 via Beijing verlaten.
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Betrokkene stelt dat zij bekeerd is tot CAG;
3. Betrokkene stelt dat zij in China problemen heeft gekregen met de Chinese autoriteiten nadat zij ontdekt hebben dat zij lid was van de CAG;
4. Betrokkene stelt dat ze een foto van zichzelf op Facebook heeft geplaatst uit protest tegen de arrestatie van twaalf mensen in Hong Kong.
Verweerder heeft het eerste en het vierde element geloofwaardig en het tweede en het derde element ongeloofwaardig geacht. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
4. Eiseres kan zich niet verenigen met het bestreden besluit. Op wat zij hiertegen heeft aangevoerd, wordt hierna ingegaan.
Juridisch kader
5. Volgens WI 2019/18 (hierna: werkinstructie bekeerlingen) toetst verweerder of aannemelijk is dat de door de vreemdeling gestelde oprechte bekering gebaseerd is op een diepgewortelde innerlijke overtuiging. Als dit aannemelijk is gemaakt, wordt uitgegaan van een geloofwaardige bekering.
6. Uit paragraaf 2.2 van de genoemde werkinstructie blijkt verder dat een bekering plaats kan vinden vanwege allerlei aspecten, waaronder persoonlijke aspecten – bijvoorbeeld stresssituaties of onvrede over de persoonlijke situatie waarin de vreemdeling zich bevindt – en emotionele aspecten, waaronder zowel vreemdelingen met een visioen, als vreemdelingen die in aanraking komen met een nieuwe religie en zich daar direct thuis voelen, vallen.
7. Uit paragraaf 2.3 van de werkinstructie bekeerlingen volgt dat een tweedeling kan worden gemaakt tussen verschillende processen van bekering, namelijk de actieve bekering en de passieve bekering. Bij beide processen zal er sprake zijn van een bekeringsverhaal. De passieve bekering tot een andere religie overkomt een vreemdeling. De bekering, of de aanzet tot de bekering, vindt vaak plaats in een korte tijdspanne en heeft een hoog emotioneel effect. Dit kan ook gebeuren zonder dat de vreemdeling daarvoor enige interesse in de andere religie had. Bij een actieve bekering tot een andere religie heeft de vreemdeling vaak ‘onderzoek’ gedaan naar de nieuwe religie en is sprake van een weloverwogen keuze voor de nieuwe religie. Overigens kan er ook sprake zijn van een tussenvorm oftewel een actieve bekering met passieve elementen of andersom. Voor beide vormen van bekering geldt dat sprake is van een moment waarop het proces is begonnen, doorgaans gevolgd door een verdere kennisname van de inhoud van het nieuwe geloof en het uiting geven aan het geloof door middel van activiteiten, zoals bijvoorbeeld kerkgang en de aansluiting bij een geloofsgemeenschap.
Aanleiding bekering en persoonlijk verhaal
8. Verweerder heeft aan eiseres tegengeworpen dat zij haar asielrelaas onvoldoende persoonlijk heeft gemaakt. Ze kan niet verklaren wat zij met haar tante en oma besprak waardoor ze afstand kon nemen van haar oude ideeën. Eiseres verklaart immers enkel dat haar tante en oma de woorden van God aan haar hebben voorgelezen en dat ze toen begreep dat haar pijn eigenlijk is veroorzaakt door Satan. Hoe zij tot een dergelijke conclusie kwam wordt volgens verweerder niet nader inzichtelijk gemaakt. Eiseres benoemt enkel een aantal algemene zaken, namelijk dat God alom aanwezig is en dat God drie stappen onderneemt om de mensheid te redden. Dit klemt te meer omdat ze gedurende één maand veranderd is in haar opvatting over de CAG. Ze zou simpelweg tot het besef gekomen zijn.
9. Eiseres heeft aangevoerd dat zij heeft verklaard over de persoonlijke aspecten die aanleiding gaven tot de bekering zoals bedoeld in de werkinstructie bekeerlingen. Dat eiseres daarbij wordt onderbroken, in het kort moet vertellen, en dat hier later indien nodig nog op wordt ingegaan, is niet aan eiseres te wijten. Eiseres heeft de verklaringen wel degelijk persoonlijk gemaakt. In de periode waarin ze geëvangeliseerd werd, heeft ze veel gesprekken gehad en het heilige schrift bestudeerd.
10. Voor zover verweerder aan eiseres heeft tegengeworpen dat zij haar toetreding tot de CAG niet inzichtelijk heeft gemaakt, overweegt de rechtbank als volgt.
Blijkens pagina 14 van het nader gehoor van 28 juli 2020 is door eiseres als volgt verklaard en het navolgende gebeurd:
(…)’Ik zat in een dip. Ik had het gevoel dat ik alleen maar lijden had meegebracht bij mijn familie. Ik wilde niet eens meer doorgaan met leven. Ik dacht zelfs aan de dood. Het denken aan mijn moeder weerhield mij daarvan. Toen kwamen mijn oma en mijn tante weer. Die gingen ons weer evangeliseren. Zij verspreidden dan de woorden van God. Ik begreep toen niet dat het lot van mensen reeds vanaf je geboorte in de handen van God ligt. Je uiterlijk, je lengte, je gewicht, je manier van doen, je leven, je opleiding en je werk. Alles was al bepaald door God.’
Opmerking tolk: Mevrouw [naam] vertelt over de Almachtige God. Het komt er samengevat op neer dat God het volgende zegt: “Vanaf het moment dat de wetenschap en kennis er waren hebben zij de macht over de mensen gekregen. Zij gaan gewoon in de ziel van mensen zitten. Zij houden mensen onder controle. Zodat mensen geen tijd en energie meer hebben om naar God te luisteren en na te denken over wat God zegt. De positie van God in het hart van de mensen is steeds weer naar beneden gegleden, maar een mensenhart zonder God is donker, is hopeloos en is leeg”.
‘Door deze woorden begreep ik dat God het enige is wat mensen nodig hebben. God zal de mensheid redden. Als je denkt dat je met kennis je lot kan veranderen, dan zit je verkeerd. Als je denkt dat je met je eigen handen zelf je leven kan creëren, dan zit je ook fout. (…)’
en
(…)’ Ik besefte dat die mening die ik voorheen had over studeren en dergelijke allemaal door Satan en de mens was gevormd. Dat het eigenlijk allemaal in tegenwerking was jegens God en dat het niet goed was.’(...)
Vervolgens zegt eiseres, nadat de gehoorambtenaar is overgestapt naar een volgende vraag en een korte pauze heeft ingelast, op pagina 15 van het nader gehoor het volgende:
‘Ik ben eigenlijk nog niet klaar met het vertellen over de acceptatie van God. Mag ik dat eerst nog even vertellen?
Ja, natuurlijk.
Andere woorden van God hebben mij ook ontroerd. De woorden zoals: “Wanneer je je moe voelt. Wanneer je de weg kwijt bent. Wees niet bang. God is alom aanwezig. Die zal je omhelzen”. Ik voelde me toen aangetrokken door de woorden van God. Mijn oma en mijn tante hebben mij toen dingen verteld over de drie stappen die God onderneemt om de mensheid te redden en de plannen van God. Hier wil ik graag op ingaan.
Sorry dat ik u even onderbreek. Ik wil u vragen om hier in het kort over te vertellen. Indien nodig zullen we hier later in het gehoor nog nader op ingaan.’ (…)
11. Hoewel het in de eerste plaats aan eiseres is om haar asielrelaas te onderbouwen, heeft verweerder daarnaast een actieve onderzoeks- en samenwerkingsverplichting, zoals neergelegd in artikel 3:2 van de Awben artikel 4 van de Kwalificatierichtlijn. Uit artikel 16 van de Procedurerichtlijnvolgt dat de beslissingsautoriteit er bij het afnemen van een asielgehoor voor zorgt dat de verzoeker voldoende in de gelegenheid wordt gesteld om zo volledig mogelijk de tot staving van het verzoek noodzakelijke elementen aan te voeren. Volgens paragraaf 2.1 van werkinstructie 2014/10 en paragraaf 5 van de werkinstructie bekeerlingen onderkent verweerder ook dat hij een actieve onderzoeksplicht heeft. Hij kan in voorkomende gevallen aan de op de vreemdeling rustende bewijslast tegemoet komen door zelf onderzoek in te stellen, bijvoorbeeld door vragen te stellen tijdens de gehoren.
12. De rechtbank is van oordeel dat deze voorschriften door verweerder niet voldoende zijn nageleefd. In de eerste plaats had het op de weg van de gehoormedewerker gelegen om de tolk te corrigeren toen deze de verklaringen van eiseres tijdens het vrije relaas samengevat heeft vertaald en had het ook op diens weg gelegen eiseres met de oppervlakkigheid van deze samenvatting te confronteren en daarover zo nodig aanvullende vragen te stellen. Voorts heeft de gehoormedewerker eiseres onderbroken bij de door haar uitdrukkelijk gewenste (verdere) verklaring over de acceptatie van God en is in het verdere gehoor niet inzichtelijk gemaakt voor wanneer daar, zoals door de gehoormedewerker aangekondigd, kennelijk voor eiseres duidelijk op zou worden teruggekomen.
Bekering via doelpersonen
13. Eiseres heeft aangevoerd dat tevens ten onrechte wordt tegengeworpen dat niet in valt te zien waarom de CAG bijeenkomsten laat plaatsvinden bij iemand die op dat moment pas sinds een maand interesse heeft in de kerk. Verweerder heeft ten onrechte geen onderscheid gemaakt tussen kerkelijke bijeenkomsten en het evangeliseren bij iemand thuis. Eiseres heeft hierbij ook verklaard over het evangeliseren via doelpersonen en de werkwijze daarbij.
14. Uit het ambtsbericht inzake China blijkt dat bekeringen tot de CAG veelal plaatsvinden in familiekring.Verweerder heeft zich dan ook onvoldoende gemotiveerd op het standpunt gesteld dat het niet aannemelijk is dat de CAG evangelisten naar het huis van eiseres stuurde. Verweerder heeft dit oordeel gebaseerd op een aanname zonder verder onderzoek te doen naar thuiskerken en bekeringen binnen de CAG. Hiermee heeft verweerder ook miskend dat de CAG, zoals eiseres verklaart, gebruik maakt van doelpersonen. De aanname dat het veiliger zou zijn voor de CAG om eiseres als doelpersoon mee te nemen naar een andere locatie - zoals het huis van een geloofsgenoot- om daar tezamen met andere het geloof te belijden, berust niet op een voldoende motivering. Dit te meer zo nu eiseres heeft aangegeven dat haar moeder en broertje ook geïnteresseerd waren en zij op dat moment samenwoonden. Verder is de redenering van verweerder over de gevaren van thuisbezoeken niet begrijpelijk. Zoals eiseres heeft verklaard wordt juist doelgericht gezocht naar te bekeren personen. Het is dan ook niet in te zien waarom de bezoeken volgens verweerder niet bij de doelpersonen thuis kunnen beginnen, maar op plaatsen elders.
Tegenstrijdige verklaringen over locatie bijeenkomsten
15. Eisers heeft aangevoerd dat verweerder ten onrechte heeft tegengeworpen dat eiseres tegenstrijdig heeft verklaard over de locatie van de bijeenkomsten. Verweerder heeft ten onrechte geen onderscheid gemaakt tussen bijeenkomsten ter evangelisatie en kerkelijke bijeenkomsten. De bijeenkomsten in het kader van de evangelisatie van eiseres vonden plaats in haar huis. Nadat ze officieel lid was geworden ging ze naar bijeenkomsten op locatie om samen de bijbel te lezen en te bediscussiëren.
16. Uit artikel 3:113, tweede lid van het Vreemdelingenbesluit 2000 volgt dat verweerder eiseres al tijdens het nader gehoor had moeten confronteren met deze tegenstrijdigheid. Nu verweerder dit niet heeft gedaan, heeft eiseres hier eerst in de zienswijze op kunnen reageren. Verweerder heeft dan ook ten onrechte in het besluit opgenomen dat het voor rekening van eiseres komt dat zij pas nadat de tegenstrijdigheid in het voornemen is tegengeworpen een nadere uitleg geeft. Verweerder had die tegenstrijdigheid tijdens het nader gehoor aan de orde moeten stellen en het nalaten daarvan komt voor zijn rekening.
Gezamenlijke bekering
17. Verweerder heeft het opmerkelijk geacht dat eiseres heeft verklaard dat zij gelijktijdig met anderen is bekeerd. Eiseres heeft namelijk verklaard dat ze gelijktijdig met haar broer, moeder en twee studenten werd geëvangeliseerd. Verweerder stelt dat sprake moet zijn van een uniek verhaal en dat iedereen een uniek proces van bekering doormaakt, en dat is hierdoor dus niet het geval. Dit wekt volgens verweerder dan ook bevreemding.
18. Zoals hiervoor vermeld spelen familiebanden een rol van betekenis bij de bekeringsactiviteiten van de CAG. Dat geen sprake kan zijn van evangelisatie in groepsbijeenkomsten, heeft verweerder met het oog op de verklaringen van eiseres onvoldoende onderbouwd. Zo is eiseres door haar oma en tante in aanraking gekomen met de CAG en heeft zij toen zelf besloten dat ze hier meer over zou willen weten. Daarna begonnen de bijeenkomsten bij eiseres thuis, waar ook anderen bij aanwezig waren. Uiteindelijk heeft eiseres in een gesprek met een zuster zelfstandig besloten om lid te worden van de CAG.Door tegen te werpen dat in het geval van eiseres geen sprake kan zijn van een uniek proces van bekering, heeft verweerder er geen rekening mee gehouden dat bekeren een intrinsiek proces is. Dat eiseres met anderen evangelisatiebijeenkomsten bijwoonde neemt niet weg dat sprake kan zijn van een uniek verhaal over de interne beleving (van het proces) van bekering. Eiseres heeft dan ook geen verklaringen gegeven over de evangelisatie/het evangelisatieproces van anderen. Ook dit standpunt van verweerder is daarom gebrekkig gemotiveerd.
Verdieping in andere religies/waarom juist CAG
19. Verweerder heeft zich verder op het standpunt gesteld dat eiseres zich niet bezig heeft gehouden met andere religies en niet duidelijk heeft gemaakt waarom zij juist voor de CAG heeft gekozen. De antwoorden van eiseres blijven oppervlakkig, en verschaffen geen inzicht in de beweegredenen om specifiek betrokken te raken bij de CAG.
20. Eiseres heeft aangevoerd dat niet kan worden tegengeworpen dat ze zich niet heeft geïnteresseerd in andere religies. Ook valt niet in te zien wat eiseres verder nog zou kunnen verklaren, nu zij voor haar bekering geen geloof had. Ze heeft verklaard dat eiseres door haar oma en tante met deze religie in contact is gebracht. Ook heeft ze uitgebreid verklaard waarom het haar zo raakte, nu ze in een emotioneel dieptepunt zat en de religie deze gevoelens van leegte en falen weg heeft gehaald. Ze had haar leven in het teken gezet van studeren en het krijgen van een goede baan, en dit viel uiteen toen ze haar universiteitsexamen niet haalde. Haar tante en oma kwamen haar toen evangeliseren, met een tekst die aansloot bij hoe eiseres zich op dat moment voelde.
21. De rechtbank overweegt dat indien een bekeringsverhaal elementen bevat die te herleiden zijn tot een passieve dan wel een actieve bekering, ten aanzien van het motief voor en proces van bekering de vorm van de bekering voor ogen gehouden dient te worden.Verweerder lijkt ten onrechte, althans zonder nadere motivering, uit te zijn gegaan van een zuiver actieve bekering. Van een passieve bekering kan volgens de werkinstructie bekeerlingen sprake zijn zonder dat de vreemdeling daarvoor enige interesse had in andere religies. Verweerder heeft dat onvoldoende onderkend.
22. Daarbij komt dat - volgens de werkinstructie bekeerlingen - van een vreemdeling niet wordt verwacht dat hij zich heeft verdiept in verschillende kerken en/of stromingen binnen een kerk, alvorens zich bij een nieuw geloof aan te sluiten. Wel mag verwacht worden dat hij kan vertellen bij wat voor soort kerk hij zich heeft aangesloten en waarom hij zich daarbij heeft aangesloten.Verweerder heeft dan ook ten onrechte tegengeworpen dat eiseres, die voor haar toetreding tot de CAG geen religie of geloof had, geen kennis had van andere religies.
23. Ook heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd tegengeworpen dat eiseres niet duidelijk heeft verklaard waarom ze zich juist bij de CAG heeft aangesloten. Eiseres was niet zoekende naar een religie, maar bevond zich in een persoonlijke situatie waarin haar tante en oma haar specifiek het gedachtegoed van de CAG aanreikten.Verweerder heeft ook hierbij miskend dat eiseres geen andere religie aanhing voordat zij werd geëvangeliseerd.
Conclusie
24. De slotsom is dat verweerder zich onvoldoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat de gestelde bekering van eiseres tot de CAG ongeloofwaardig is. Daarmee is het bestreden besluit in strijd met artikel 3:46 van de Awb. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit zal worden vernietigd.
Verweerder zal opnieuw moeten beoordelen of de gestelde bekering van eiseres geloofwaardig is, met inachtneming van deze uitspraak. Dit brengt met zich dat ook de problemen naar aanleiding van de gestelde bekering opnieuw moeten worden beoordeeld, zodat de rechtbank een bespreking daarvan hier achterwege zal laten.
25. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.496 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, met een waarde per punt van € 748 en een wegingsfactor 1).