ECLI:NL:RBDHA:2021:11738

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 juli 2021
Publicatiedatum
27 oktober 2021
Zaaknummer
C/09/614170 / FA RK 21-4332
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming bijzondere curator en verzoek om eenhoofdig gezag bij terminale moeder

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 16 juli 2021 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], om eenhoofdig gezag bij haar terminale moeder. De ouders van [voornaam minderjarige] zijn van 2008 tot 2014 gehuwd geweest en hebben gezamenlijk gezag over haar. De moeder is ongeneeslijk ziek en heeft de wens geuit dat haar oom, [oom], na haar overlijden als voogd over [voornaam minderjarige] wordt aangewezen. De rechtbank heeft de zaak gestart via een informele rechtsingang, waarbij [voornaam minderjarige] een brief aan de kinderrechter heeft geschreven. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 juli 2021 waren de ouders aanwezig, waarbij de moeder via Skype en de vader telefonisch deelnam. De vader stemde in met het verzoek van [voornaam minderjarige] om het ouderlijk gezag van hem te beëindigen, zodat de moeder eenhoofdig gezag kan uitoefenen. De rechtbank heeft echter besloten om de zaak aan te houden, zodat de ouders de gelegenheid krijgen om verweer te voeren en juridische bijstand te zoeken. Tevens is er een bijzondere curator benoemd om de belangen van [voornaam minderjarige] te behartigen, gezien de emotionele situatie waarin zij zich bevindt. De bijzondere curator zal met alle betrokkenen in gesprek gaan en verslag uitbrengen aan de rechtbank. De rechtbank heeft de ouders en de bijzondere curator instructies gegeven over de verdere procedure en de termijnen voor het indienen van reacties en verslagen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 21-4332
Zaaknummer: C/09/614170
Datum beschikking: 16 juli 2021
Informele rechtsingang en benoeming bijzondere curator ex artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek

Beschikking op het op 24 juni 2021 ingekomen verzoek van:

[minderjarige] ,

de minderjarige, hierna: [voornaam minderjarige] ,
wonende in [woonplaats 1] .
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[X] ,

de moeder,
wonende in [woonplaats 1] ,
en

[Y] ,

de vader,
wonende in [woonplaats 2] .
Als informant wordt aangemerkt:

[oom] ,

de oom (moederszijde),
wonende in [plaats] .

Feiten

- De moeder en de vader zijn gehuwd geweest van [datum huwelijk] 2008 tot [datum echtscheiding] 2014.
- Zij zijn de ouders van [minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2009 in [geboorteplaats] .
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over [voornaam minderjarige] uit.
- [voornaam minderjarige] heeft haar hoofdverblijfplaats bij de moeder.
- Uit de aantekening van 28 juli 2020 van het gezagsregister blijkt dat de moeder wenst dat na haar overlijden [oom] , geboren op [geboortedatum 2] 1981 in [plaats] als voogd over [voornaam minderjarige] wordt aangewezen.

Procedure

Deze zaak is gestart via een ‘informele rechtsingang’. [voornaam minderjarige] heeft een brief geschreven aan de kinderrechter. Deze brief is op 24 juni 2021 ingekomen. Naar aanleiding van deze brief en gelet op de gezondheid van de moeder, heeft de rechtbank de ouders op korte termijn, te weten bij brief van 30 juni 2021, uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek van [voornaam minderjarige] .
Op 8 juli 2021 heeft om 14.00 uur de mondelinge behandeling plaatsgevonden over het verzoek van [voornaam minderjarige] . De moeder was daarbij aanwezig via Skype for Business en de vader was aanwezig via een telefonische verbinding.

Verzoek

[voornaam minderjarige] heeft in haar brief verzocht om het ouderlijk gezag van haar vader te beëindigen zodat haar moeder voortaan eenhoofdig het gezag over haar zal uitoefenen.

Beoordeling

Inleiding
De ouders van [voornaam minderjarige] zijn een aantal jaren uit elkaar. [voornaam minderjarige] en haar moeder wonen in [woonplaats 1] en haar vader woont in [woonplaats 2] . Het contact tussen [voornaam minderjarige] en haar vader loopt op dit moment stroef.
De moeder is ongeneeslijk ziek. Zij weegt op dit moment nog minder dan 30 kilogram, krijgt continu zuurstoftoevoer en krijgt de voedingsstoffen binnen via een sonde. Het is onzeker hoelang de moeder van [voornaam minderjarige] nog te leven heeft. Om deze reden hebben de moeder en [voornaam minderjarige] nagedacht over wat er moet gebeuren met [voornaam minderjarige] wanneer de moeder er niet meer is. Zowel de moeder als [voornaam minderjarige] wensen dat de oom de voogdij over [voornaam minderjarige] krijgt. De oom en de moeder zijn samen opgegroeid in een gezin en voelen zich daardoor broer en zus. Daarnaast verblijft [voornaam minderjarige] regelmatig bij haar oom. Inmiddels is [voornaam minderjarige] ingeschreven op het [naam school] in [plaats] . Het idee hierachter is dat [voornaam minderjarige] alvast vriendinnen kan maken in [plaats] en niet van middelbare school hoeft te veranderen als haar moeder plotseling komt te overlijden. Zij zal vanaf komend schooljaar doordeweeks veelal bij haar om [voornaam oom] wonen en van daaruit naar school gaan.
In het gezagsregister heeft de moeder laten opnemen dat zij wenst dat de oom als voogd van [voornaam minderjarige] wordt aangewezen na haar overlijden. Alleen kan de oom pas worden aangewezen als voogd wanneer er geen andere ouder aanwezig is die het gezag over [voornaam minderjarige] heeft. In dit geval hebben zowel de moeder als de vader het gezag over [voornaam minderjarige] . Dit betekent dus dat het gezamenlijk gezag van de ouders beëindigd moet worden. [voornaam minderjarige] heeft hierom verzocht in haar brief aan de kinderrechter.
Op de zitting is gebleken dat de vader het ermee eens is dat [voornaam minderjarige] bij haar oom gaat wonen. Ook heeft de vader op de zitting ingestemd met toewijzing van het eenhoofdig gezag aan de moeder, gelet op de omstandigheden. De vader wil rust voor [voornaam minderjarige] creëren en voorkomen dat zij haar moeder op enig moment levenloos thuis aantreft.
De moeder acht het in het belang van [voornaam minderjarige] dat de zaken voor haar goed geregeld zijn als zij komt te overlijden. De moeder stemt dus in met het door [voornaam minderjarige] gedane verzoek.
Op de zitting heeft de rechtbank op grond van deze standpunten van de ouders aangegeven dat het verzoek van [voornaam minderjarige] op grond van artikel 1:251a, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan worden toegewezen.
De dag na de zitting, op 9 juli 2021, heeft de vader telefonisch contact opgenomen met de rechtbank. De vader was overrompeld door het verzoek van [voornaam minderjarige] en hij wil de mogelijkheid krijgen om de juridische gevolgen te onderzoeken voordat hij instemt.
Gezien het korte tijdsbestek tussen de ontvangst van de brief van [voornaam minderjarige] , de oproep van de ouders en de behandeling op de zitting, is de rechtbank van oordeel dat de vader de mogelijkheid moet krijgen om geïnformeerd te worden over de juridische gevolgen van het verzoek. De rechtbank ziet in deze omstandigheid aanleiding om, anders dan op de zitting is medegedeeld, niet in deze beschikking een eindbeslissing te nemen, maar de zaak aan te houden zodat de ouders de gelegenheid krijgen om verweer te voeren. De rechtbank zal, nu de vader feitelijk heeft aangevoerd dat hij onvoldoende in de gelegenheid is geweest om verweer te voeren, een nieuwe mondelinge behandeling bepalen. Bij deze behandeling kan de moeder via een videoverbinding aanwezig zijn in de zittingszaal. De rechtbank verzoekt de vader en de oom om fysiek aanwezig te zijn bij de volgende mondelinge behandeling.
Bijzondere curator
Anders dan door de rechtbank op de zitting is medegedeeld, zal er op dit moment nog geen beslissing worden genomen op het verzoek van [voornaam minderjarige] . De rechtbank zal de ouders gelegenheid bieden om – indien gewenst – juridische bijstand te zoeken. Ten behoeve van [voornaam minderjarige] zal de rechtbank in deze procedure op grond van artikel 1:250 BW een bijzondere curator benoemen. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
De situatie waarin [voornaam minderjarige] zich op dit moment bevindt, is erg verdrietig. [voornaam minderjarige] wordt (dagelijks) geconfronteerd met de situatie van haar moeder en verzoekt dat haar moeder met het eenhoofdig gezag wordt belast, zodat haar oom [voornaam oom] de voogdij over haar krijgt na het overlijden van haar moeder. De rechtbank acht het, gelet op de volwassen problematiek waar [voornaam minderjarige] mee geconfronteerd wordt, in haar belang dat zij in rechte wordt vertegenwoordigd en dat haar belangen worden behartigd door een neutrale volwassene.
De rechtbank heeft [bijzondere curator] bereid gevonden om in deze procedure als bijzondere curator op te treden en zij zal hiertoe worden benoemd.
Van de bijzondere curator wordt in dit geval verwacht dat zij met [voornaam minderjarige] , de ouders en de oom praat over de situatie, beoordeelt wat nodig is in het belang van [voornaam minderjarige] en tot een advies komt over het voorgaande. Het staat de bijzondere curator vrij om te proberen tot een door alle betrokken gedragen oplossing te komen.
Van haar bevindingen dient de bijzondere curator schriftelijk verslag te doen aan de rechtbank en aan de belanghebbenden. Hierbij heeft de rechtbank met de bijzondere curator afgesproken dat zij zo spoedig mogelijk met haar werkzaamheden gaat starten.

BeslissingDe rechtbank:

benoemt tot bijzondere curator over [minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2009 in [geboorteplaats] :
[bijzondere curator]
Postbus [nummer]
[postcode] [plaats]
tel. [telefoonnummer]
e-mail: [e-mailadres] ;
bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking en de processtukken aan de bijzondere curator toestuurt;
bepaalt dat de ouders binnen één week na heden hun contactgegevens aan de bijzondere curator moeten doorgeven via e-mail/telefoon;
bepaalt dat de bijzondere curator
uiterlijk op 20 augustus 2021schriftelijk verslag dient te doen aan de rechtbank en aan de ouders;
geeft aan de belanghebbenden gelegenheid om uiterlijk op 1 september 2021 schriftelijk te reageren op het verslag van de bijzondere curator;
bepaalt dat de behandeling op de zitting wordt voortgezet op
vrijdag 3 september 2021 om 13.30 uur;
bepaalt dat deze beschikking heeft te gelden als oproeping voor:
  • de moeder;
  • de vader;
  • de oom;
  • de bijzondere curator;
waarbij de moeder de zitting via een videoverbinding via Skype kan bijwonen
houdt iedere verdere beslissing ten aanzien van het gezag aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Dam, kinderrechter, in samenwerking met
mr. H. Zheng als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 16 juli 2021.