ECLI:NL:RBDHA:2021:11717

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 oktober 2021
Publicatiedatum
27 oktober 2021
Zaaknummer
NL21.14434
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. H.J. Metselaar, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die haar asielaanvraag op 9 september 2021 had afgewezen als kennelijk ongegrond. Tijdens de zitting op 7 oktober 2021, waar ook een tolk aanwezig was, is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, verwijzend naar een eerdere uitspraak in een aanverwante zaak (NL21.14433). De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.14434

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A.W.J. van der Meer),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 9 september 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.14433, op 7 oktober 2021 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Djavakhadze. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.14433, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.