ECLI:NL:RBDHA:2021:1164

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 januari 2021
Publicatiedatum
16 februari 2021
Zaaknummer
NL20.21386
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van verantwoordelijkheid Italië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 januari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.M. van Duren, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de asielaanvraag niet in behandeling had genomen. Dit besluit was genomen op 11 december 2020, met als reden dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker.

Tijdens de zitting op 13 januari 2021, waar ook de behandeling van een gerelateerde zaak (NL20.21385) plaatsvond, heeft de voorzieningenrechter de argumenten van beide partijen gehoord. De verzoeker heeft verzocht om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening is gebaseerd op de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in de andere zaak.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.21386

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. A.K.E. van den Heuvel),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.M. van Duren).

Procesverloop

Bij besluit van 11 december 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.21385, plaatsgevonden op 13 januari 2021. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.21385, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.