5.3.2.De rechtbank acht verder echter niet aannemelijk dat de geluidshinder en de vermindering van de privacy van eisers zodanig zal zijn dat niet langer kan worden gesproken van een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank overweegt dat het perceel op grond van het bestemmingsplan al mag worden gebruikt voor verblijfsrecreatie, zodat eisers al een zekere mate van geluidshinder en verminderde privacy konden verwachten. De rechtbank ziet niet in dat de bouw van de 5 recreatiewoningen tot een zodanige toename van geluids- en privacyhinder zal leiden dat dit onaanvaardbaar moet worden geacht. De rechtbank acht hierbij relevant dat de dichtstbijzijnde woning op een aanvaardbare afstand van ongeveer 13 meter van de recreatiewoning van eisers komt te liggen. De rechtbank is bovendien van oordeel dat enige mate van geluids- en privacyhinder vanwege de andere gebruikers inherent is aan het verblijven op een recreatiepark. De rechtbank ziet ten slotte niet in dat de recreatiewoningen tot geurhinder zullen leiden.
Nakomen anterieure overeenkomst
6. Voor zover eisers vrezen dat de recreatiewoningen, in afwijking van de anterieure overeenkomst, niet bedrijfsmatig zullen worden geëxploiteerd, overweegt de rechtbank dat het bestemmingsplan hiervoor geen bepalingen bevat. Daarnaast heeft verweerder ter zitting toegezegd dat zij de eigenaren van de recreatiewoningen aan de anterieure overeenkomst zal houden.
7. Eisers stellen dat de gemeenteraad onjuist is geïnformeerd en de verklaring van geen bedenkingen daarom gebrekkig tot stand is gekomen. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat de verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad van 16 juli 2019 acht bijlagen bevat, te weten het ontwerp van het raadsbesluit, de ontwerpverklaring van geen bedenkingen, de concept omgevingsvergunning, de aanvraag, tekeningen, een aangepaste ruimtelijke onderbouwing, de zienswijze en de nota van behandeling van de zienswijze. De rechtbank gaat ervan uit dat de gemeenteraad hiermee voldoende is voorgelicht en volledig inzicht in de plannen had. Het is aan de gemeenteraadsleden om de betreffende stukken goed door te nemen alvorens een verklaring van geen bedenkingen af te geven. De rechtbank ziet in hetgeen eisers hebben aangevoerd geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de gemeenteraad bewust informatie is onthouden, onjuist is voorgelicht of anderszins op het verkeerd been is gezet.
8. Ten aanzien van de stelling van eisers dat verweerder (ook) de anterieure overeenkomst aan de gemeenteraad had moeten verstrekken en deze had moeten worden meegenomen bij het opstellen van de verklaring van geen bedenkingen, overweegt de rechtbank als volgt. De bevoegdheid tot het sluiten van een anterieure overeenkomst is door de gemeenteraad aan verweerder gedelegeerd op grond van artikel 6.12, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, zodat zij die bevoegdheid op eigen titel mag uitoefenen. Omdat de verklaring van geen bedenkingen op ruimtelijke aspecten ziet, was er geen aanleiding voor verweerder om de anterieure overeenkomst, die op financiële aspecten ziet, aan de gemeenteraad te verstrekken.
9. De rechtbank ziet in hetgeen eisers voor het overige hebben aangevoerd geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het besluit onrechtmatig tot stand is gekomen.
10. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.