ECLI:NL:RBDHA:2021:11597
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de asielaanvraag van een Iraakse homoseksuele man met psychische klachten en de rol van de FMMU
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 augustus 2021 uitspraak gedaan in het kader van een asielaanvraag van eiser, een man van Iraakse nationaliteit, die psychische klachten heeft en homoseksueel is. Eiser had op 14 januari 2020 een herhaalde asielaanvraag ingediend, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser was niet verschenen voor een medisch onderzoek door de Forensisch Medische Maatschappij Utrecht (FMMU), wat leidde tot onduidelijkheid over zijn medisch vermogen om gehoord te worden. De rechtbank oordeelde dat het niet aan de hoormedewerkers was om te bepalen of eiser medisch in staat was om te worden gehoord; dit was de verantwoordelijkheid van de FMMU. De rechtbank concludeerde dat verweerder onvoldoende had gedaan om te verifiëren of eiser de uitnodiging voor het medisch onderzoek had ontvangen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de medische geschiktheid van eiser om te verklaren tijdens gehoren. Tevens werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de rechtbank al op het beroep had beslist. Eiser werd in de proceskosten van € 2.244,- vergoed.