Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 februari 2021 in de zaken tussen
1. De Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (Sena)
2. De Stichting Nederlandse Publieke Omroep (NPO)
en naburige rechten, verweerder
Rechtbank Den Haag
Op 12 februari 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (Sena) en de Stichting Nederlandse Publieke Omroep (NPO) over de openbaarmaking van standaardlicentieovereenkomsten. Sena, een collectieve beheersorganisatie voor auteurs- en naburige rechten, ontving een bindende aanwijzing van het College van Toezicht om haar actuele standaardlicentieovereenkomsten en tarieven openbaar te maken. Sena en NPO betwistten dat deze overeenkomsten als standaardlicentieovereenkomsten kwalificeerden volgens de Wet Toezicht en de Richtlijn 2014/26/EU. De rechtbank oordeelde dat de aanwijzing in strijd was met de wet, omdat de overeenkomsten niet voldeden aan de definitie van standaardlicentieovereenkomsten. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herroepte het primaire besluit, waarbij de rechtbank oordeelde dat de transparantieverplichting niet zo ruim geïnterpreteerd kon worden dat ook individueel uitonderhandelde overeenkomsten onder deze verplichting vielen. De rechtbank stelde vast dat de licentieovereenkomsten tussen Sena en de NPO, RPO en NLPO niet als standaardlicentieovereenkomsten konden worden aangemerkt, omdat ze individueel waren uitonderhandeld en niet voldeden aan de criteria van de Wet Toezicht. De rechtbank verklaarde de beroepen van Sena en NPO gegrond en veroordeelde de verweerder in de proceskosten.