ECLI:NL:RBDHA:2021:11430

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2021
Publicatiedatum
20 oktober 2021
Zaaknummer
AWB 20/5347
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoek om uitstel van uitzetting in vreemdelingenzaak

Op 14 oktober 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 20/5347. De zaak betreft een verzoek van een vreemdeling om de uitzetting uit te stellen totdat er een beslissing is genomen op een eerder ingediend beroep (zaaknummer AWB 20/5346). De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.W.J. van den Broek, heeft de voorzieningenrechter verzocht om op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen aanleiding is om het verzoek toe te wijzen, aangezien op 15 september 2021 al een beslissing is genomen op het beroep. Hierdoor is het verzoek kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 20/5347
V-nummer: [nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

gemachtigde mr. J.W.J. van den Broek,
tegen

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

verweerder.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak buiten zitting.
De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep in de procedure met zaaknummer AWB 20/5346 te bepalen dat verweerder de uitzetting van verzoeker achterwege dient te laten, totdat op het beroep is beslist.
In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, nu op 15 september 2021 op het beroep is beslist. Het verzoek is kennelijk ongegrond en wordt daarom afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekend gemaakt op 14 oktober 2021.
Afschrift verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.