ECLI:NL:RBDHA:2021:11421

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2021
Publicatiedatum
20 oktober 2021
Zaaknummer
NL21.7115 en NL21.7117
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvragen van Griekse statushouders na intrekking van besluiten

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen eisers, [naam 1] en [naam 2], en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eisers, waaronder ook een minderjarig kind, hadden beroep ingesteld tegen twee besluiten van 7 mei 2021, waarin hun asielaanvragen niet-ontvankelijk werden verklaard omdat zij in Griekenland internationale bescherming genieten. Op 10 mei 2021 hebben eisers beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Op 31 augustus 2021 heeft de staatssecretaris de bestreden besluiten ingetrokken en aangegeven dat er opnieuw op de aanvragen beslist zal worden. Tevens is meegedeeld dat de proceskosten voor de beroepen en verzoeken gezamenlijk tot een bedrag van € 748 vergoed zullen worden. De rechtbank heeft eisers op 1 september 2021 verzocht om uiterlijk 15 september 2021 te laten weten of zij de beroepen handhaven, maar hierop hebben eisers niet gereageerd.

De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Aangezien de bestreden besluiten zijn ingetrokken en er opnieuw op de aanvragen beslist zal worden, hebben eisers geen belang meer bij de beoordeling van de bestreden besluiten. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Desondanks heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 748, uitgaande van één punt voor het indienen van het beroepschrift en een gemiddeld gewicht van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL21.7115 en NL21.7117
v-nummers: [nummer 1], [nummer 2], en [nummer 3]

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1], eiser,

[naam 2], eiseres,
mede ten behoeve van haar minderjarige kind
[naam 3],
gezamenlijk te noemen: eisers,
(gemachtigde: mr. D. de Heuvel),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij twee afzonderlijke besluiten van 7 mei 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van eisers niet-ontvankelijk verklaard [1] , omdat zij in Griekenland internationale bescherming genieten.
Eisers hebben op 10 mei 2021 tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij bericht van 31 augustus 2021 heeft verweerder de bestreden besluiten ingetrokken en meegedeeld dat opnieuw op de aanvragen beslist zal worden. Verweerder heeft daarbij aangegeven dat hij bereid is de proceskosten voor de beroepen en verzoeken gezamenlijk tot een bedrag van € 748 te vergoeden.
Bij berichten van de rechtbank van 1 september 2021 is eisers verzocht uiterlijk 15 september 2021 te laten weten of zij de beroepen handhaven. Hierop hebben eisers niet gereageerd.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Nu de bestreden besluiten zijn ingetrokken en verweerder opnieuw op de aanvragen van eisers zal beslissen, hebben eisers geen belang meer bij de beoordeling van de bestreden besluiten. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
3. Gelet op de intrekking van de bestreden besluiten ziet de rechtbank evenwel aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze worden vastgesteld op €748, uitgaande van één punt voor het indienen van het beroepschrift en een gemiddeld gewicht van de zaak.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart de beroepen niet-ontvankelijk;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 748.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.E. Paulus, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000.