ECLI:NL:RBDHA:2021:11373
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter in een civiele procedure
Op 18 oktober 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. I.D. Bellaart, kantonrechter in deze rechtbank, door verzoekster, vertegenwoordigd door dr. D.B. Pathak van Stichting Juridisch Centrum. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 12 augustus 2021, zes weken na de zitting op 2 juli 2021, zonder dat verzoekster een verklaring voor deze vertraging heeft gegeven. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk is, omdat het te laat is ingediend. De verzoekster had de omstandigheden die aanleiding gaven voor het wrakingsverzoek op 2 juli 2021 moeten aanvoeren, maar heeft dit pas zes weken later gedaan. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve aanwijzingen zijn voor partijdigheid, en dat verzoekster niet heeft voldaan aan de vereisten om tijdig en met concrete omstandigheden te komen. De beslissing houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.