3.4De beoordeling van de tenlastelegging
[slachtoffer] (verder: aangeefster) heeft aangifte gedaan en daarbij verklaard dat zij op woensdag 17 februari 2021 in de avond aan het werk was in de supermarkt "Ela minimarkt" samen met een vriendin en dat zij rond 20.10 uur achter de kassa stond toen vier jongens de supermarkt binnenkwamen. Een van hen (man 1) kwam direct op haar af met een mes. Hij kwam achter de toonbank. Hij had het mes in zijn linkerhand. Aangeefster denkt dat het hele mes zwart was en ongeveer 30 centimeter lang was. Het leek op een keukenmes.
Aangeefster hoorde man 1 zeggen "maak de kassa open, kassa, kassa, kassa". Man 1 richtte het mes in haar richting. Hij stond ongeveer op 30 centimeter van aangeefster af. Aangeefster deed een stap naar achter. Ze zag dat hij met het mes in haar richting een 'steek' beweging maakte. Hierbij raakte man 1 haar linkerarm.
Aangeefster omschrijft Man 1 als volgt: ongeveer 1.75 meter, licht getint, donkerbruine ogen, lange zwarte wimpers, zwarte jas met capuchon, zwart mondkapje, slank postuur, ongeveer 17 tot 20 jaar, sprak goed Nederlands.
Man 2 had een vuurwapen. Hij bleef voor de toonbank. Hij had het vuurwapen in zijn rechterhand. Het was zilverkleurig. Aangeefster weet niet meer wat man 2 zei. Hij had het pistool op haar gericht. Aangeefster beschrijft Man 2 als volgt: ongeveer 1.65 meter, zijn huidskleur was donkerder dan man 1, slank postuur. Meer kan aangeefster zich niet van Man 2 herinneren. Aangeefster was ook heel bang. Man 2 deed verder niets.
Man 3 kwam achter de toonbank. Hij had een blauwe plastic tas waar hij het geld uit de kassa in deed. Daarna pakte hij sigaretten die ook achter de toonbank stonden achter twee kleppen. Man 3 deed deze zelf open.
Aangeefster zegt te hebben gekeken en denkt dat hij maar twee pakjes 'Winston' sigaretten heeft gepakt. Deze kosten 9 euro per stuk. Man 3 is weggegaan met het plastic tasje.
Aangeefster kan Man 3 niet omschrijven omdat zij bang was en dit niet heeft onthouden.
Er was nog een man, Man 4 in de supermarkt, maar van deze man kan aangeefster zich niets herinneren, ook niet wat zijn rol was.
Aangeefster heeft ook verklaard dat het allemaal heel snel ging, dat alle mannen handschoenen aan hadden en dat Man 1 het agressiefste was.
Aangeefster heeft verklaard dat zij toen zij het vuurwapen zag, wel bang was.
Zij heeft een scheurtje in haar trui en een wondje aan haar arm.
In een nader verhoor heeft aangeefster aangegeven dat zij niet precies weet hoeveel muntgeld er is weggenomen en ook niet wat het totaalbedrag was dat is weggenomen.
Vervolgens bleek uit camerabeelden dat de vier verdachten van de overval in een, op de Jan de Weertstraat ter hoogte van nummer 9, gereedstaande Opel Vivaro, wit van kleur, stapten waarin achter het stuur een vijfde verdachte zat. Kort na de overval, ongeveer 20 minuten nadat de melding werd gedaan, konden drie verdachten worden aangehouden in het voertuig, een Opel Vivaro, voorzien van [kenteken] op de Melis Stokelaan te
's-Gravenhage. Twee van de verdachten bleven onbekend en zaten bij de aanhoudingen niet meer in het voertuig.
De Opel Vivaro is onderzocht en in de laadbak van de bestelbus zijn meerdere messen, een wit met blauw tasje met een grote hoeveelheid muntgeld en ook een SD-card, een USB-stick, diverse handschoenen en kledingstukken en een bic aansteker gevonden.
Aangeefster herkent het zwarte SD-kaartje met witte letters dat in de laadruimte van de witte bestelbus is gevonden als haar eigendom. Het muntgeld dat is aangetroffen had een totale waarde van 44,19 euro.Ook een USB-stick die in de laadruimte is gevonden herkent aangeefster als haar eigendom.
Een beeldspecialist heeft de camerabeelden van de overval bekeken en de diverse verdachten worden beschreven.
Man 4 is 16-19 jaar, heeft een bruine huid, heeft een donker jack van Adidas, voorzien van glanzende donkere lijnen over de schouders en armen, en een capuchon. Het jack is voorzien van een wit Adidaslogo op de borst en onder de capuchon draagt man 4 een grijze muts. Er zijn mogelijk witte stukken tape op zijkant jas en aan de achterzijde jas, ter hoogte van de nek. Man 4 draagt ook een zwarte sportbroek met twee brede witte strepen langs de broekspijpen en zwarte schoenen. Man 4 heeft een mes bij zich dat hij ook heel dicht bij aangeefster heeft gehouden.
De kleding van de aangehouden verdachten, waaronder de verdachte, wordt vergeleken met de camerabeelden van de overval en de spullen die in de bus zijn aangetroffen.
Het donkere jack van Adidas van de verdachte, dat voorzien is van donkere lijnen over de schouders en armen, met een capuchon en met een wit logo op de borst van Adidas lijkt binnenstebuiten exact op het jack dat man 4 draagt. De verdachte draagt bij zijn aanhouding zwarte schoenen. In de Opel Vivaro is een grijze muts van Stone lsland gevonden.
Op het heft van één van de messen die in de Opel Vivaro zijn aangetroffen en die ook op de camerabeelden te zien is, is een bloedspoor aangetroffen. Dit spoor bevat DNA materiaal van de verdachte.
Op de zitplaats voorin de Opel Vivaro werd een zwarte Apple IPhone 11 A2221 aangetroffen, welke in beslag werd genomen. Deze Apple Iphone bleek na onderzoek van de verdachte te zijn.
Uit analyse van de telefoon kon worden vastgesteld dat de [verdachte] , kort voor de overval op supermarkt Ela aan de Beatrijsstraat, telefonisch contact heeft gehad met zowel [medeverdachte 1] als met [medeverdachte 2] .
Door de [medeverdachte 2] werd verklaard dat hij, voor de overval plaatsvond, de [verdachte] met zijn bus had opgehaald, waarmee hij zijn verstuurde bericht aan de [verdachte] bevestigde.
De verdachte heeft zich bij de politie en ook ter terechtzitting op zijn zwijgrecht beroepen.
Gelet op de aangifte, de camerabeelden en de diverse processen-verbaal van bevindingen alsook het rapport van het NFI, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte een van de vier overvallers was van de overval op supermarkt
‘Ela minimarkt’ op 17 februari 2021. Hij heeft daarbij een mes gebruikt.
De verdachte heeft, zoals de officier van justitie ook aanhaalde, ook niet ontkend het feit te hebben gepleegd, maar heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht en daarmee geen verklaring gegeven voor bovenstaande bewijsmiddelen die schreeuwen om een verklaring.
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen,