ECLI:NL:RBDHA:2021:11332

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 oktober 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
09/013652-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging van ex-partner en poging tot afpersing

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 13 oktober 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zijn ex-partner en haar oom heeft bedreigd. De verdachte was van mening dat zijn ex-partner een abortus had laten plegen, wat leidde tot een reeks bedreigingen en pogingen tot afpersing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van meer dan een jaar, van 1 januari 2020 tot en met 17 januari 2021, zijn ex-partner heeft bedreigd met geweld en andere ernstige misdrijven. Hij heeft haar herhaaldelijk gebeld en bedreigende berichten gestuurd, waarin hij onder andere dreigde haar te vermoorden en haar bedrijf in brand te steken. De verdachte heeft ook zijn ex-partner's oom bedreigd en geëist dat hij 'bloedgeld' zou betalen voor de abortus. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan bedreiging en poging tot afpersing, en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, met een contact- en locatieverbod voor de slachtoffers. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers, die hierdoor langdurig angst hebben ervaren.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/013652-21
Datum uitspraak: 13 oktober 2021
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] ),
op dit moment gedetineerd in de [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 29 september 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. van Dongen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. S. Plas naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 januari 2021 te Sleeuwijk , gemeente Altena , en/of Dordrecht , althans in Nederland, [slachtoffer2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met verkrachting en/of met brandstichting, door die [slachtoffer2] te bellen en/of tekstberichten en/of spraakberichten en/of filmpjes en/of foto’s aan die [slachtoffer2] te sturen waarin/waarop hij, verdachte, een vuurwapen toont, en/of (meermalen) een mes toont en/of ronddraait, en/of (meermalen) een vuurwapen doorlaadt en/of (meermalen) een schot lost, en/of het hoofd en het lichaam van die [slachtoffer2] , althans een vrouw in bruidskleding, onder het bloed heeft getekend, en/of waarbij hij, verdachte, (meermalen) de volgende woorden uit:
- Denk maar niet dat je van mij af bent. Ik ga je bedrijf in brand steken of ik vermoord jou. Als ik in de gevangenis kom, ga ik daarheen, daarna kom ik weer terug naar jou om je alsnog te vermoorden, en/of
- Waar zit je, waar ben je, ik ga je dood maken, en/of
- Ik ga jou, je vrienden en familie dood maken en in brand steken, en/of
- Ik ga je doodmaken, ik ga je in brand steken, ik zal je niet met rust laten, en/of
- Ik ga dit (mes) in je vagina doen en dan ga ik goed draaien en wordt het veel bloed, en/of
- Ik ga deze/dit pistool in je vagina doen,
althans woorden van gelijke bedreigende aard of strekking;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 januari 2021 te Sleeuwijk, gemeente Altena, en/of Dordrecht, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer2] , door
- veelvuldig te bellen naar die [slachtoffer2] en/of
- veelvuldig (dreigende) berichten en/of filmpjes en/of foto’s te sturen aan die [slachtoffer2] en/of
- zich op te houden in de directe omgeving van de woning van die [slachtoffer2] en/of
- contact te zoeken met verschillende vrienden en/of familieleden van die [slachtoffer2] , met het oogmerk die [slachtoffer2] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
3
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 januari 2021 te Delft, althans in Nederland, [naam 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met verkrachting en/of met brandstichting,
door die [naam 2] te bellen en/of tekstberichten en/of spraakberichten en/of filmpjes aan die [naam 2] te sturen/richten, waarin/waarbij hij, verdachte, de volgende woorden uit:
- Ik zal je laten huilen, je zal onder mijn voeten gaan liggen, ik ga je op de grond leggen, en/of
- Ik ga iets doen zodat je vrouw, dochter en kinderen zich bij mijn voeten neerleggen, en/of
- Ik zal je zus en moeder neuken, en/of
- Als je niet betaalt, kom ik naar Nederland en kom ik jou en je familie doodmaken, en/of
- Ik zal komen en jullie op een wijze in de rug/van achter slaan en neuken. Kijk altijd naar je achter, eerloze man. Ik kom jou van achter pakken en neuken,
althans woorden van gelijke bedreigende aard of strekking;
4
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 januari 2021 te Delft, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld of bedreiging met geweld [naam 2] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag van 120.000 euro en/of 200.000 euro en/of 325.000 euro, in elk enig geldbedrag en/of goed, dat/die geheel of ten dele aan die [naam 2] en/of een derde toebehoorde(n), die [naam 2] heeft gebeld en/of tekstberichten en/of spraakberichten en/of filmpjes aan die Jafari heeft gestuurd/gericht, waarin/waarbij hij, verdachte, de volgende woorden uit:
- Jullie hebben mijn kleine kind doodgemaakt, jullie moeten betalen en/of
- Ik heb op internet opgezocht dat de kosten van abortus 120.000 euro is, als je niet betaalt komt er elke maand rente bij, en/of
- Als je niet betaalt, kom ik naar Nederland en kom ik jou en je familie doodmaken, en/of
- Jij gaat 325.000 euro naar mijn rekening overmaken of ik kom met mijn mesje jouw zoon of dochter doodmaken, en/of
- Eerloze Aref, ik geef je vijf dagen de tijd, ik zal komen en jullie op een wijze in de rug/van achter slaan en neuken. Kijk altijd naar je achter, eerloze man. Ik kom jou van achter pakken en neuken, en/of
- Stuur mij het geld dat ik je geschreven had, ik geef je vijf dagen de tijd, als ik het binnen vijf dagen op mijn rekening heb dan is het goed, zo niet dan zal ik je politie, advocaat en heel Nederland neuken, en/of
- Je hebt nog vier dagen de tijd, en/of
- Ik geef je nog drie dagen de tijd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

3.1.
Het standpunt van de verdediging
Ter terechtzitting heeft de raadsvrouw aangevoerd dat feit 2 een klachtdelict is, maar [slachtoffer2] geen klacht heeft ingediend.
3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat het ontbreken van een officiële klacht van [slachtoffer2] niet aan vervolging in de weg staat, omdat uit haar aangifte onmiskenbaar blijkt dat zij wenst dat de verdachte wordt vervolgd en zij de politie uitdrukkelijk om hulp vraagt.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
Voor de onder feit 2 ten laste gelegde belaging geldt krachtens artikel 285b, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht een klachtvereiste. Dit houdt in dat vervolging wegens dit feit slechts kan plaatsvinden indien de aangever een klacht heeft ingediend of anderszins blijkt dat vervolging voor belaging wordt gewenst. De rechtbank stelt vast dat een formele klacht die ziet op de verweten belaging ontbreekt. Op 29 juni 2020 en 10 juli 2021 heeft [slachtoffer2] aangifte gedaan van bedreiging. [slachtoffer2] heeft in die aangiftes, nadere verhoren en in de schriftelijke slachtofferverklaring verklaard dat zij zich door de gedragingen van verdachte onveilig en bedreigd voelt. Zij heeft daarin echter niet benoemd, dat zij het veelvuldige contact met verdachte als een inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer beschouwt. In die verklaringen valt ook verder niet te lezen dat het de wens of bedoeling van [slachtoffer2] is geweest dat de verdachte zou worden vervolgd voor belaging. Nu niet is voldaan aan het klachtvereiste zal de rechtbank het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging voor zover het feit 2 betreft.

4.De bewijsbeslissing

4.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, waarbij zij ten aanzien van de feiten 3 en 4 alleen de periode van 1 juli 2020 tot en met 17 januari 2021 bewezen acht.
4.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat het tweede gedachtestreepje onder feit 1 en de periode van januari 2020 tot en met december 2020 onder feit 4 niet bewezen kunnen worden verklaard. Verder heeft zij zich ten aanzien van de feiten 1, 3 en 4 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer [nummers] , van de politie eenheid Zeeland-West Brabant, district De Baronie, basisteam Dongemond dan wel het proces-verbaal met het nummer [nummers] van de politie eenheid Den Haag, district Westland-Delft, districtsrecherche Westland-Delft, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 177).
Feit 3
De rechtbank zal voor feit 3 met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft dit feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsvrouw geen vrijspraak bepleit. De officier van justitie heeft met betrekking tot dit feit gerekwireerd tot bewezenverklaring.
De rechtbank bezigt de volgende bewijsmiddelen:
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 29 september 2021;
2. Het proces-verbaal van aangifte van [verdachte] , opgemaakt op 14 januari 2021 (p. 52 en 53);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 29 maart 2021 (p. 84, met bijlagen).
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1:
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 29 september 2021, voor zover inhoudende:
U, voorzitter, houdt mij voor dat mevrouw [slachtoffer2] heeft verklaard dat ik haar heb bedreigd door haar te bellen en berichtjes, filmpjes en foto’s te sturen. In een filmpje zou ik ook een vuurwapen hebben laten zien en een schot hebben gelost. Ik zou op een foto een mevrouw in bruidskleding onder het bloed hebben getekend en dingen hebben gezegd als ‘denk maar niet dat je van mij af bent’, ‘ik ga je bedrijf in brand steken of ik vermoord jou’. Ook zou ik hebben gezegd dat ik haar zou doodmaken en dat ik dingen zou doen met een mes en pistool. Dat klopt, dat heb ik gedaan ja.
2. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer2] opgemaakt op 30 juni 2020, voor zover inhoudende (p. 16 en 17):
Ik doe aangifte van bedreiging. Mijn ex man, [verdachte] geboren op [geboortedatum]1985, [adres] München, [nummers] , heeft mij bedreigd met de dood. Op zaterdag 27 juni 2020 kreeg ik om 12.30 uur een whatsapp bericht van mijn ex man met een filmpje. In het filmpje vertelde hij: "Ik wil medisch bewijs dat mijn ongeboren kindje is overleden, denk maar niet dat je van mij af bent. Ik ga je bedrijf in brand steken of ik vermoord jou. Als ik in de gevangenis kom, ga ik daarheen, daarna kom ik weer terug naar jou om je alsnog te vermoorden. Deze video mag je aan iedereen laten zien. Ook aan de politie. Ik kom toch wel terug. Ik wil of bewijs van mijn kind of geld of ik vermoord jou." Ik vrees echt voor mijn leven.
3. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer2] opgemaakt op 10 juli 2020, voor zover inhoudende (p. 20 en 21):
Vandaag, donderdag 9 juli 2020, om 21:30 uur, werd ik gebeld door een anoniem nummer. Nadat ik had opgenomen, hoorde ik mijn ex [verdachte] praten door de telefoon. Ik hoorde dat hij zei: waar zit je, waar ben je, ik ga je dood maken. Ik hoorde dat hij deze zin meerdere malen herhaalde. Ik werd zo bang dat ik helemaal begon te trillen. Ik durfde niets terug te zeggen en heb de verbinding ook verbroken. Ik word vaak door [verdachte] met de dood bedreigd. Ik hoor hem vaak door de telefoon zeggen dat hij mij, mijn vrienden en familie dood gaat maken en in brand gaat steken. Deze bedreigingen zijn bijna wekelijks via de telefoon.
4. Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer2] , opgemaakt op 28 juli 2020, voor zover inhoudende (p. 22 en 23):
Op 18 juli stuurde hij (de rechtbank begrijpt: de verdachte) nog dat hij mij niet met rust ging laten. Ik heb hem toen geblokkeerd op wyber. Hierna is hij mij veel gaan bellen met een anoniem nummer. Ik heb drie Whatsapp berichten op 18 juli nog ontvangen. Dit waren video's. Ik zag dat mijn ex dit was en dat hij een vuurwapen had. Ik zag dat hij in een kamer zat welke ik herkende als de woning waar ik heb gewoond in Duitsland. Ik herkende het aan de gordijnen en aan de muren. Ik herken de man op het filmpje ook als mijn ex-man. Ook heeft hij mij een foto gestuurd van een stel dat gaat trouwen, hij heeft met rood bij de vrouw allemaal bloed getekend. Op de video's die mijn ex naar mij stuurde op zaterdag 18 juli zegt hij "Ik heb dit mes nodig en dit pistool. Ik heb dit pistool nodig ook als zelfverdediging. Ik heb dit nodig om paar mensen dood te maken." Ook zegt hij dat hij met het mes in de vagina gaat. Het andere filmpje zegt hij weer dat hij het mes in de vagina gaat doen en dat hij ermee gaat ronddraaien en dan uiteindelijk dood maken. Het betreffen drie filmpjes. Op het eerste filmpje komt een mes in beeld en een pistool. Op het tweede filmpje herken ik [verdachte] met een mes in zijn hand en daarna zag ik [verdachte] die het vuurwapen pakt. Op het derde filmpje zie ik een muur en hoor ik een schot.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 februari 2021, voor zover inhoudende (p. 42 en 43, met bijlagen):
Zowel aangeefster [slachtoffer2] als aangever [naam 2] kregen van de verdachte enkele filmpjes van de verdachte naar hun Whats-app -app op hun mobiele telefoon gestuurd. Het ging in totaal om vier filmpjes, afkomstig van de verdachte [verdachte] De filmpjes zijn woordelijk vertaald door de Afghaanse tolk (Dari), die daar een verslag van opmaakte.
Filmpje 1 (ontvangen door beide aangevers)
Filmpje 2 (alleen ontvangen door aangeefster [slachtoffer2] )
Filmpje 3 (alleen ontvangen door aangeefster [slachtoffer2] )
Filmpje 4 (ontvangen door beide aangevers)
Filmpje No 1. 2021-01-25 at 13:04:44 (1). mp4
Vertaling: hij pakt een mes en zegt: ik ga dit (mes) in je vagina binnendringen/penetreren en omdraaien, hoer, prostituee. Daarna pakt hij een pistool en laadt het en haalt de trekker over en zegt: ik ga deze in je vagina doen. Hij haalt het magazijn eruit en zegt: het is leeg.
Filmpje No 2. 2021-01-25 at 13:04:44 (2). mp4
Vertaling: Een schot van een pistool is te horen.
Filmpje No 3. 2021-01-25 at 13:04:44. mp4
Vertaling: de verdachte pakt een sigaret uit het doosje en zegt: vrienden, het nodige
materiaal voor de dapperheid zijn het volgende: één droog mes, één pistool van het [bedrijf] , made in Germany, PPQ. PPQ betekent Police Pistol Quick Defense. Met andere woorden: het politiepistool voor snelle zelfverdediging. Viezeriken, jullie willen de politie bij me laten langskomen, ja? Ik ga jullie met het politiepistool neuken. Dit pistool is een speciaal politiepistool. Viezeriken, eerloze mensen. Oh ja, wat was het nodige materiaal voor het aantonen van dapperheid? Eén droog mes, één pistool van 9mm, PPQ van het bedrijf Walter, made in Germany, en 3 tot 4 eerloze viezeriken.
Filmpje No 4. 2021-01-25 at 15:26:42. mp4Vertaling: kijk, ik lach naar jou, ja. Denk niet dat alles voorbij is, nee. Want jij bent in mijn ogen een moordenaar. Jij bent een kind moordenaar, snap je? Vertel het ook aan je hele familie dat ze niet moet denken dat de zaak voorbij is, nee. Ik wil een bewijs hebben. Anders, ga je of geld voor het bloed van mijn kind geven of er een persoon ooit het slachtoffer moet worden. Jij moet zwarte kleding gaan dragen, snap je? Denk niet dat alle voorbij is. Jullie moeten er of boete voor betalen, hetzij bloedig, hetzij financieel. Dit is verder aan jullie. Ik lach nu eens naar jou en ik schrijf je iets. Denk niet dat alles voorbij is, nee, lieverd. Ik stuur je deze video opzettelijk zodat je de video als een goed bewijs bij je hebt. Laat deze aan iedereen zien aan wie je zou willen. Ik trek me daar niets van aan. Waarom? Omdat ik gelijk heb. Ik heb gelijk, en ik ben voor niemand bang, lieverd. Ik ben voor niemand bang, ok. Als er iemand, bij voorbeeld, mij aan zou raken dan ga ik zowel zijn huis als zijn fabriek in brand steken. Waarom? Omdat ik een ezelskop heb (eigenwijs/koppig). De politie komt mij in de gevangenis zetten voor vijf of tien jaar. In deze periode zou de persoon, wiens huis en fabriek ik in brand gestoken had, mogelijk de schade van de verzekering ontvangen hebben. Als ik uit de gevangenis vrijkom, dan ga ik zijn huis en fabriek weer in brand steken. Weet je waarom? Omdat ik een ezelskop heb.Jij hebt mijn kind vermoord, daarom ben ik voor niemand bang. Weet je waarom? Ik ben voor niemand bang. Ik ga helemaal alleen komen, zonder iemand, zonder vrienden. Ik ben benieuwd, wie in Nederland mij zal durven aan te raken. Zoals je broer [naam3] tegen mij zegt dat hij mij doormidden zou snijden. Wie heeft de moed en lef van een leeuw zoals mij die met de auto 900km verder alleen komt. Ik wil kijken hoe jouw broer mij doormidden wil snijden. Deze handelingen heeft moed nodig en ik durf dit wel aan. Weet je waarom? Ik heb een ezelskop. Als ik zijn huis en fabriek voor de tweede keer in brand ga steken, dan ga ik weer de gevangenis in. Deze keer zal het misschien verdubbeld worden, dit wil zeggen 10 tot 12 jaar. Na 10 -12 jaar kom ik weer uit de gevangenis vrij. Deze keer ga ik zowel hemzelf als zijn huis en fabriek in brand steken. Weet jij waarom? Omdat 1k een ezelskop heb. Laat deze video aan iedereen zien aan wie je wilt. Breng maar het bewijs. Wat heb je met mijn kind gedaan? Hoer, prostituee, slet. Hoe je het kind vermoord hebt? Hoe je mijn kind hebt vermoord? Snap je? Breng maar een bewijs voor mij. Zie je mijn ogen? Is er angst in mijn ogen? Zie je enige angst in mijn ogen? Nee. Ik ben voor niemand van jouw bang. Ga weg, oude kut.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 4:
1. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] opgemaakt op 14 januari 2021, voor zover inhoudende (p. 52 en 53):
Op 2 juli 2020 kreeg ik ineens een bericht van [naam3] , geschreven in onze taal, Dari. [naam3] vindt, omdat ik hoofd van de familie ben, ik verantwoordelijk ben voor alles en dat ik 120.000 euro naar hem over moet maken met daarbij zijn bankrekeningnummer. Als ik niet zou betalen zou daar iedere maand rente bij komen. Daarna kreeg ik vele berichtjes en filmpjes van [naam3] , waarin [naam3] mij een politie pistool laat zien, een Walter in een koffertje. Ook laat [naam3] mij een mes zien en daarbij zegt hij dat als ik niet betaal, hij naar Nederland komt en mij en mijn familie dood komt maken. Op woensdag 13 januari 2021, kreeg ik weer een bericht van [naam3] dat ik nu 325.000 euro moet betalen binnen 5 dagen. Betaal ik niet dan komt hij binnen 5 dagen naar Nederland om mij en mijn familie te doden. Ik ben heel erg bang voor [naam3] en ik weet niet waartoe [naam3] in staat is.
2. Het proces-verbaal van verhoor aangever [naam 2] opgemaakt op 15 januari 2021, voor zover inhoudende (p. 54 t/m 57):
Gisteren heb ik ook nog berichtjes gekregen van [verdachte] nadat ik met de politie had gesproken. Hierin schreef hij dat ik nog vier dagen tijd had om het geld over te maken. En hij zei daar nog slechte woorden bij. Dit schreef hij in Dari. [verdachte] heeft het filmpje naar mij gestuurd. Dat was 10 maanden geleden. Zo zijn er nog meer filmpjes naar mij gestuurd. Daarin zegt hij dat hij mij neer gaat schieten. Hij vertelde een lang verhaal. Ik zal het samenvatten. Hij is mijn neef. Hij is getrouwd met de dochter van mijn broer. Zijn vrouw was zwanger. Die baby is weg. Daarna zegt hij tegen ons, jullie hebben mijn kleine kind doodgemaakt. Jullie moeten betalen. Dat zegt hij hier tegen mij. Het is een probleem tussen hem en zijn vrouw, waarom moet ik betalen? Hij zegt in zijn video dat ik geld moet betalen of hij gaat ons doodmaken. Hij zegt tegen mij, je gaat 325000 EUR naar mijn rekening overmaken of ik kom met mijn mesje jouw zoon of dochter doodmaken. Hij zei, ik heb op internet gevonden dat de kosten van abortus 120.000 EUR is. Hij zei tegen mij dat elke maand er rente bij komt. Nu is dat bedrag opgelopen naar 325.000 EUR. Daar heb ik bewijs van, dat heb ik in mijn telefoon. Dus of ik moet dat bedrag betalen, of hij gaat mijn kleine kind doodmaken. Elke nacht belt hij mij. Niemand weet of hij gaat komen. Hij kent mij, hij weet waar ik woon en waar ik werk. Hij weet veel over mij. Ik vind het echt een gevaarlijk gevoel. Vooral voor mijn kleine kind.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 28 januari 2021, voor zover inhoudende (p. 61 en 62, met bijlagen):
Aangever [naam 2] gaf vrijwillig zijn mobiele telefoon af voor onderzoek. De inhoud is vervolgens bestudeerd. Daarbij zijn de berichten die relevant zijn voor de zaak gescheiden en uitgedraaid op papier. Vervolgens heeft op mijn verzoek, [verbalisant] , een beëdigd tolk Dari deze berichten vertaald.
Bericht 19:
Verdachte: Je hebt nog vijf dagen, de zoon van mijn lieve tante (zus van vader).Bericht 21.Verdachte: Nu hebben jullie mijn kind vermoord.Bericht 35.Verdachte: Ik ben aan het wachten.Aangever: Hoeveel?Verdachte: 3 honderd en 25 duizend.Bericht 37.Verdachte: Ik heb je mijn bankrekening al gestuurd.Bericht 52.Verdachte: Vijf dagen.
Bericht 147.Verdachte: Je hebt nog vier dagen de tijd!!!
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 29 maart 2021, voor zover inhoudende (p. 84, met bijlagen):
De Afghaanse tolk vertaalde ook door de verdachte ingesproken whats-app berichten op de telefoon van aangever [naam 2] .
Afzender: eerloze [naam 2] , ik geef je vijf dagen de tijd. Na vijf dagen zal je noch deze telefoon zien en noch mij zien. Ik zal komen en jullie op een wijze in de rug/van achter slaan en neuken. Kijk altijd naar je achter, eerloze man. Want jullie moeten zich verantwoorden voor de lafheid die jullie met mij gedaan hebben. Ik kom jou van achter pakken en neuken.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 2 maart 2021, voor zover inhoudende (p. 98, met bijlagen):
Op maandag 1 maart 2021 werd door de tolk ( [nummers] ) een telefonisch opgenomen gesprek tussen aangever [naam 2] en de verdachte [verdachte] uitgewerkt. Dit gesprek stond opgeslagen op de telefoon van aangever [naam 2] .
Stuur mij het geld dat ik je geschreven had. Ik geef je vijf dagen de tijd. Als ik het binnen vijf dagen op mijn rekening heb dan is het goed, zo niet dan zal ik je politie, advocaat en heel Nederland neuken.
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 29 maart 2021, voor zover inhoudende (p. 102, met bijlagen):
Toen aangever [naam 2] op 4 maart 2021 een aanvullende verklaring aflegde, toonde hij op zijn telefoon ook enkele sms berichten die afkomstig waren van de verdachte.
Ik geef nog drie dagen de tijd (…).
Zondag 17 januari 2021
Ik ben een lafaard en ik wilde jullie bang maken, sorry. Mijn excuses, lieverds, jullie zijn mijn familie en jullie zullen mijn familie blijven. Ik bied je nogmaals mijn excuses aan, de zoon van mijn tante, ik hou van je.
4.4.
Bewijsoverwegingen
Feit 1
De rechtbank acht, gelet op voornoemde bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de bedreiging zoals onder feit 1 ten laste gelegd. De bewijsmiddelen in het dossier voor de ten laste gelegde bedreigingen hebben geen betrekking op de periode van 1 januari 2020 tot en met 26 juni 2020, zodat de rechtbank de verdachte ten aanzien van die periode partieel zal vrijspreken.
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat ook het tweede gedachtestreepje onder feit 1 wettig en overtuigend bewezen kan worden. Aangeefster [slachtoffer2] heeft in haar aangifte van 10 juli 2020 verklaard dat de verdachte haar op 9 juli 2020 heeft gebeld en meerdere malen “waar zit je, waar ben je, ik ga je dood maken” heeft gezegd. De rechtbank ziet geen reden om aan de betrouwbaarheid van deze verklaring van aangeefster te twijfelen. Aangeefster is consistent geweest in al haar verklaringen en deze worden voor het grootste gedeelte ondersteund door de vertaalde filmopnames en de bekennende verklaring van de verdachte zelf. De aangifte levert dan ook het bewijs voor de bedreiging met de bewoordingen zoals ten laste gelegd onder het tweede gedachtestreepje.
Feit 3
De rechtbank acht, gelet op voornoemde bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de bedreiging zoals onder feit 3 ten laste gelegd. De rechtbank zal de verdachte partieel vrijspreken ten aanzien van de periode van 1 januari 2020 tot 2 juli 2020. Aangever [naam 2] heeft immers verklaard dat hij pas op 2 juli 2020 voor het eerst een bedreigend bericht van de verdachte ontving.
Feit 4
De rechtbank acht, gelet op voornoemde bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging afpersing zoals onder feit 4 ten laste gelegd. Ten aanzien van de periode overweegt de rechtbank dat aangever [naam 2] heeft verklaard dat hij op 2 juli 2020 ineens een bericht kreeg van de verdachte dat hij 120.000 euro naar de verdachte moest overmaken en dat bij het uitblijven van betaling, daar iedere maand rente bij zou komen. Daarna kreeg hij vele berichtjes en filmpjes van de verdachte waarin hij onder andere zou hebben gezegd dat hij naar Nederland zou komen en aangever en zijn familie dood zou maken als aangever niet zou betalen. De rechtbank ziet geen reden om aan de betrouwbaarheid van deze verklaring te twijfelen. Aangever is consistent geweest in al zijn verklaringen en deze worden voor een groot gedeelte ondersteund door de (spraak)berichten. Op grond van dit bewijsmiddel, in samenhang met de overige bewijsmiddelen, stelt de rechtbank dan ook vast dat de verdachte zich vanaf 2 juli 2020 schuldig heeft gemaakt aan poging afpersing. Voor de ten laste gelegde periode van 1 januari 2020 tot en met 1 juli 2020 ziet de rechtbank geen bewijs en zal de rechtbank de verdachte dan ook voor dat gedeelte van de tenlastelegging partieel vrijspreken.
4.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij op tijdstippen in de periode van
27 juni2020 tot en met 17 januari 2021 in Nederland, [slachtoffer2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling en met verkrachting en met brandstichting, door die [slachtoffer2] te bellen en tekstberichten en spraakberichten en filmpjes en foto’s aan die [slachtoffer2] te sturen waarin/waarop hij, verdachte, een vuurwapen toont, meermalen een mes toont en ronddraait, meermalen een vuurwapen doorlaadt en een schot lost en het hoofd en het lichaam van die [slachtoffer2] onder het bloed heeft getekend, waarbij hij, verdachte, de volgende woorden uit:
- Denk maar niet dat je van mij af bent. Ik ga je bedrijf in brand steken of ik vermoord jou. Als ik in de gevangenis kom, ga ik daarheen, daarna kom ik weer terug naar jou om je alsnog te vermoorden, en
- Waar zit je, waar ben je, ik ga je dood maken, en
- Ik ga jou, je vrienden en familie dood maken en in brand steken, en
- Ik ga je doodmaken, ik ga je in brand steken, ik zal je niet met rust laten, en
- Ik ga dit (mes) in je vagina doen en dan ga ik goed draaien, en
- Ik ga deze/dit pistool in je vagina doen,
althans woorden van gelijke bedreigende aard of strekking;
3
hij op tijdstippen in de periode van
2 juli2020 tot en met 17 januari 2021 in Nederland, [naam 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling en met verkrachting, door die Jafari te bellen en tekstberichten en spraakberichten en filmpjes aan die [naam 2] te sturen/richten, waarin/waarbij hij, verdachte, de volgende woorden uit:
- Ik zal je laten huilen, je zal onder mijn voeten gaan liggen, ik ga je op de grond leggen, en
- Ik ga iets doen zodat je vrouw, dochter en kinderen zich bij mijn voeten neerleggen, en
- Ik zal je zus en moeder neuken, en
- Als je niet betaalt, kom ik naar Nederland en kom ik jou en je familie doodmaken, en
- Ik zal komen en jullie op een wijze in de rug/van achter slaan en neuken. Kijk altijd naar je achter, eerloze man. Ik kom jou van achter pakken en neuken,
althans woorden van gelijke bedreigende aard of strekking;
4
hij op tijdstippen in de periode van
2 juli2020 tot en met 17 januari 2021 in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met geweld [naam 2] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag van 120.000 euro en/of 325.000 euro, dat aan die [naam 2] toebehoorde, die [naam 2] heeft gebeld en tekstberichten en spraakberichten aan die [naam 2] heeft gestuurd/gericht, waarin/waarbij hij, verdachte, de volgende woorden uit:
- Jullie hebben mijn kleine kind doodgemaakt, jullie moeten betalen en
- Ik heb op internet opgezocht dat de kosten van abortus 120.000 euro is, als je niet betaalt komt er elke maand rente bij, en
- Als je niet betaalt, kom ik naar Nederland en kom ik jou en je familie doodmaken, en
- Jij gaat 325.000 euro naar mijn rekening overmaken of ik kom met mijn mesje jouw zoon of dochter doodmaken, en
- Eerloze [naam 2] , ik geef je vijf dagen de tijd, ik zal komen en jullie op een wijze in de rug/van achter slaan en neuken. Kijk altijd naar je achter, eerloze man. Ik kom jou van achter pakken en neuken, en
- Stuur mij het geld dat ik je geschreven had, ik geef je vijf dagen de tijd, als ik het binnen vijf dagen op mijn rekening heb dan is het goed, zo niet dan zal ik je politie, advocaat en heel Nederland neuken, en
- Je hebt nog vier dagen de tijd, en
- Ik geef je nog drie dagen de tijd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De strafoplegging

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De officier van justitie heeft ook gevorderd dat aan de verdachte vrijheidsbeperkende maatregelen worden opgelegd, als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, namelijk een contactverbod met aangeefster [slachtoffer2] en aangever [naam 2] en een locatieverbod voor de gemeentes waarin zij wonen en werken, voor een periode van drie jaren, op straffe van één maand hechtenis per overtreding, en dat de rechtbank beveelt dat deze maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht een gevangenisstraf op te leggen waarvan het onvoorwaardelijke deel maximaal gelijk is aan de duur van het voorarrest. De raadsvrouw heeft geen bezwaar tegen oplegging van de maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregelen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft gedurende een periode van ruim een half jaar zijn ex-partner bedreigd, omdat hij de overtuiging had dat zij abortus had laten plegen. De verdachte heeft zijn ex-partner veelvuldig bedreigend toegesproken en haar bedreigende foto’s en filmpjes gestuurd. De verdachte is ook, terwijl hij dreigde met mishandeling, verkrachting, brandstichting en moord, naar de woning van zijn ex-partner toegegaan vanuit zijn woonplaats in Duitsland. Dit heeft bijgedragen aan het bedreigende en beangstigende karakter van zijn dreigementen.
De verdachte heeft tevens de oom van zijn ex-partner gedurende een periode van ruim een half jaar bedreigd en gepoogd hem af te persen. De verdachte hield hem medeverantwoordelijk voor de abortus en eiste dat hij daarvoor een vergoeding, zogeheten bloedgeld, aan hem zou betalen.
Door zijn handelen heeft de verdachte zijn slachtoffers langdurig zeer veel angst aangejaagd en daarmee ernstig inbreuk gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring van zijn ex-partner is bovendien gebleken dat zij nog steeds bang is voor de verdachte en daar nare psychische gevolgen van ondervindt.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 6 augustus 2021, waaruit volgt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten in Nederland.
Op te leggen straf
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank zal in strafverzwarende zin meewegen dat de verdachte geen blijk heeft gegeven het laakbare van zijn handelen in te zien. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden passend en geboden is. Hierop zal de tijd die de verdachte in het kader van deze zaak reeds heeft doorgebracht in detentie, zowel in Nederland als in Duitsland (in afwachting van zijn overlevering naar Nederland) in aftrek worden gebracht. Voor de oplegging van een voorwaardelijk strafdeel ziet de rechtbank geen aanleiding.
Vrijheidsbeperkende maatregel
De strafbare gedragingen zijn van ernstige aard en lange duur geweest en zijn bewust gericht tegen de slachtoffers. In de berichten die de verdachte aan de slachtoffers heeft gestuurd, geeft hij aan dat hij zich niet zal laten tegenhouden door een gevangenisstraf. Mede op grond daarvan acht de rechtbank het ter beveiliging van de slachtoffers noodzakelijk om een contactverbod met [slachtoffer2] en [naam 2] en een locatieverbod ten aanzien van hun woon- en werkplaatsen, de gemeenten Sleeuwijk , Nieuwegein en Delft , aan de verdachte op te leggen. Deze maatregel zal worden opgelegd voor de duur van drie jaren. Indien de verdachte zich niet houdt aan de geformuleerde maatregel zal verdachte telkens één maand in hechtenis worden genomen, met een maximum van zes maanden.
Gelet op de lange periode waarin de verdachte de bedreigingen heeft geuit en de door de verdachte ter terechtzitting geuite frustratie jegens de slachtoffers dient er naar het oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee gehouden te worden dat de verdachte zich opnieuw belastend zal gedragen jegens [slachtoffer2] en [naam 2] Derhalve zal de rechtbank bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen:
- 38v, 38w, 45, 57, 285, 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging voor zover het betreft het onder 2 ten laste gelegde feit;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 4.5. bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
en
bedreiging met zware mishandeling
en
bedreiging met verkrachting, meermalen gepleegd
en
bedreiging met brandstichting,
meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
bedreiging met enige misdrijf tegen het leven gericht
en
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd
en
bedreiging met verkrachting, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4:
poging tot afpersing,
meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd onder de feiten 1, 3 en 4 dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
9(
negen)
maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht,
alsmede de tijd doorgebracht in Duitsland in afwachting van overlevering, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
legt op de
maatregeldat de veroordeelde voor de duur van
drie (3) jaren:
op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
  • [slachtoffer2] , geboortedatum [geboortedatum] 1992;
  • [naam 2] , geboortedatum [geboortedatum] 1964;
zich niet zal ophouden in de navolgende gebieden:
  • gemeente Sleeuwijk ;
  • gemeente Nieuwegein ;
  • gemeente Delft ;
beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
1 (één) maandvoor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
beveelt dat de opgelegde maatregel
dadelijk uitvoerbaaris;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door
mr. S.M. van der Schenk, voorzitter,
mr. D.C. Laagland, rechter,
mr. C. van Hees, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.R. Klein, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 oktober 2021.