ECLI:NL:RBDHA:2021:11330

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
C/09/615555 / FA RK 21-4966
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator in een internationale kinderontvoeringszaak

In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 1 september 2021, wordt een bijzondere curator benoemd in het kader van een verzoek tot teruggeleiding van een minderjarige, die betrokken is bij een internationale kinderontvoering. Het verzoek is ingediend door de moeder, wonende in Egypte, en de vader is als belanghebbende aangemerkt. De rechtbank heeft eerder, op 18 augustus 2021, voorlopige voogdij over het kind toegewezen aan de Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering. De ouders hebben geprobeerd om middels crossborder mediation tot een overeenkomst te komen, maar hebben geen overeenstemming bereikt over de gewone verblijfplaats van het kind. De moeder handhaaft haar verzoek tot teruggeleiding.

De rechtbank oordeelt dat, gezien de belangen van het kind en de aard van de zaak, het noodzakelijk is om een bijzondere curator te benoemen. Deze curator zal gesprekken voeren met de minderjarige om diens mening over het verblijf in Egypte en Nederland te achterhalen. De ouders worden verzocht volledige medewerking te verlenen aan deze gesprekken. De bijzondere curator moet uiterlijk twee dagen voor de volgende zitting een schriftelijk verslag aan de rechtbank en de ouders toesturen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en verwijst de zaak naar de meervoudige kamer voor verdere behandeling.

De beschikking benadrukt het belang van de mening van de minderjarige en de noodzaak om deze in de procedure naar voren te brengen, zonder dat de ouders hierbij betrokken worden. De rechtbank stelt verschillende vragen aan de bijzondere curator om inzicht te krijgen in de situatie van de minderjarige en de impact van de verblijfplaatsen.

Uitspraak

Rechtbank Den HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 21-4966
Zaaknummer: C/09/615555
Datum beschikking: 1 september 2021

Internationale kinderontvoering – benoeming bijzondere curator

Beschikking in het kader van het op 27 juli 2021 ingekomen verzoek van:

[X] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats X] , Egypte,
advocaat: mr. Y.M. Schrevelius te Rotterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[naam vader],

de vader,
wonende te [woonplaats Y] ,
advocaat: mr. A. van Toorn te Rotterdam.

Procedure

Bij beschikking van 18 augustus 2021 heeft deze rechtbank Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering belast met de voorlopige voogdij over het minderjarige kind:
- [minderjarige] geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] , Egypte,
van 18 augustus 2021 tot het moment waarop een eventuele beslissing tot teruggeleiding ten uitvoer zal zijn gelegd. Iedere verdere beslissing is aangehouden.
De rechtbank heeft opnieuw kennis genomen van de stukken.
Op 29 augustus 2021 heeft het Mediation Bureau de rechtbank bericht dat de crossborder mediation tussen de ouders heeft geresulteerd in een spiegelovereenkomst. De ouders hebben echter geen overeenstemming bereikt over de gewone verblijfplaats van [minderjarige] . De moeder handhaaft daarom het teruggeleidingsverzoek.

Beoordeling

Ingevolge artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechtbank een bijzondere curator benoemen. De rechtbank acht het, gelet op de aard van de zaak en van de daarin spelende belangenstrijd, in het belang van [minderjarige] noodzakelijk een bijzondere curator te benoemen.
De rechtbank verzoekt de bijzondere curator de volgende vragen te beantwoorden:
Wat geeft [minderjarige] zelf aan over een eventueel verblijf in Egypte en een eventueel verblijf in Nederland?
In hoeverre lijkt [minderjarige] zich vrij te kunnen uiten?
In hoeverre lijkt [minderjarige] de gevolgen van het verblijf in Egypte of het verblijf in Nederland te overzien?
Wil [minderjarige] met de rechter(s) spreken en zo ja, wenst [minderjarige] dat de bijzondere curator daarbij aanwezig zal zijn?
Zijn er nog bijzonderheden naar voren gekomen die van belang zijn voor de te nemen beslissingen?
Van de bijzondere curator wordt verwacht dat deze door gesprekken te voeren met [minderjarige] probeert zicht te krijgen op de mening van [minderjarige] ten aanzien van het verblijf in Egypte en het verblijf in Nederland en vervolgens die mening van [minderjarige] naar voren te brengen in deze procedure. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van de rechtbank dat de bijzondere curator hierbij ouders zal betrekken. Het gaat alleen om gesprekken met [minderjarige] .
Van de ouders wordt verwacht dat zij volledige medewerking verlenen aan het inplannen en uitvoeren van de gesprekken van [minderjarige] met de bijzondere curator.
Van haar bevindingen dient de bijzondere curator uiterlijk twee dagen voor de nader te bepalen behandeling ter zitting een schriftelijk verslag aan de rechtbank en de ouders toe te sturen. De bijzondere curator licht het verslag zo nodig ter zitting toe.
De rechtbank zal de zaak voor de verdere inhoudelijke behandeling verwijzen naar de meervoudige kamer van deze rechtbank.

Beslissing

De rechtbank:
*
benoemt tot bijzondere curator over de minderjarige [minderjarige] geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] , Egypte:
[naam bijzondere curator]
Kantoor: [naam kantoor]
[gegevens bijzondere curator]
bepaalt dat de griffier een afschrift van de processtukken, waaronder de zittingsaantekeningen van de regiezitting, aan de bijzondere curator zal toesturen;
bepaalt dat de bijzondere curator uiterlijk twee dagen voor de nader te bepalen behandeling ter zitting haar schriftelijk verslag aan de rechtbank en de (advocaten van de) ouders dient te sturen;
*
houdt iedere verdere beslissing aan;
*
verwijst de zaak naar de meervoudige kamer.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. M.I. Noordegraaf als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 september 2021.