Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. W.P.R. Peeters, in beroep ging tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat de eiser geen beroepsgronden heeft ingediend binnen de gestelde termijn. De rechtbank heeft eiser op 24 juni 2021 verzocht om dit verzuim te herstellen, maar de beroepsgronden zijn pas op 2 juli 2021 ontvangen. De gemachtigde van eiser voerde aan dat hij geen notificatie had ontvangen van het verzoek van de rechtbank, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat de notificatie op 24 juni 2021 correct was verzonden. Een technisch onderzoek bevestigde dat er geen verstoringen waren op de verzenddatum. De rechtbank oordeelde dat de stelling van de gemachtigde niet voldoende onderbouwd was en dat de problemen met de server van zijn kantoor niet relevant waren voor de periode in kwestie. De rechtbank heeft ook het beroep van eiser op een arrest van het EHRM verworpen, omdat dit niet concreet was onderbouwd. De rechtbank heeft besloten dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard.