3.4De beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank zal de op de tenlastelegging voorkomende feiten behandelen in de volgorde waarin zij bij de inhoudelijke behandeling aan de orde zijn geweest en zal daartoe eerst de start van het onderzoek van politie en justitie uiteen zetten.
Op 15 maart 2018 is aangifte gedaan door [aangever] namens [bedrijfsnaam 1] . over een incident van 27 februari 2018. Hij heeft verklaard dat een dockdeur van zijn transportbedrijf was beschadigd. Op camerabeelden was te zien dat een kleine witte vrachtwagen van het merk Daf met het [kenteken 1] van het [naam verhuurbedrijf] tegen de dockdeur aan was gereden. Daarnaast was te zien dat deze witte vrachtwagen betrokken was bij het overhevelen van één specifieke pallet uit een andere vrachtwagen die op het terrein van [bedrijfsnaam 1] geparkeerd stond. In totaal waren zes mensen betrokken bij het overhevelen van deze pallet, die een partij ananassen bevatte. [aangever] kon zich moeilijk voorstellen dat zes mensen betrokken zouden zijn bij diefstal van een partij ananassen met een waarde van € 700,-.
Uit onderzoek van politie van 4 mei 2018 bleek dat [medeverdachte 1] ten tijde van voornoemd incident bij [naam verhuurbedrijf] een vrachtwagen met het [kenteken 1] had gehuurd van 26 tot en met 28 februari 2018. Voorts bleek dat hij voornemens was om wederom een vrachtwagen te huren, ditmaal vanaf 7 mei 2018. Dit betrof een witte vrachtwagen van het merk Daf, voorzien van [kenteken 2] . [medeverdachte 1] had bij het huren van deze vrachtwagen het [telefoonnummer 1] ) opgegeven.Uit gegevens van het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie bleek dat het [telefoonnummer 1] is afgegeven aan [naam 2] , ingeschreven op hetzelfde adres als [medeverdachte 1] .
Vervolgens heeft de politie het [telefoonnummer 1] getapt, onder de vrachtwagen met het [kenteken 2] een peilbaken geplaatst en heeft een observatie-eenheid, aan de hand van de peilbakengegevens, de vrachtwagen geobserveerd. Hierna zullen aldus eerst opgenomen tapgesprekken en resultaten van observaties worden besproken, alvorens toe te komen aan verklaringen van verdachten.
Observaties en tapgesprekken
Uit observaties van 7 mei 2018 tussen 18:30 uur en 00:15 uur bleek dat de vrachtwagen met het [kenteken 2] rond 19:53 uur bij [bedrijfsnaam 2] in Roosendaal werd opgehaald door [medeverdachte 1] en een ander persoon die kwamen aanrijden in een Volvo voorzien van het [kenteken 3] [medeverdachte 1] stapte in de vrachtwagen en de ander reed in de Volvo achter de vrachtwagen aan. Vervolgens werd voornoemde Volvo door het observatieteam rond 22:00 uur waargenomen op het [adres 1] te Bergen op Zoom. In de woonkamer van dit adres zag het observatieteam vijf personen aanwezig, waaronder [medeverdachte 1] en [naam 3] . Na ruim een half uur verlieten vier personen de woning, zo ook [medeverdachte 1] . Hij reed in de Volvo naar de parkeerplaats gelegen aan de [adres 2] te Heinenoord.
Uit een opgenomen tapgesprek van 7 mei 2018 tussen - [telefoonnummer 1] en het [telefoonnummer 2] , in gebruik bij [naam 2]van 23:29 uur bleek dat de gebruiker van de [telefoonnummer 1] vertelde “dat het pakketje niet aankomt op de plek waar het moet zijn” en “dat kleine p en ik in de vrachtwagen gaan wachten” en “dat om 02:00 uur nog een meeting is”.De stem van de gebruiker van - [telefoonnummer 1] werd herkend als de stem van [medeverdachte 1] .
Uit observaties van 8 mei 2018 tussen 08:00 uur en 14:40 uur bleek dat de vrachtwagen geparkeerd stond op de parkeerplaats te [adres 1] . Rond 11:00 uur reed een Kia Rio met [kenteken 4] parkeerplaats op en parkeerde ter hoogte van de vrachtwagen. Na een paar minuten reed de Kia het parkeerterrein weer af, om een uur later weer terug te keren. Rond 12:40 uur reed de Kia het parkeerterrein weer op en parkeerde ter hoogte van de vrachtwagen. De inzittenden van de Kia en de vrachtwagen maakten contact met elkaar.
De Kia is op 8 mei 2018 (rond 09:15 uur) gecontroleerd door de Douanepolitie in het havengebied van Rotterdam, te weten op de [adres 3] ter hoogte van het [adres 4] . In de Kia bevonden zich [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [naam 3] en [medeverdachte 1] . Volgens de verbalisanten was vanaf de plek waar het voertuig geparkeerd stond al het wegverkeer zichtbaar dat vanaf de terminals in de haven richting Rotterdam rijdt. Ook waren uitvalswegen zichtbaar van de achtergelegen containerterminals, waaronder terminal APM2.
Uit observaties van 8 mei 2018 tussen 14:40 uur en 20:00 uur bleek dat rond 16:00 uur een persoon uit de vrachtwagen stapte en in de Kia stapte. Daarna stapte [medeverdachte 1] uit de vrachtwagen en in de Kia en reed de Kia weg. De vrachtwagen bleef leeg achter op de parkeerplaats. Er zaten op dat moment vijf personen in de Kia en deze reed met hoge snelheid via de A29 op de A4. Rond 18:30 uur reed de Kia het parkeerterrein te Heinenoord weer op en parkeerde naast de vrachtwagen. Er zaten op dat moment vier personen in de Kia, waaronder [medeverdachte 1] . De Kia en de vrachtwagen verlieten vervolgens het parkeerterrein met in beide voertuigen twee personen, [medeverdachte 1] zat op dat moment in de vrachtwagen.
Uit bakengegevens bleek dat de vrachtwagen op dinsdag 8 mei 2018 tot 18:40 uur op de parkeerplaats te Heinenoord heeft gestaan en daarna via de A29 en N213 naar [naam opslagbedrijf] in ’s-Gravenzande is gereden. Daar passeerde de vrachtwagen de hoofdingang van [naam opslagbedrijf] om 19:13 uur, keerde bij de rotonde en reed weer terug naar de hoofdingang. Vervolgens reed de vrachtwagen om 19:20 uur langs de achteringang van [naam opslagbedrijf] en stond rond 19:30 uur stil op de [adres 5] en kwam niet meer in beweging.
Rond 19:19 uur werd de Kia waargenomen bij [naam opslagbedrijf] . De bijrijder van de Kia stapte uit en liep het terrein van dit bedrijf op. Om 19:45 uur parkeerde de Kia nabij de vrachtwagen op de [adres 5] . Twee personen stapten uit de Kia en twee personen stapten uit de vrachtwagen en maakten contact met elkaar. Om 20:00 uur stapten alle personen in de Kia en vertrokken. De vier personen werden kort daarop aangehouden door de politie en geïdentificeerd als [medeverdachte 1] , de [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . Vervolgens werd vastgesteld dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] herkend werden als de eerder geobserveerde personen bij de vrachtwagen en de verdachte en [medeverdachte 3] als inzittenden van de Kia.
Uit observaties bleek verder dat één persoon, de hiervoor genoemde bijrijder van de Kia, nog altijd op het bedrijventerrein van [naam opslagbedrijf] aanwezig was. Verder bleek uit tapgesprekken dat een persoon zich had verstopt op het bedrijventerrein en wel specifiek in een koelcel van [naam opslagbedrijf] .Vervolgens hebben verbalisanten [medeverdachte 5] aangehouden in een koelcel tussen zakken aardappelen.
Op 10 mei 2018 stelden verbalisanten een onderzoek in naar het [naam opslagbedrijf] . Zij ontvingen van het bedrijf een schriftelijke uitdraai van alle leveringen van 8 mei 2018. Hieruit bleek dat één levering afkomstig was uit Costa Rica en ananassen bevatte. Deze partij was vervoerd in één container die vanaf de Maasvlakte terminal APM2 de haven was binnengekomen en daarna verder was vervoerd. De inhoud van de container stond nog in zijn geheel in een koelcel. De totale inhoud bestond uit 20 pallets. Op twee van de pallets zagen verbalisanten in diverse dozen, naast ananaskronen, doorzichtige plastic zakken met daarin rechthoekige in tape verpakte pakketten met daarin vermoedelijk verdovende middelen.Vervolgens is het totaal van 510 pakketten van elk een kilo per stuk in beslag genomenen is een deel hiervan voorzien van SIN-nummersen opgestuurd naar het NFI.Blijkens rapportages van het NFI betroffen alle onderzochte materialen cocaïne.
Zoals eerder genoemd had [medeverdachte 1] bij het huren van de [bedrijfsnaam 2] vrachtwagen een [telefoonnummer 1] ) opgegeven. Dit telefoonnummer is door politie en justitie getapt. Hieruit bleek dat [medeverdachte 1] veelvuldig contact maakte met de volgende [telefoonnummer 3] ), [telefoonnummer 2] ) en [telefoonnummer 4] ). Vervolgens zijn ook deze telefoonnummers getapt, waarmee de volgende gesprekken plaatsvonden op 8 mei 2018:
Tussen 14:29 uur en 15:11 uur vond per sms contact plaats tussen - [telefoonnummer 3] en - [telefoonnummer 2]:
- [telefoonnummer 2] : Die KANKER BAK IS ONDERWEG EN HIJ IS IN 1X BANG GEWORDEN COKE IS UITGEWERKT
- [telefoonnummer 3] : Kunnen ze hem nog pakken?
- [telefoonnummer 2] : Ja MAAR HIJ Is Te Bang. En Het Gaat Niet En Zus En Zo
- [telefoonnummer 3] : Oh fuck
- [telefoonnummer 3] : Durft niet 1 van die andere gasten?
- [telefoonnummer 2] : Nee [medeverdachte 4] haakt INEENS AF. Hij Is Bang Gewordn
- [telefoonnummer 3] : Ik heb er geen woorden voor.. ook totaal geen idee
- [telefoonnummer 2] : Ik Word Hier helemaal Gek
- [telefoonnummer 3] : ja dat begrijp ik
- [telefoonnummer 3] : en nu?!
- [telefoonnummer 2] : MISSI MISLUKT VR WA;
om 14:45 uur vond het volgende gesprek plaats tussen - [telefoonnummer 3] en - [telefoonnummer 4]:
- [telefoonnummer 4] : ga jij weer terug terug terug
- [telefoonnummer 3] : wat?
- [telefoonnummer 4] : ga jij weer terug terug
- [telefoonnummer 3] : ga jij hem nog aan de kant zetten of wat?
- [telefoonnummer 4] : huh?
- [telefoonnummer 3] : ga je die vrachtwagen nog aan de kant zetten of wat?
(…)
- [telefoonnummer 4] : ik ben nu aan het eh... ik ben nu aan het volgen...
- [telefoonnummer 3] : je moet hem pushen man die ene die achter je zit die moet je gewoon pushen
- [telefoonnummer 4] : ...ntv... is heel de tijd bezig, maar mooi ik ga... mooi ik ga volgen oké
- [telefoonnummer 3] : ja oke
- [telefoonnummer 4] : ik ben nu aan het volgen mooi zodra ik een dingen zie dan probeer ik ...ntv.... anders uhh.. ander moet ik afhaken...
- [telefoonnummer 3] : ja
- [telefoonnummer 4] : mooi ik ben nu in ieder geval aan het volgen ja
- [telefoonnummer 3] : ja oke doei;
tussen 15:35 uur en 16:40 uur vonden over en weer de volgende gesprekken plaats tussen
- [telefoonnummer 4] , - [telefoonnummer 3] en - [telefoonnummer 2] :
- [telefoonnummer 2] : Hey ken je even [medeverdachte 4] geven.
- [telefoonnummer 2] : Hey [medeverdachte 4] .
(- [telefoonnummer 4] ) [medeverdachte 4] : Hè
- [telefoonnummer 2] : Luister, hey [medeverdachte 4] luister 's.
(- [telefoonnummer 4] ) [medeverdachte 4] -.Wat is 'r?
- [telefoonnummer 2] : D'r is nog wel een mogelijkheid hè. Ik zeg d'r is nog eventueel wel een mogelijkheid.
(- [telefoonnummer 4] ) [medeverdachte 4] : Wat dan?
- [telefoonnummer 2] : Nou dat ding, die spullen zijn héél héél erg goed verstopt;
- [telefoonnummer 2] naar - [telefoonnummer 4] : SPULLEN ZIJN GOED VERWERKT IN DE. [medeverdachte 4] MOET DIE MAGAZIJN IN EN DAAR VERSTOPPEN OVER 4 UURTJES SLUIT DIE Zaak Dan KOMEN WE DIE PALLETS OPHALEN;
- [telefoonnummer 4] : Hey ik ben al een keer eerder geweest daaro, je kan daar niet binnen.
- [telefoonnummer 2] : Want?
- [telefoonnummer 4] : Vanuit het kantoor doen hun de deur open naar magazijn. Electronisch.
- [telefoonnummer 2] : Oh vanuit het kantoor doen ze die roldeur open?
- [telefoonnummer 4] ; Ja. Nee-ee, ze doen van binnenuit die roldeur open, maar jij kan als chauffeur zijnde, ga jij daar naar binnen toe, naar die magazijn zelf, ....(ntv) d'r bij daar met laden. Maar die deur van het kantoor naar het magazijn die kunnen HUN alleen openen.
- [telefoonnummer 2] : Ja, maar we hoeven toch niet via dat kantoor naar binnen.
- [telefoonnummer 4] : D'r is geen andere mogelijkheid om naar binnen te komen.
- [telefoonnummer 2] : (zucht) Hey ik heb echt grote problemen maat.
- [telefoonnummer 4] ; Ja dat weet ik.
- [telefoonnummer 2] : Ik heb echt mega grote problemen maat.
(…)
- [telefoonnummer 4] : Nee, maar in de vrachtwagen ken je het terrein ook niet op hè.
- [telefoonnummer 2] : Want?
- [telefoonnummer 4] : Zit een hek voor.
- [telefoonnummer 2] : Nee, achterkant
- [telefoonnummer 4] : Is ook hek. Slagboom en hek
(…)
- [telefoonnummer 2] : Jajaja maar gisteravond was die nog gewoon open hoor.
- [telefoonnummer 4] : Ja?
[telefoonnummer 2] : Ja honderd procent, gister was die gewoon open. Ik heb heel goed me huiswerk gedaan. Alleen het is jammer genoeg niet goed uitgevoerd;
- [telefoonnummer 2] : Kan jij [medeverdachte 4] thuis afzetten.
- [telefoonnummer 4] : ja.
- [telefoonnummer 2] : en met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] naar mij toe komen alsjeblieft.
- [telefoonnummer 4] : En die andere jongen?
- [telefoonnummer 2] : Ja, ook goed ook goed, heeft hij geen ballen?
- [telefoonnummer 4] : Misschien als je alleen met hem praat en hem een goede prijs geeft, misschien kan.
- [telefoonnummer 2] : In ieder geval, komen jullie maar men zen drieën en zet [medeverdachte 4] thuis af.
Tussen 17:16 uur en 17:19 uur werden de volgende sms-berichten verstuurd tussen - [telefoonnummer 3] en - [telefoonnummer 2]:
- [telefoonnummer 3] : wat wilde je geven aan mij?
- [telefoonnummer 2] : 150K
- [telefoonnummer 3] : ken kleine niet zonder iets weglaten gaan dus ik geef dan deel aan hem
- [telefoonnummer 2] : IK GEEF JULLIE Ieder 150K;
Uit onderzoek van politie en justitie bleek dat het [telefoonnummer 2] in gebruik is geweest bij de verdachte, het [telefoonnummer 3] in gebruik is geweest bij [medeverdachte 4]en het [telefoonnummer 4] in gebruik is geweest bij [medeverdachte 3] . Hierbij dient opgemerkt te worden dat enkele gesprekken zoals gevoerd door - [telefoonnummer 4] door een ander dan [medeverdachte 3] zijn gevoerd, zoals op het moment dat de telefoon aan [medeverdachte 4] wordt gegeven, zoals blijkt uit het hiervoor opgenomen telefoongesprek onder voetnoot 22 Blijkens stemvergelijkend onderzoek van de politie betreft dit [naam 3] . Daarnaast is de gebruiker van - [telefoonnummer 4] van het hiervoor opgenomen gesprek van voetnoot 24 blijkens onderzoek van politie middels stemvergelijkend onderzoek te koppelen aan [medeverdachte 1] .
Uit onderzoek van de politie bleek verder dat het IMEI-nummer van de telefoon met het [telefoonnummer 4] op 8 mei 2018 tussen 18:55 uur en 19:00 uur is gewisseld. Voor 18:55 uur betrof het IMEI-nummer [-] , behorende bij een Alcatel One Touch, welke na aanhouding van de verdachten in de Kia werd aangetroffen.Na 19:00 uur betrof het IMEI-nummer [-] , behorende bij een Nokia 108, welke na aanhouding van de verdachte [medeverdachte 5] werd aangetroffen op de plaats waar [medeverdachte 5] zich had verscholen.
Uit onderzoek aan de mobiele telefoon in gebruik bij [medeverdachte 3] bleek het volgende gesprek op 8 mei 2018 vanaf 17:08 uurtussen [medeverdachte 3] en het [telefoonnummer 5] ( [telefoonnummer 5] ), naar later bleek in gebruik bij [medeverdachte 5] .
[medeverdachte 3] : Wat jij doen?
[medeverdachte 5] : Ben thuis man
[medeverdachte 3] : Mattie ben je misschien bereid ergens na binnen te gaan
[medeverdachte 5] : Solo?
[medeverdachte 3] : Je moet ergens verstoppen. Later groen licht geven. En dan komen paar andere. Dit is iets heel groots bro. Risicoo. Is heel groot eh mattie he. Mesha verdiend ook goed.
[medeverdachte 5] : Ja toch maat maar van wie is die plek. Waar k verstop
[medeverdachte 3] : Is geen plek. Is bedrijf. (...) Daar zit 4 mil aan spullen van mensen. Die is verkeerde gegaan. Eigenlijk wat ik jou aanraad beter niet
[medeverdachte 5] : Zeg mij deel maat dan zeg ik jou meteen ja of nee wollah
[medeverdachte 3] : Hahaha. Als ik tegen jou zeg. Zg je gelijk ja.
[medeverdachte 5] : Zeg maat. Ik loer op deze dingen
(…)
[medeverdachte 3] : Ik geef je zelf 75
[medeverdachte 5] : Wollah. Wanneer gaan we
[medeverdachte 3] : Ik ga even bespreken bro (…) Neem op praat met deze gast
(…)
[medeverdachte 3] : Waar moeten we je ophalen
[medeverdachte 5] : Die mac donald. Van hoogvliet. Parkeerplaatss.
[medeverdachte 3] : Isgoed
Vervolgens vond op 8 mei 2018 rond 19:30 uur het volgende gesprek plaats tussen - [telefoonnummer 4] , op dat moment dus in gebruik bij [medeverdachte 5] en - [telefoonnummer 2] , in gebruik bij de verdachte:
[medeverdachte 5] : Maat ik ben achter die koeling IK Hoef alleen maar op die knop te drukken kom k in die grote koeling. Beste gwn wachte hier ofni s een ruimte van een extra dok die niet gebruikt wordt.
[verdachte] : Verstop JE Ergens Achter pallet Ofzo Geen deur Of Rolluik Openen. Je ben gewoon binnen toch. Klopt Ze Gaan Zo Dicht
[medeverdachte 5] : Ja man k ben in een extra koeling ik weet niet ..100 procent maar heb 2 luike als k die ope doe kom ik in die grote als t goed is. Saf als je ziet laatste mensen weg zeg me
[verdachte] : oke PerfECT Verstop Je Eigen Daar En ProBeer Na 8 Uur Na Binnen Te Gaan
[medeverdachte 5] : Zit hier niet heel goed verstopt maar kleine kans dat iemand kom. Kijk ik ben via normale deur na bin gegaan ben nu in een kleine lege koeling erstaat op a4 papier NA LOSSEN DEUR SLEUTEN. Dus waarschijnlijk wanr ik deze rolluik omhoog doe kom ik denk in die grote koeling maar kom dan sws binne
[verdachte] : Top
[medeverdachte 5] : Ik kan als goed is gwn met hand openen je hebt 2 luike 1 schuif dus meld me als ik kan gaan
[verdachte] : Waar Ben Je Precies Naar Binnen Gegaan, rechts Of Links, Jij Moet Bij Die Grote Zijn Waar Die 25 DOKS Zijn
[medeverdachte 5] : Waar jullie mij afzette hoe ik rechtdoor liep die doc die je daarziet daar ben ik binnen bellen moeilijk weenie wat naast me is
[medeverdachte 5] : Zeg me als k kan gaan kijke. Ik wacht op jullie teken
Verklaringen van verdachten
[medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] hebben als verdachte bij de politie een verklaring afgelegd.
[medeverdachte 2] heeft op 19 en 20 juni 2018 onder meer het volgende verklaard.
Hij werd op 8 mei 2018 rond 05:00 opgehaald voor een klusje. Hij zou wat spullen van de ene vrachtwagen in de andere vrachtwagen moeten laden. Hij zou hier € 1.000,- voor krijgen. Hij werd met een auto opgehaald, een Kia, er zaten nog drie andere personen in deze auto. Ze reden eerst rondjes in Bergen op Zoom en kwamen bij een witte vrachtwagen waar twee personen in zaten, één van die personen stapte uit de vrachtwagen en in de Kia. Deze man zei dat zijn broertje in de witte vrachtwagen bleef zitten. Vervolgens reden ze door tot ze langs een weg parkeerden en wachtten op een vrachtwagen. Op de Maasvlakte zochten ze naar een zeecontainer. Daar werden ze gecontroleerd door de politie. Daarna gaf [medeverdachte 2] aan dat hij wilde stoppen en niet meer mee wilde doen, hij wilde naar huis. Dat mocht niet van de bestuurder. De bestuurder praatte continue Marokkaans en was aan het bellen. Ze reden daarna met hoge snelheid over de snelweg en reden achter een vrachtwagen geladen met een container. Deze vrachtwagen werd gevolgd en moest worden gefilmd en gefotografeerd. Enige tijd later is [medeverdachte 2] in Bergen op Zoom afgezet.
[medeverdachte 3] heeft op 18 mei 2018 onder meer het volgende verklaard. Hij was op 7 mei 2018 aan het kaarten toen hij werd aangesproken door de verdachte, die hem vroeg of hij met een auto wat mensen heen en weer kon rijden. Ook moest hij iemand meenemen. [medeverdachte 3] besloot hierop [medeverdachte 2] te benaderen om hem op te halen en mee te nemen. Van de verdachte moest [medeverdachte 3] ook nog ene [naam 4] meenemen. Vervolgens hebben ze per auto [medeverdachte 1] opgehaald. Op dat moment reed [medeverdachte 3] met [medeverdachte 2] , [naam 4] en [medeverdachte 1] in de auto en vertelden [naam 4] en [medeverdachte 1] hem waar hij heen moest rijden. Ze reden in een Kia, die had [medeverdachte 3] van de verdachte gekregen. Ze reden richting Rotterdam. Ze stopten langs de snelweg en werden gecontroleerd door de Douanepolitie. Vervolgens moest [medeverdachte 3] van [medeverdachte 1] en [naam 4] aan de verdachte vertellen dat het niet doorging en ze terug zouden rijden. Hij heeft toen [medeverdachte 1] en [naam 4] afgezet en is naar zijn eigen huis gereden om andere kleren aan te doen. [medeverdachte 2] zat toen nog in de Kia. Vervolgens belde de verdachte dat ze weer terug moesten rijden. Hierop is hij weer in de auto gestapt en heeft hij [medeverdachte 1] en [naam 4] weer opgehaald. Ze reden op de snelweg en hij moest van [medeverdachte 1] achter een vrachtwagen aan rijden. Ze reden richting ’s-Gravenzande en op enig moment werden vanuit de auto foto’s genomen van de op de snelweg rijdende vrachtwagen. Daarna moest hij [medeverdachte 1] afzetten op een parkeerplaats bij een witte vrachtwagen. Dit was dezelfde plek als waar [medeverdachte 1] eerder was opgehaald. Vervolgens zijn ze richting Bergen op Zoom gereden om [naam 4] en [naam 5] af te zetten. Daarna werd de verdachte opgehaald. Ze reden door tot ze stopten op een parkeerplaats, toen de verdachte vroeg of hij niet nog iemand kende die ballen had. Vervolgens heeft de verdachte met de mobiele telefoon van [medeverdachte 3] contact gehad met het neefje van [medeverdachte 3] , te weten [medeverdachte 5] . Vervolgens reed de verdachte en haalden ze [medeverdachte 5] op bij een parkeerplaats van de McDonald’s. Ze reden opnieuw richting ’s-Gravenzande en nabij een rotonde werd [medeverdachte 5] afgezet. [medeverdachte 5] had daarvoor een simkaart van een Samsung meegekregen. Ze reden terug naar de rotonde en daar stond [medeverdachte 1] , ze stapten uit en besloten niet veel later terug te rijden naar Bergen op Zoom. Daarna werden ze aangehouden.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij een tip had gekregen omtrent het transport van een partij cocaïne. Zijn bedoeling was enkel om deze partij cocaïne te stelen. Met dat doel heeft hij vervolgens een team samengesteld en heeft hij de actie om de cocaïne te stelen verder georganiseerd. Hoewel hij niet wist om hoeveel cocaïne het precies zou gaan, wist hij wel dat het niet om enkele tientallen kilo’s ging maar wel om meer dan dat.
Conclusie van de rechtbank ten aanzien van feit 1 (invoer verdovende middelen)
De rechtbank is, gelijk aan de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte betrokken is bij (het medeplegen van) het binnen het grondgebied brengen van 510 kilogram cocaïne. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is niet gebleken dat de verdachte enig aandeel heeft gehad in het vanuit het buitenland binnen het Nederlands grondgebied brengen van de partij cocaïne. Bovendien staat vast dat de verdachte en zijn medeverdachten op geen enkel moment de beschikkingsmacht hebben gehad over de cocaïne, zodat ook niet van een voltooide verlengde invoer binnen het Nederlandse grondgebied kan worden gesproken. Dit betekent dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde feit.
Feit 2 (voorbereidingshandelingen Opiumwet)
De rechtbank acht wel voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig voor het onder 2 ten laste gelegde feit. Voor een bewezenverklaring van voorbereidingshandelingen in het kader van de Opiumwet is vereist dat de verdachte het opzet heeft gehad om met zijn handelen het binnen het grondgebied brengen en vervoeren van verdovende middelen, te bevorderen.
De rechtbank merkt daarbij op dat dit ten laste gelegde feit diverse feitelijke handelingen behelst, in de tenlastelegging onder verschillende ‘gedachtestreepjes’ verwoord. Ten aanzien van de verdachte acht de rechtbank alle gedachtestreepjes wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat de verdachte als organisator van het geheel heeft geopereerd en door zijn handelen anderen heeft getracht te bewegen om voorbereidingshandelingen tot het binnen het grondgebied van Nederland brengen en verder vervoeren van een partij cocaïne in Nederland te verrichten. De verdachte stond in voortdurend contact met de medeverdachten en gaf opdrachten en aanwijzingen hoe te handelen. Daarnaast overlegde hij met verschillende medeverdachten op momenten dat handelen vereist was, zoals op het moment dat enkele medeverdachten in de Kia werden gecontroleerd door de Douanepolitie. Ook bood de verdachte anderen geld voor hun diensten, wat te kennen geeft dat hij kennelijk in een positie verkeerde om grote sommen geld te verdelen. Hoewel de verdachte eerst op afstand opereerde, schroomde hij niet om zelf naar [naam opslagbedrijf] te rijden om [medeverdachte 5] af te zetten en een laatste instructie te geven en ook hem (via [medeverdachte 3] ) geld te bieden voor zijn aandeel. Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank verder af dat sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking, alsmede van een gezamenlijke uitvoering, tussen/door de verdachte en de verschillende medeverdachten. De rechtbank zal de verdachte partieel vrijspreken voor de hoeveelheid van 510 kilogram cocaïne, nu geen bewijs aanwezig is dat de verdachte op de hoogte was van de exacte hoeveelheid cocaïne.
De raadsman heeft betoogd dat het opzet van de verdachte enkel gericht was op diefstal van een partij verdovende middelen en niet gericht op voorbereidingshandelingen ten aanzien van het binnen het grondgebied brengen en verdere vervoer van verdovende middelen in de zin van de Opiumwet. De raadsman stelt dat bij ontbreken van opzet op het plegen van een Opiumwetdelict, de verdachte dient te worden vrijgesproken van dit feit. De rechtbank overweegt als volgt. Het standpunt van de raadsman miskent geldende jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 26 april 2011, LJN BP9336 en HR 16 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ7174) en gaat daarmee voorbij aan het feit dat opzet meerdere delicten kan omvatten. Het voornemen van de verdachte om een partij verdovende middelen te stelen, behoeft het opzet op voorbereidingshandelingen tot het binnen het grondgebied brengen en verder vervoeren van deze verdovende middelen in de zin van de Opiumwet, niet uit te sluiten. De cocaïne bevond zich in een zeecontainer en deze zeecontainer bevond zich in eerste instantie in de haven van Rotterdam. Alleen al op basis van deze twee omstandigheden was de kans dat de cocaïne afkomstig was uit het buitenland aanmerkelijk. Van deze omstandigheden waren de verdachte en meerdere medeverdachten ook op de hoogte, getuige de omstandigheid dat een aantal medeverdachten in het havengebied aan het uitkijken was naar de zeecontainer in kwestie. De verdachte heeft dus bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij niet alleen zomaar een partij cocaïne zou veiligstellen en vervoeren, maar een partij cocaïne die vlak daarvoor vanuit het buitenland in de Rotterdamse haven was aangekomen. Daarmee is het opzet van de verdachte dus ook gericht geweest op de verlengde invoer van de cocaïne. Feiten 3 en 4 (poging tot / voorbereiding van wederrechtelijke vrijheidsberoving)
De rechtbank spreekt de verdachte vrij van de feiten 3 en 4 bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. Uit het dossier blijkt niet van enige handeling die naar objectieve maatstaven bezien gericht is geweest op de voltooiing van een wederrechtelijke vrijheidsberoving van een vrachtwagenchauffeur dan wel medewerker van [naam opslagbedrijf] . Er is daarom geen begin van uitvoering geweest voor de tenlastegelegde pogingen. Evenmin kan worden bewezen dat er een concreet plan was om de vrachtwagenchauffeur en/of een medewerker van [naam opslagbedrijf] wederrechtelijk van de vrijheid te beroven. Er is daarover in termen van een mogelijk idee gesproken ten aanzien van een medewerker van [naam opslagbedrijf] , maar daarbij is het, voor zover uit het dossier blijkt, ook gebleven. Daarbij komt dat de voorwerpen in kwestie - ducttape, tie-wraps en/of handschoenen - op zichzelf ook niet op enige misdadig doel hoeven te wijzen, nu dit geen ongebruikelijke voorwerpen zijn om in een auto aanwezig te hebben. Dit leidt ertoe dat ook voor de subsidiair tenlastegelegde voorbereidingshandelingen onder 3 en 4 vrijspraak zal volgen.
Feit 5 (witwassen)
De rechtbank is van oordeel dat het onder 5 ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, wegens het ontbreken van wettig bewijs. Er is geen proces-verbaal in het dossier aanwezig waarin op ambtseed staat omschreven waar, wanneer en onder welke omstandigheden het bedrag van € 12.000,- is aangetroffen, anders dan dat dit in een vraag aan de verdachte is vervat in een proces-verbaal van verhoor. De rechtbank acht dit, ander dan de officier van justitie, van onvoldoende onderscheidende betekenis om het tot wettig bewijs te rekenen. Dit betekent dat de verdachte wordt vrijgesproken van het onder 5 ten laste gelegde feit.