ECLI:NL:RBDHA:2021:11199

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
14 oktober 2021
Zaaknummer
NL21.12665
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 september 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 2 augustus 2021 het bestreden besluit genomen, waarbij de asielaanvraag van eiser in de algemene procedure niet-ontvankelijk is verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar heeft sindsdien met onbekende bestemming het land verlaten en heeft geen contact meer gehad met zijn gemachtigde.

Tijdens de zitting op 15 september 2021, die via een Skype-verbinding plaatsvond, zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De gemachtigde van eiser heeft ter zitting verklaard dat zij per e-mail heeft vernomen dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken. De rechtbank heeft op basis van deze informatie en de vaste rechtspraak van de hoogste bestuursrechter geconcludeerd dat eiser geen prijs meer stelt op een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien hij geen belang meer heeft bij de beoordeling.

De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en bekendgemaakt op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats 's-Gravenhage
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.12665
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. T. Neijzen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. van der Zijde).

ProcesverloopBij besluit van 2 augustus 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL21.12666, via een Skype-verbinding, plaatsgevonden op 15 september 2021. Beide partijen zijn vertegenwoordigd door hun gemachtigden.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1.
De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Verweerder heeft op 10 augustus 2021 een uitdraai uit zijn systeem overgelegd waaruit blijkt dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken.
3. De gemachtigde van eiser heeft ter zitting aangegeven dat zij per mail heeft vernomen dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en dat zij geen contact meer met hem heeft gehad.
4. De rechtbank leidt uit het voorgaande af, met het oog op vaste rechtspraak van de hoogste bestuursrechter [1] , dat eiser geen prijs meer stelt op een inhoudelijke beoordeling van zijn ingestelde beroep. Hij heeft dus geen belang meer bij de beoordeling van dit beroep.
5. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan in het openbaar op 15 september 2021 door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr.J.F.A. Bleichrodt, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van