ECLI:NL:RBDHA:2021:11123

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 oktober 2021
Publicatiedatum
13 oktober 2021
Zaaknummer
AWB 20/3421
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot verplaatsing hoofdverblijf en mvv-vereiste in vreemdelingenrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 7 oktober 2021 uitspraak gedaan in een vreemdelingenrechtelijke procedure. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), specifiek onder artikel 8:81 en artikel 8:83, derde lid. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.W.M. van de Wouw, heeft een beroep gedaan op de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die als verweerder optreedt.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening te treffen, aangezien op de datum van de uitspraak reeds een beslissing was genomen op het beroep. Het verzoek is als kennelijk ongegrond beoordeeld en derhalve afgewezen. De uitspraak is gedaan buiten zitting, wat betekent dat er geen mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.

De beslissing van de voorzieningenrechter is op 7 oktober 2021 bekendgemaakt en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet tegen deze uitspraak. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie, waarbij de namen van de betrokken partijen zijn weggelaten ter bescherming van de privacy. De zaak is geregistreerd onder het zaaknummer AWB 20/3421.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht
Zaaknummer AWB: 20/3421
V-nummer: [V-nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[naam verzoeker] verzoeker,

gemachtigde: mr. A.W.M. van de Wouw
tegen

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak buiten zitting.
In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, nu op 7 oktober 2021 op het beroep is beslist. Het verzoek is kennelijk ongegrond en wordt daarom afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekend gemaakt op 7 oktober 2021.
Afschrift verzonden op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.