Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
formeelbestuurder van [bedrijf 1] Naar het oordeel van de rechtbank blijkt echter onvoldoende uit het dossier en het besprokene ter terechtzitting dat zij ook
feitelijkbestuurder is geweest van die rechtspersoon. Uit de verklaringen van zowel de verdachte als van andere betrokkenen - onder wie haar (destijds) echtgenoot, de [medeverdachte] - blijkt dat [medeverdachte] de feitelijke leiding had over [bedrijf 1] en de financiën beheerde en dat de verdachte zich bezighield met - kort gezegd - het praktische beleid ten aanzien van de kinderopvang. Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier vooral het beeld naar voren komt dat de verdachte
inde rechtspersoon en niet zozeer
aande rechtspersoon heeft gewerkt. Dat zij ‘op papier’ gedurende enige tijd verantwoordelijkheid droeg voor [bedrijf 1] rechtvaardigt op zichzelf nog niet de conclusie dat zij een sturende rol heeft vervuld en in strafrechtelijke zin verantwoordelijk kan worden gehouden voor wat haar is tenlastegelegd.