In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 september 2021 een beschikking gegeven inzake een opvolgende rechterlijke machtiging voor de duur van vijf jaar, op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het verzoek was ingediend naar aanleiding van de situatie van een cliënt, geboren in 1950, die lijdt aan het Korsakov syndroom als gevolg van langdurig alcoholgebruik. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat is om zelfstandig te wonen en dat er ernstige risico's zijn voor zijn gezondheid en veiligheid. De cliënt heeft verklaard dat hij naar huis wil, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat hij niet in staat is om voor zichzelf te zorgen en dat eerdere pogingen om hem thuis te laten wonen zijn mislukt. De rechtbank heeft de noodzaak van de machtiging onderbouwd met bewijs van ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel, psychische schade en verwaarlozing. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en heeft daarom de machtiging voor vijf jaar verleend, met de hoop dat dit de cliënt duidelijkheid en rust zal bieden. De beschikking is gegeven door mr. C.M. van der Kleijn, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting.