ECLI:NL:RBDHA:2021:11023
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met psychogeriatrische aandoeningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 september 2021 uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging voor opname en verblijf van een cliënt, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het verzoek was gebaseerd op artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd) en had betrekking op een cliënt, geboren in 1931, die momenteel verblijft in een verpleeginrichting. De advocaat van de cliënt, mr. N.J. Batelaan, heeft primair afwijzing van het verzoek bepleit, stellende dat de cliënt geen verzet vertoont tegen haar verblijf en tevreden is met de zorg die zij ontvangt. De psycholoog bevestigde dat de cliënt aanvankelijk moeite had met het accepteren van hulp, maar inmiddels goed gewend is aan de situatie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, met ernstige gevolgen voor haar welzijn. Ondanks het feit dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen, oordeelde de rechtbank dat er geen consistent en duidelijk verzet van de cliënt tegen de opname is. De rechtbank concludeerde dat niet voldaan is aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een rechterlijke machtiging, en heeft het verzoek afgewezen. De beslissing is genomen in het kader van de geldende veiligheidsmaatregelen vanwege de COVID-19-pandemie, waarbij de zitting telefonisch is gehouden.
De beschikking is vastgesteld op 8 oktober 2021, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.