10.De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 2:
afpersing, terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
4 (vier) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij hoofdelijk toe tot een bedrag van € 71.704,00 en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 10 november 2020 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [telefoonwinkel] ;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 71.704,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 10 november 2020 tot de dag waarop dit bedrag is betaald ten behoeve van [telefoonwinkel] ;
bepaalt dat, als de verdachte niet het volledige bedrag betaalt en/of niet het volledige bedrag op hem kan worden verhaald, gijzeling zal worden toegepast voor de duur van 323 dagen. Het toepassen van gijzeling ontslaat de verdachte niet van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag door de verdachte en/of zijn mededader(s) aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag door de verdachte en/of zijn mededader(s) aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
verklaart verbeurd het op de beslaglijst onder 1 genummerde voorwerp, te weten:
1. personenauto met [kenteken] ; zwart, merk Volkswagen;
gelast de teruggave aan de verdachte van het op de beslaglijst onder 2 genummerde voorwerp, te weten:
1. telefoontoestel, Samsung Smg-975f.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.H.M. Smelt, voorzitter,
mr. J.L.E. Bakels, rechter,
mr. A. Dantuma-Hieronymus, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. K. Oosterhof, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 oktober 2021.
Mr. Dantuma-Hieronymus is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 10 november 2020 te Alphen aan den Rijn in/uit een winkelpand, gelegen aan de [adres] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- 130, althans een groot aantal, mobiele telefoons, en/of
- meerdere, althans een, sleutelbos(sen), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in de hand te nemen en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] bij de schouder(s) vast te pakken en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] mee te voeren/duwen/trekken naar de kantoorruimte van het winkelpand en/of
- ( vervolgens) voornoemde vuurwapen, althans op vuurwapen gelijkende voorwerp, op de rug, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] te richten en/of
- ( vervolgens) zich gedurende enige tijd in de buurt van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] op te houden, terwijl hij, verdachte, voornoemde vuurwapen, althans op vuurwapen gelijkende voorwerp, in zijn hand houdt en/of
- ( hierbij) tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te zeggen/roepen dat ze op hun knieën moeten gaan zitten met hun handen op/achter hun hoofd;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of een of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) op of omstreeks 10 november 2020 te Alphen aan den Rijn in/uit een winkelpand, gelegen aan de [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- 130, althans een groot aantal, mobiele telefoons, en/of
- meerdere, althans een, sleutelbos(sen), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 10 november 2020 te Alphen aan den Rijn, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- voornoemde [medeverdachte 2] en/of onbekend gebleven mededader(s) in een auto naar voornoemde winkelpand te rijden/brengen en/of
- gedurende het feit de omgeving in de gaten te houden en/of op de uitkijk te staan en/of
- zich gedurende het feit in de nabije omgeving op te houden in de latere vluchtauto en/of
- na het feit als bestuurder van de vluchtauto op te treden waarin voornoemde [medeverdachte 2] en/of onbekend gebleven mededader(s) met de buit (bestaande uit een groot aantal mobiele telefoons en/of sleutelbossen) zijn ontkomen;
2.
hij op of omstreeks 10 november 2020 te Alphen aan den Rijn in/uit een winkelpand, gelegen aan de [adres] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van
- 130, althans een groot aantal, mobiele telefoons, en/of
- meerdere, althans een, sleutelbos(sen), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] of aan een derde, te weten aan [telefoonwinkel] toebehoorde, door
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in de hand te nemen en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] bij de schouder(s) vast te pakken en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] mee te voeren/duwen/trekken naar de kantoorruimte van het winkelpand en/of
- ( vervolgens) voornoemde vuurwapen, althans op vuurwapen gelijkende voorwerp, op de rug, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] te richten en/of
- ( vervolgens) zich gedurende enige tijd in de buurt van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] op te houden, terwijl hij, verdachte, voornoemde vuurwapen, althans op vuurwapen gelijkende voorwerp, in zijn hand houdt en/of
- ( hierbij) tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te zeggen/roepen dat ze op hun knieën moeten gaan zitten met hun handen op/achter hun hoofd;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of een of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) op of omstreeks 10 november 2020 te Alphen aan den Rijn in/uit een winkelpand, gelegen aan de [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
- [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van
- 130, althans een groot aantal, mobiele telefoons, en/of
- meerdere, althans een, sleutelbos(sen), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde, te weten aan
- [slachtoffer 2] toebehoorde,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in de hand te nemen en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] bij de schouder(s) vast te pakken en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] mee te voeren/duwen/trekken naar de kantoorruimte van het winkelpand en/of
- ( vervolgens) voornoemde vuurwapen, althans op vuurwapen gelijkende voorwerp, op de rug, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] te richten en/of
- ( vervolgens) zich gedurende enige tijd in de buurt van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] op te houden, terwijl hij, verdachte, voornoemde vuurwapen, althans op vuurwapen gelijkende voorwerp, in zijn hand houdt en/of
- ( hierbij) tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te zeggen/roepen dat ze op hun knieën moeten gaan zitten met hun handen op/achter hun hoofd, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 10 november 2020 te Alphen aan den Rijn, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- voornoemde [medeverdachte 2] en/of onbekend gebleven mededader(s) in een auto naar voornoemde winkelpand te rijden/brengen en/of
- gedurende het feit de omgeving in de gaten te houden en/of op de uitkijk te staan en/of
- zich gedurende het feit in de nabije omgeving op te houden in de latere vluchtauto en/of
- na het feit als bestuurder van de vluchtauto op te treden waarin voornoemde [medeverdachte 2] en/of onbekend gebleven mededader(s) met de buit (b estaande uit een groot aantal mobiele telefoons en/of sleutelbossen) zijn ontkomen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1 en 2 gezamenlijk
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2020339219, genaamd 67CHLOOR20, van de politie eenheid Den Haag, district Alphen aan den Rijn - Gouda, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 910).
1. Het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde] namens [telefoonwinkel] , opgemaakt op 10 november 2020, voor zover inhoudende (p. 8-9):
‘Vandaag 10 november 2020 is er een overval met geweld op het [telefoonwinkel] filiaal geweest te Alphen aan den Rijn. Ik werk als security specialist bij [telefoonwinkel] . Ik heb 11.05 uur een melding gekregen van de overval. De overvallers hebben de volledige voorraad mee genomen.’
2. Het proces-verbaal van verhoor van het slachtoffer [slachtoffer 1] , opgemaakt op 10 november 2020, voor zover inhoudende (p. 10-12):
‘Ik was op 10 november 2020 aan het werk in de [adres] te Alphen aan den Rijn. Rond 11.00 uur zag ik twee jongens de winkel in komen. Ik zag dat de jongens mondkapjes op hadden. Ik zag dat één jongen een pet en een capuchon op had. Ik zag dat beide jongens een donkere jas aan hadden. Ik keek vervolgens naar links, naar de jongens. Ik zag dat de jongen met de pet een zwart pistool trok. Ik werd naar achter, richting de backoffice, begeleid waar op dat moment mijn collega zat. Ik zag dat de jongens een grote koffer en twee tassen bij zich hadden. Ik hoorde dat mijn collega zei dat wij mee zouden werken. Ik hoorde één van de jongens zeggen dat wij onze telefoons in moesten leveren. Ik hoorde dat één van de jongens zei dat we moesten doorlopen naar de keuken. Ik hoorde dat één van de jongens zei dat wij op onze knieën moesten zitten en onze handen op onze hoofd moesten doen. Ik hoorde dat één van de jongens zei dat alle kluizen open moesten. De kluis die wij hebben stond op dat moment op een kier. De jongen zonder pet riep ons om mee te helpen de kluis leeg te halen. Ik zag dat mijn collega de jongen hielp. Ik hoorde dat ik moest blijven zitten. Ik zag dat de jongen met het pistool alles aan het lostrekken was. Ik zag dat hij alles probeerde te pakken, ook spullen van minder waarde. Deze jongen kwam agressief op mij over. Ik zag dat de tassen en koffer gevuld waren. Deze leken er zwaar uit te zien. Ik zag dat de jongens de backoffice verlieten. Ik zag dat de jongens niet konden rennen. Ik zag dat één van de jongens bijna omviel. De deur van de backoffice ging dicht. Ik zag niet waar de jongens naartoe gingen. De spullen die de jongens hebben meegenomen zijn:
- l0-tallen telefoons.’
3. Het proces-verbaal van verhoor van het slachtoffer [slachtoffer 2] , opgemaakt op 10 november 2020, voor zover inhoudende (p. 13-15):
‘"Ik was op 10 november 2020 aan het werk in de [adres] te Alphen aan den Rijn. Ik zat achter in de backoffice te werken. Rond 11.00 uur hoorde ik een klant vragen aan mijn collega of wij de nieuwste Iphone in de winkel hadden. Ik keek op de camera. Ik zag twee mannen op de camera. Ik zag op de camera dat één man ineens een zwart pistool trok. Ik zag dat de mannen en mijn collega naar achter kwamen. Ik zag dat de man met het pistool mij het pistool liet zien. Ik hoorde dat de man zei dat we naar de keuken moesten gaan. De mannen dreven ons naar achter. Ik zei tegen de mannen dat mijn collega en ik mee zouden werken, omdat ik bang was dat ik anders misschien neergeschoten zou worden. Ik hoorde één van de mannen zeggen dat we op onze knieën moesten gaan zitten en onze handen op ons hoofd moesten doen. We moesten onze telefoons op tafel leggen. Ik hoorde één van de mannen zeggen dat we alle kluizen moesten openen. Wij hebben één kluis. De kluis was al open. De telefoons die net binnen waren gekomen zaten in een doos. Ik zag dat één van de mannen de doos met nieuwe telefoons omkieperde in een van de tassen die zij bij zich hadden. Ik hoorde de man zeggen dat ik hem moest helpen met laden. Ik zag dat de man zonder wapen voornamelijk bezig was met laden. Ik zag dat de man met het wapen alles in de gaten hield. Ik hoorde dat diegene die aan het laden was het volgende tegen de man met het pistool zei: 'Zorg jij ervoor dat alles goed is?!' Toen ik de kluis uit kwam, zag ik dat de man met het wapen bij de serverkast stond. Ik hoorde dat de man zei dat ik weer moest gaan zitten met mijn handen op mijn hoofd. Ik hoorde dat hij zei: 'Blijf zitten!'
4. Het proces-verbaal van bevindingen, uitkijken overvalbeelden [telefoonwinkel] , opgemaakt op 11 november 2020, voor zover inhoudende (p. 30-33):
‘10:51.57 NN1 loopt vanuit de richting [straatnaam 3] het beeld in en stopt voor de [telefoonwinkel] .
Tijdens het inlopen van de winkel trekt NN2 met zijn rechterhand een zwart pistool uit zijn rechterjaszak. [slachtoffer 1] kijkt om en NN2 versnelt zijn pas. Vervolgens pakt NN2 [slachtoffer 1] met zijn linkerhand bij zijn linkermouw en slaat zijn linkerarm om zijn schouder en duwt hem naar voren. Het vuurwapen wordt gericht tegen de onderrug. NN1 loopt achter NN2 aan.
De andere medewerker (dhr. [slachtoffer 2] ) komt ook in beeld. Vervolgens is een
hand van een van de medewerkers te zien die naar links wijst. NN1 wijst met zijn
rechterarm in dezelfde richting en loopt vervolgens met de rol koffer aan zijn
rechterhand die kant op.
NN1 trekt werkhandschoenen aan die hij uit zijn jaszakken haalt. NN2 staat
rechts van hem met vuurwapen naar de grond gericht. NN2 blijft bij de medewerkers. Vervolgens is te zien dan [slachtoffer 1] in de eerder aangewezen richting loopt. [slachtoffer 2] loopt achter hem aan en heeft zijn handen achter zijn hoofd. NN2 loopt achter hen aan met in zijn rechterhand het pistool wat hij gericht houdt naar de grond.
NN1 maakt de koffer open, haalt daar een grote zwarte tas uit en opent daarna
de deur van het magazijn/waardekamer. [slachtoffer 2] heeft de handen gevouwen
achter zijn hoofd, [slachtoffer 1] doet dit niet.
[slachtoffer 2] loopt langs NN1 de waardekamer in. Vervolgens halen beiden de
planken met telefoonverpakkingen leeg en stoppen deze in de grote zwarte tas
die in de deuropening staat.
NN1 haalt een 2e soortgelijke grote zwarte tas uit de rolkoffer. [slachtoffer 2] de
planken verder leeg en [slachtoffer 1] zit geknield op de grond met zijn handen achter
zijn rug. NN2 staat achter hem met het vuurwapen nog steeds in zijn rechterhand
naar de grond gericht en loopt wat heen en weer.
NN2 gooit ook een aantal malen telefoonverpakkingen in de rolkoffer. Deze zijn
afkomstig van een plek buiten het camerabereik.
Beide tassen zitten nagenoeg vol. [slachtoffer 2] geeft tablets aan die door NN1 in de
tas worden gedaan.
De tassen worden van de waardekamer af verschoven door NN1. De tas waar
de tablets in werden gedaan wordt dichtgeritst. Tas wordt opgetild en NN 1
hangt deze middels de schouderband over zijn rechter schouder.
NN2 is weer kort in beeld en heeft nog steeds het vuurwapen in zijn rechterhand.
Er worden spullen uit de tas waar de tablets in gingen overgeladen naar de
andere tas.
NN1 loopt terug naar de waardekamer en pakt nog iets van de bovenste plank.
[slachtoffer 2] doet de deur van een kast open die vervolgens door NN2 wordt bekeken.
[slachtoffer 1] zit nog steeds op de grond. Te zien is dat [slachtoffer 1] de kant op kijkt waar NN1 en NN2 uit beeld zijn verdwenen en dat hij praat. [slachtoffer 2] loopt bij de achterdeur en praat ook in de richting van de verdachten.
NN1 heeft 2 mobiele telefoons gestapeld in zijn linkerhand. Hij probeert deze
eerst in zijn linkerjaszak en vervolgens in zijn rechterjaszak te stoppen. Dit lukt
niet waarna hij deze uiteindelijk in de linkerborstzak van zijn jas stopt. Vermoedelijk zijn dit telefoons van de medewerkers. NN1 heeft ook zijn
capuchon over zijn hoofd getrokken.
NN2 trekt nog 2 deuren van kasten open ter hoogte van de achterdeur en doet deze vervolgens dicht. Het vuurwapen heeft hij nog in zijn rechterhand.
NN1 ritst de tas dicht die het dichtst bij de waardekamer is gelegen terwijl
[slachtoffer 1] geknield toekijkt.
NN2 loopt de waardekamer in en ritst daarna de zwarte tas die nog op de grond
ligt open. NN1 komt terug naar de kast en vervolgens laden zij de resterende
telefoondoosjes uit de kast nog in de tas.
NN2 heeft zijn vuurwapen op een plank in de kast gelegd.
NN2 pakt met zijn rechterhand zijn vuurwapen van de plank en houdt deze onder
zijn linkerarm geklemd. Ook pakt hij een sleutelbos van de plank met een rood
label die naast zijn vuurwapen lag. Vervolgens duwt hij de deur van de waardekamer dicht.
NN2 haalt enkele sleutelbossen uit zijn zak en legt die op een bankje voor hem.
Vervolgens bergt hij zijn vuurwapen met zijn rechterhand aan de voorzijde van
zijn broeksband. Daarna pakt hij de sleutelbossen weer op en doet deze in zijn
jaszak. De rest van de aanwezigen staan/zitten om NN2 heen. NN2 bukt naar
voren om de tas te pakken waarbij een tekst aan de achterzijde van zijn
onderbroek zichtbaar is.
11:01.30 NN1 verlaat de winkel en loopt rechtsom in de richting van de [straatnaam 3] .
11:01.43 NN2 loopt nu ook richting de uitgang.’
5. Bijlage 8 bij het proces-verbaal van bevindingen, analyse Telecom nummer [telefoonnummer 4] ( [verdachte] ) van 21 maart 2021, voor zover inhoudende (p. 216):
Startdatum Starttijd Telefoonnummer Straat Plaats
10-11-2020 09:10:28 [telefoonnummer 4] [straatnaam 1] Amsterdam
10-11-2020 09:30:07 [telefoonnummer 4] [straatnaam 1] Amsterdam
10-11-2020 10:20:51 [telefoonnummer 4] [straatnaam 2] Alphen a/d Rijn
6. Het proces-verbaal van bevindingen, analyse Telecom, opgemaakt op 8 april 2021 11 november 2021, voor zover inhoudende (p. 441-480, inclusief bijlagen 1-19):
‘
Betrokkenheid [telefoonnummer 5] ( [medeverdachte 2] )
Via een proces-verbaal van het Team Criminele Inlichtingen (TCI) werd het telefoonnummer [telefoonnummer 5] van [medeverdachte 2] verkregen.
Betrokkenheid [telefoonnummer 4] ( [verdachte] )
Uit ANPR gegevens bleek dat de bij de overval betrokken taxi was voorzien van het [kenteken] en dit voertuig in de politiesystemen voor kwam met als bestuurder van het voertuig [verdachte] .
Uit analyse van de historische gegevens blijkt dat het nummer [telefoonnummer 4] zeer waarschijnlijk in gebruik is bij [verdachte] . Uit de historische gegevens blijkt dat dit nummer op de dag van de overval, 10 november 2020, omstreeks 10:20, 10:21 en 10:53 uur, gebruik maakte van cell-id op de [straatnaam 2] in Alphen aan den Rijn en hij dan contact heeft met het nummer [telefoonnummer 1] van [medeverdachte 1] .
Betrokkenheid [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte 1] )
Uit analyse van de historische gegevens blijkt dat het nummer [telefoonnummer 1] gebruikt werd op 25 oktober 2020 en 10 november 2020 in combinatie met het imei nummer [nummer 1] . In gebruik bij [medeverdachte 1] . Uit bevraging van de TAC van het imei nummer blijkt dat deze telefoon een NOKIA Model: TA-1034 betreft.
Overval Alphen aan den Rijn 10 november 2020
Op 10 november 2020, te 09:06 uur, werd er door het nummer - [telefoonnummer 3] naar - [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte 1] ) gebeld. Hierna werd er door - [telefoonnummer 1] te 09:08 uur, 2 sms berichten naar [telefoonnummer 4] van [verdachte] (taxichauffeur) gestuurd.
Opmerking verbalisant: Bij de aanhouding van [verdachte] werd de telefoon aangetroffen waarin het nummer [telefoonnummer 4] op 10 november 2020 zat. Deze telefoon werd uitgelezen waaruit bleek dat deze sms berichten begonnen met de tekst “hey goedemorgen, ik heb uw nummer van een vriend v”.
Vervolgens stuurde [telefoonnummer 4] te 09:10 uur, een sms terug naar - [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte 1] ): opmerking verbalisant: Uit de GSM van [verdachte] bleek dat hij de tekst "Ok" stuurde.
Waarop - [telefoonnummer 3] weer een sms stuurde naar - [telefoonnummer 1] .
Te 10:20 uur werd er door - [telefoonnummer 1] gebeld naar [telefoonnummer 4] die op dat moment in Alphen aan den Rijn is. Direct hierna te 10:21 uur werd er door - [telefoonnummer 1] gebeld naar - [telefoonnummer 3] .
Te 10:53 werd er door - [telefoonnummer 1] een sms verstuurd naar het nummer [telefoonnummer 4] . Opmerking verbalisant: uit de GSM van [verdachte] bleek dat - [telefoonnummer 1] de tekst: “Momentje ben er zo” stuurde.
Te 11:05 uur, werd er door - [telefoonnummer 3] gebeld naar - [telefoonnummer 1] die op dat moment gebruikt maakt van de cell-id aan de [straatnaam 1] in Amsterdam.
Te 11:06 uur, werd er door - [telefoonnummer 1] gebeld naar - [telefoonnummer 3] waarbij er gebruik werd gemaakt van de cell-id aan de [straatnaam 1] in Amsterdam.
Te 11:20 uur, werd er door - [telefoonnummer 1] gebeld naar - [telefoonnummer 3] waarbij er gebruik werd gemaakt van de cell-id aan de [straatnaam 4] in Amsterdam
Te 11:38 uur, werd er door - [telefoonnummer 3] gebeld naar - [telefoonnummer 1] waarbij er gebruik werd gemaakt van de cell-id aan de [straatnaam 1] in Amsterdam.
Te 11:41 uur, werd er door - [telefoonnummer 1] gebeld naar - [telefoonnummer 3] waarbij er gebruik werd gemaakt van de cell-id aan de [straatnaam 1] in Amsterdam.
Van deze gebruikte zendmasten werd een plattegrond gemaakt. Uit deze plattegrond blijkt dat - [telefoonnummer 1] zich omstreeks de overval in Alphen aan den Rijn vanuit Amsterdam-West naar Amsterdam-Oost verplaatst en direct daarna weer naar Amsterdam Nieuw-West verplaatst.
Betrokkenheid [telefoonnummer 2] ( [medeverdachte 1] )
Uit stemherkenning op tap bleek dat [medeverdachte 1] te horen is op het nummer [telefoonnummer 2] Uit analyse van de verkregen historische gegevens bleek dat het nummer werd gebruikt tussen 14 augustus 2020 en 10 november 2020 in combinatie met imei [nummer 2] .. Pas op 10 november 2020, vanaf 01:20 uur, werd het nummer weer actiever gebruikt als het tot 06:43 uur, veelvuldig contact opneemt met het nummer [telefoonnummer 6] . Op 10 november 2020, tussen 08:58 en 09:16 uur, is er een aantal keren over en weer contact tussen - [telefoonnummer 2] en nummer [telefoonnummer 7] . Tijdens deze gesprekken gebruikt - [telefoonnummer 2] de zendmast aan de [straatnaam 1] in Amsterdam.
Betrokkenheid [medeverdachte 3] )/ [telefoonnummer 3]
was vermoedelijk in gebruik bij verdachte [medeverdachte 3] . Het nummer werd uitsluitend gebruikt op 10 november 2020. Dit nummer wordt eerst gebruikt op de Cell-Id [straatnaam 1] in Amsterdam als er contact is met - [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte 1] ). Het nummer verplaatst zich naar Alphen ad Rijn waar het zendmasten aan de [straatnaam 2] aanstraalt, nabij de overval va [telefoonwinkel] . Hierbij heeft - [telefoonnummer 3] diverse keren contact met - [telefoonnummer 1] . Vlak na de overval verplaatst – [telefoonnummer 3] zich weer richting Amsterdam en gebruikt daar omstreeks 11:34 uur cell-id’s in de omgeving van de [straatnaam 1] .
Uit stemherkennig bleek dat [medeverdachte 3] de gebruiker is van [telefoonnummer 7] . Op 10 november voert dit nummer een aantal gesprekken met - [telefoonnummer 2] ( [medeverdachte 1] ). Verplaatst zich vanaf [straatnaam 7] om 10:49 uur naar [straatnaam 1] om 11:35. Omdat [medeverdachte 1] zich rond nagenoeg dezelfde tijdstippen verplaatst en dezelfde zendmasten gebruikt, lijkt het erop dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 3] heeft opgehaald, waarna omstreeks 11:34-11:38u ook - [telefoonnummer 3] ( [medeverdachte 2] ) en [telefoonnummer 4] ( [verdachte] ) om 11:38u dezelfde Cell-ID aan de [straatnaam 1] gebruiken.’
7. Het proces-verbaal van bevindingen, tapgesprekken 10 november 2020 (met
stemherkenningen), opgemaakt op 6 april 2021, voor zover inhoudende (p. 324-333):
‘Op 10 november 2020 om 08:58:10 uur belde [telefoonnummer 7] in gebruik bij [medeverdachte 3] (tevens stemherkenning) naar [telefoonnummer 2] op dat moment een onbekende gebruiker (NN13 man met Surinaams/Antilliaans accent).
[medeverdachte 3] : Ik zei: "Wat was de status?"
NN13: De status? Niks man.
[medeverdachte 3] : Slapen?
NN13: Yo we slapen. Gewoon wachten tot ie wakker wordt, maar ja hij wordt niet wakker.
[medeverdachte 3] : Nog steeds niet nu?
NN 13: Nee ik weet niet wat ie doet.
NN13: Bellen. Bel hem toch. De hele tijd hetzelfde toch. Wat moet ik doen?
[medeverdachte 3] : Diegene die je is komen halen, ben je met hem? Nee hè?
NTV (Niet te verstaan).
[medeverdachte 3] : Ja maar diegene die je is komen halen, ben je met hem?
NN13: Nee.
[medeverdachte 3] : Je bent met die eh ...
NN13: Ook ja, ook. (...)
NN13: Nee nee. We zijn toch twee komen halen. maar je bedoelt de driver. Nee die is d'r niet.
[medeverdachte 3] : Watte?
NN13: Ja hij is er niet. de driver.
Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] werd tijdens de gesprekken gerelateerd in dit proces-verbaal door 3 verschillende personen gebruikt, te weten NN13, NN15 en [medeverdachte 1] . Uit die gesprekken, mede door de tijdstippen van die gesprekken, blijkt dat die 3 personen bij elkaar zijn. Tijdens het gesprek werd door [medeverdachte 3] gezegd 'Ok, maar je gaat toch zo ... ' en 'wees sterk'.
Op 10 november 2020 om 09:03:55 uur belt [telefoonnummer 7] in gebruik bij [medeverdachte 3] tevens stemherkenning) naar [telefoonnummer 2] een onbekende gebruiker (NN13 man met Surinaams/Antilliaans accent).
(op de achtergrond hoor je iemand zacht, wanneer deze antwoord herken ik de stem van [medeverdachte 1] )
[medeverdachte 3] : Zeg NTV, broer, kijk naar de tijd. Hoe kan jij pitten?
[medeverdachte 1] : Ik wou gewoon slapen man. (er is een toon te horen, alsof er gebeld wordt of een telefoon overgaat, die blijft doorgaan tijdens het gesprek)
[medeverdachte 1] : Hallo.
[medeverdachte 3] : Ey niffo fakka dan
[medeverdachte 1] : Wat?
[medeverdachte 3] : Kijk naar de tijd. Waarom pit je?
[medeverdachte 1] : Ik wou gewoon pitten broer.
[medeverdachte 3] :Watte?
[medeverdachte 1] : Het is nog niks toch?
[medeverdachte 3] : Hoe?
[medeverdachte 1] : Werk die andere man uit joh.
[medeverdachte 3] : [medeverdachte 2] is dit mijn schuld?
[medeverdachte 1] : Nee, ik vraag het alleen.
[medeverdachte 3] : Niffo ey, wacht effe
Op 10 november 2020 om 09:06:05 uur belde een onbekende gebruiker van het nummer [telefoonnummer 3] (NN14) naar [telefoonnummer 2] zijnde [medeverdachte 1] (stemherkenning).
NN14: Ja man, is niks gebeurd man. Is gewoon eh ... niks. We zitten gewoon hier man.
[medeverdachte 1] : Waar? Waar?
NN14: Gewoon zelfde plek.
[medeverdachte 1] : Ja moment. Op de achtergrond is heel kort een andere mannenstem te horen die ook zegt: "Gewoon (de)zelfde plek".
[verdachte] , de reguliere gebruiker van de VW Jetta taxi, is inmiddels aangehouden en in bewaring gesteld. Bij de aanhouding van [verdachte] werd diens telefoon in beslag genomen waarin de simkaart zat behorende bij het nummer [telefoonnummer 4] . Bij onderzoek van de data van deze telefoon bleek dat die op 10 november 2020, de dag van de overval, te 9.08 uur van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] het bericht "hey goedemorgen, ik heb uw nummer van een vriend".
Op 10 november 2020 om 09:08:44 uur belde [telefoonnummer 7] in gebruik bij [medeverdachte 3] (tevens stemherkenning) naar [telefoonnummer 2] een onbekende gebruiker (NN15 onbekende gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] ). NN 15 zegt dat [medeverdachte 3] tegen 'hem' moet zeggen dat ze op straat staan.
Mogelijk is [medeverdachte 3] in gezelschap van iemand tegen wie gezegd moet worden dat zij op straat staan. Er lijkt dus iemand opgehaald te worden.
Op 10 november 2020 om 09:16:24 uur werd het nummer [telefoonnummer 7] in gebruik bij [medeverdachte 3] (tevens stemherkenning) gebeld door een onbekende gebruiker van het nummer [telefoonnummer 2] (NN15 onbekende gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] ).
[medeverdachte 3] : Yo
NN15: Yo wacht.
Dan hoor ik een andere stem aan de lijn die ik herken als de stem van [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 1] : Gewoon tegen MA matti van die andere. Kom effe heel snel naar buiten ja, met 2 minuten ja
[medeverdachte 3] : Ja ja ja
[medeverdachte 1] : Hoor je me?
[medeverdachte 3] : Ey maar nie praat nie ik ben ... niff je praat met mij hè niffo
[medeverdachte 1] : Oy waarom belt ie dan ........ zeg anders tegen die gast van DIJKIE (fan) moet bellen
[medeverdachte 3] : Maar hij is er niet broer
[medeverdachte 1] : Hij neemt niet op?
[medeverdachte 3] : Nee toch.
[medeverdachte 1] : Is goed, is goed, is goed, ze gaan tweemans. Rustig.
Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] maakt tijdens dit gesprek gebruik van de zendmast gesitueerd [straatnaam 1] te Amsterdam.
Op 10 november 2020 om 10:21:15 uur werd een onbekende gebruiker van het nummer [telefoonnummer 3] (NN14) gebeld door het nummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [medeverdachte 1] . Degene die met het nummer [telefoonnummer 1] belt, is echter niet [medeverdachte 1] , maar de onbekende gebruiker NN15 die eerder ook gebruik maakte van het nummer [telefoonnummer 2] .
NN15: Aangekomen?
NN14: ja.
NN15: Die andere is ook aangekomen ja.
NN14: Duidelijk.
Tijdens dit gesprek maakt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] , NN14, gebruik van zendmasten op/rond de plaats delict van onderzoek Chloor.
Tijdens dit gesprek maakt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] gebruik van
zendmasten op de [straatnaam 1] te Amsterdam.
Op 10 november 2020 om 10:45:11 uur werd het nummer [telefoonnummer 3] gebeld door het nummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [medeverdachte 1] . De gebruiker van het nummer [telefoonnummer 1] , is niet [medeverdachte 1] , maar de onbekende gebruiker NN15 die eerder ook gebruikt maakte van het nummer [telefoonnummer 2] .
NN 15: Hoe ver? Hoe ver?
Noot verbalisant: Tijdens dit gesprek maakt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] gebruik van zendmasten op/rond de plaats delict van onderzoek Chloor.
Op dinsdag 10 november 2020 om 10:45:49 uur belde een onbekende gebruiker van het nummer [telefoonnummer 3] (NN14) naar het nummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [medeverdachte 1] (tevens stemherkenning).
[medeverdachte 1] : Ejo en?
NN14: Yo, nog nog ..... bijna bijna bijna.
[medeverdachte 1] : Ja? Ok.
NN14: Ja ja ja. Komt zo.
[medeverdachte 1] : Doe rustig hè. Easy.
NN14: Yo. Cool.
Tijdens dit gesprek maakt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] , NN14, gebruik van zendmasten op/rond de plaats delict van onderzoek Chloor.
Op dinsdag 10 november 2020 om 11 :05:04 uur belde een onbekende gebruiker van het nummer [telefoonnummer 3] (NN14) naar het nummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [medeverdachte 1] (tevens stemherkenning).
[medeverdachte 1] : Yo.
NN14: Ey! Yo! Haal ons op haal ons op
(Tijdens het opnemen van de telefoon is een soort piep te horen wat lijkt op een galm van een speaker. Verder is er gerommel te horen tussendoor op de achtergrond, het klinkt alsof er met voorwerpen geschoven wordt en of dat er ergens iets ingeladen wordt. Zou heel goed het schuiven van koffers kunnen zijn, zo klinkt het. Tevens zijn er meerdere stemmen op de achtergrond te horen waarvan ik 1 stem herken als die van [medeverdachte 2] ).
[medeverdachte 1] : Hè? Hallo! Hallo!
Op dinsdag 10 november 2020 om 11 :05:56 uur werd een onbekende gebruiker van het nummer [telefoonnummer 3] (NN14) gebeld door het nummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [medeverdachte 1] (tevens stemherkenning).
NN14: Niks is al goed.
[medeverdachte 1] : Hè?
NN14: Is al goed, is al goed.
[medeverdachte 1] : Wat eh ... zei die eh terug?
NN14: Ja is goed zo.
[medeverdachte 1] : Hè?
NN14: Is goed, is goed.
[medeverdachte 1] : Gefixt?
NN14: Ja.
A: Ok rij naar diep (fon.)
Noot verbalisant: Tijdens dit gesprek maakt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] , NN14, gebruik van zendmasten op/rond de plaats delict van onderzoek Chloor.
Op dinsdag 10 november 2020 om 11 :21 :01 uur werd een onbekende gebruiker van het nummer [telefoonnummer 3] (NN14) gebeld door het nummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [medeverdachte 1] (tevens stemherkenning).
NN14: Hallo.
(Er is duidelijk te horen dat men in een auto zit. Op de achtergrond is ook nog een stem te horen, hoogstwaarschijnlijk die van [verdachte] )
[medeverdachte 1] : Yo.
NN14: Hallo. Ejo.
[medeverdachte 1] : Geef die andere is.
NN14: Ja. (Er is te horen dat de telefoon wordt overgegeven en ik hoor een stem die ik herken als [medeverdachte 2] )
[medeverdachte 2] : Fawaka chef.
[medeverdachte 1] : Yo, zijn die goye (fon).
[medeverdachte 2] : Ja toch. Je weet zelf waar toch?
[medeverdachte 1] : Ligt of niet?
[medeverdachte 2] : Wat?
[medeverdachte 1] : Ligt of niet?
[medeverdachte 2] : Die ligt sowieso broer. Dat weet je toch (lacht) dat weet je toch. Rustig.
[medeverdachte 1] : Ai ntv rustig, rustig. Ai später.
Noot verbalisant: Tijdens dit gesprek maakt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] , NN14, gebruik van zendmasten op/rond Nieuw Vennep.
Op dinsdag 10 november 2020 om 11 :41 :26 uur wordt een onbekende gebruiker van het nummer [telefoonnummer 3] (NN14) gebeld door het nummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [medeverdachte 1] . De gebruiker van het nummer [telefoonnummer 1] , is niet [medeverdachte 1] , maar de onbekende gebruiker NN15 die eerder ook gebruikt maakte van het nummer [telefoonnummer 2] .
NN15: Yeh
NN14: Yo waar zijn jullie?
NN15: Eh wacht wacht.
(Op de achtergrond zijn meerdere stemmen te horen en gerommel wat lijkt of de telefoon wordt overgegeven en dan hoor ik een andere stem die ik herken als de stem van [verdachte] .)
[verdachte] : Ja eh 1 seconde hoor waar ben jij dan?
NN14: NTV
[verdachte] : Begin?
NN14: hmm
[verdachte] : 0 Wij loopt aan het einde
NN14: Huhm
[verdachte] : Wij loopt aan het einde. 1 seconde.
NN14: Bra fawaka broer wees es duidelijk sahbi
[verdachte] : 1 seconde! sahbi (wat harder en geïrriteerd)
Op de achtergrond hoor ik de stem van [medeverdachte 1] die zegt "A". Noot verbalisant:
Tijdens dit gesprek maakt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] gebruik van zendmasten op de [straatnaam 1] te A 'dam.
Tijdens dit gesprek maakt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] , NN14, ook gebruik van zendmasten op/rond de [straatnaam 1] te Amsterdam.
Uit het PV telecom (zie PV 124) bleek dat [medeverdachte 3] 's mobiel ( [telefoonnummer 7] ) eveneens een zendmast omgeving [straatnaam 1] gebruikte. [medeverdachte 3] was, zoals eerder vermeld, zeer waarschijnlijk opgehaald door [medeverdachte 1] . Hierdoor werd vermoed dat de groepen, inclusief [medeverdachte 3] (voornoemd), elkaar daar ergens ontmoette.’
8. Het proces-verbaal van bevindingen, vergelijking foto's dader overval [telefoonwinkel] - politiefoto [medeverdachte 2] , opgemaakt op 11 november 2021, voor zover inhoudende (p. 74-76):
‘Op dinsdag 10 november 2020 omstreeks 11.00 uur vond er in de [telefoonwinkel] , een gewapende overval plaats waarbij 2 daders met een vuurwapen een grote hoeveelheid nieuwe mobiele telefoons wegnamen. Van een van de 2 daders van deze overval waren goede camerabeelden beschikbaar afkomstig van
de beveiligingscamera('s) van genoemde winkel. De resultaten van het onderzoek van de afbeelding van de politiefoto van [medeverdachte 2] versterkten het resultaat van het gelaatsvergelijkend onderzoek’
9. Het proces-verbaal van bevindingen, onderzoek notitie uit telefoon verdachte [medeverdachte 1] , voor zover inhoudende (p. 582):
Bij de aanhouding was [medeverdachte 1] in bezit van een Apple IPhone 7, voorzien van het imei- nummer [nummer 3] . In de IPhone zat een simkaart met het nummer [telefoonnummer 8] .
Uit de analyse kwam onder andere naar voren, dat in de map Notities 12 notities aanwezig waren. Notities worden door de gebruiker aangemerkt.
Op 10 november 2020 om 12:13 uur, kort na de overval op de [telefoonwinkel] -winkel te Alphen a/d Rijn (10 november 2020, 11.00 uur) is er een notitie aangemaakt. Deze notitie is op een later moment verwijderd, maar door de gebruikte software weer zichtbaar gemaakt.
De inhoud van de notitie is hieronder weergegeven (De regels zijn in rood genummerd):
11 pro 64/9x
11 pro Max 6415 x
11 pro Max 256/ 1 x
11 128/6 X
11 64/ 4 X
XS 64/1 X
SE new64/5x
SE normaal/ 3x
Se 128 normaal 3x
12 pro/1 X
12 normaal 11 x
iPad 7132GB
TabAl/3x
Tab a/3x
Huwai media ped t5 / 4 x
Airpods normaal /2 x
Airpods pro/1 x
Na onderzoek bleek deze lijst een opsomming van smartphones, hoofdzakelijk van het merk Apple. De genoemde types en aantallen kwamen in grote mate overeen met de Apple smartphones die bij de overval te Alphen a/d Rijn waren weggenomen. Bij deze overval waren in totaal 128 smartphones weggenomen van verschillende merken.
In verband met het bovenstaande werd aangever [benadeelde] (aangever van de [telefoonwinkel] -overval te Alphen a/d Rijn d.d. 10 november 2020) op woensdag 21 april 2021 nader gehoord. Aan hem werd de notitie getoond. Aangever vergeleek de genoteerde typen met de lijst ontvreemde smartphones en verklaarde : "Op de 11 pro max 64 en 11 pro max 256 na komen de genoteerde types en aantallen overeen met de ontvreemde goederen van de overval te Alphen a/d Rijn. De lijst betreft de meest verhandelbare types van de iPhone Apple serie. Er staan maar enkele Samsungs in de lijst. De genoemde Airpods in de notitie-lijst kunnen ook afkomstig zijn van de overval te Alphen aan denRijn. Deze worden ook in de kluisruimte bewaard. Ik heb alleen een lijst aangeleverd van smartphones, voorzien van imei-nummers. Dat er ook Airpods zijn weggenomen weet ik wel zeker, maar het is lastig aan te geven welke dit waren.
10. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 november 2020, voor zover inhoudende (p. 18-19):
‘Op dinsdag, 10 oktober 2020 omstreeks 11.29 uur, verklaarde [getuige] : "Ik stond zojuist aan de zijkant van de fietsenwinkel, gelegen aan de [straatnaam 2] , toen ik een auto hard hoorde aankomen. Ik zag vanuit de [straatnaam 5] in de richting van de rotonde aan de [straatnaam 6] een grote donker kleurige auto rijden. Ik denk dat het een taxi was of iets degelijks. De auto viel zo op omdat hij heel hard reed. Ter hoogte van het water zag ik dat iets uit het raam van de auto op de grond werd gegooid. Ik ben hierop naar de plek gelopen. Op het moment dat ik daar aankwam zag ik dat het meerdere telefoons waren die op de grond lagen.”’
11. De verklaring van de verdachte afgelegd op de zitting van 24 september 2021, voor zover inhoudende:
‘Het klopt dat ik vanuit Amsterdam in een Volkswagen Jetta naar Alphen aan den Rijn ben gereden. Ik heb het nummer van een vriend doorgekregen. Ik heb vanuit Alphen aan den Rijn twee mensen meegenomen en heb hen in Amsterdam afgezet.’
Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen
1) 1 STK Personenauto [kenteken]
(Omschrijving: G2572236, Zwart, merk: Volkswagen, chassisnr: [nummer 4] , bouwjaar 2013)
2) 1 STK Telefoontoestel
(Omschrijving: 2572275, Samsung Smg-975f)