Op 8 oktober 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de homologatie van een akkoord onder de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). De verzoekster, een besloten vennootschap, had op 9 juni 2021 een startverklaring gedeponeerd en op 17 september 2021 een verzoekschrift tot homologatie ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster verkeert in een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat zij met het betalen van haar schulden niet zal kunnen voortgaan. De verzoekster heeft een akkoord aangeboden aan haar schuldeisers, dat is goedgekeurd door de meerderheid van hen. De rechtbank heeft de procedure en de rechtsmacht beoordeeld en vastgesteld dat het besluitvormingsproces zuiver is verlopen. De rechtbank heeft geen afwijzingsgronden aangetroffen en heeft het verzoek tot homologatie toegewezen. De homologatie biedt de verzoekster de mogelijkheid om haar schulden op een gestructureerde manier af te lossen en een faillissement te voorkomen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de homologatie van het akkoord goedgekeurd.