ECLI:NL:RBDHA:2021:10971
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en erkenning huwelijk tussen Eritrese partijen zonder geldige huwelijksakte
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 7 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding tussen een vrouw en een man, waarbij de vrouw de echtscheiding heeft aangevraagd. De vrouw, die de Eritrese nationaliteit heeft, stelde dat zij en de man in 2007 in Eritrea met elkaar zijn gehuwd. De man heeft echter een onbekende nationaliteit en is niet in staat gebleken om op de procedure te reageren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw geen gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte heeft overgelegd, wat vereist is volgens de Nederlandse wetgeving. De vrouw heeft aangevoerd dat het vanwege de slechte bevolkingsregisters in Eritrea niet mogelijk is om een recent en gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte te verkrijgen. Bovendien heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) de huwelijksakte die de vrouw in haar bezit had, als vals bevonden.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat, gezien het ontbreken van een geldige huwelijksakte, niet kan worden vastgesteld dat er een rechtsgeldig huwelijk tussen de partijen bestaat. Dit leidde ertoe dat de rechtbank de vrouw niet-ontvankelijk heeft verklaard in haar verzoek tot echtscheiding en verdeling. Daarnaast heeft de vrouw verzocht om een verklaring voor recht dat het huwelijk niet in Nederland wordt erkend, maar ook dit verzoek is afgewezen omdat de rechtbank al had vastgesteld dat er geen rechtsgeldig huwelijk was.
Tot slot heeft de vrouw verzocht om aanpassing van haar gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP), maar ook dit verzoek is afgewezen, aangezien de rechtbank niet bevoegd is om wijzigingen in de BRP aan te brengen. De vrouw kan zelf een verzoek indienen bij de gemeente om haar registratie aan te passen. De rechtbank heeft de vrouw in al haar verzoeken niet-ontvankelijk verklaard.