ECLI:NL:RBDHA:2021:10900

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 september 2021
Publicatiedatum
6 oktober 2021
Zaaknummer
NL21.11962
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure

In de zaak tussen [naam 1], verzoekster, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 september 2021 uitspraak gedaan. Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 16 juli 2021, waarbij haar asielaanvraag in de verlengde procedure als kennelijk ongegrond is afgewezen. Tevens heeft verzoekster de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 27 augustus 2021 in Middelburg, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. I.E. Lemmers, en verweerder door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld in samenhang met de zaak NL21.11961. In de uitspraak van diezelfde dag is het beroep van verzoekster afgewezen. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.11962
V-nummers: [nummer] en [nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam 1], verzoekster

Mede namens haar minderjarige kind
[naam 2]
(gemachtigde: mr. A. Greve-Kortrijk),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. I.E. Lemmers).

Procesverloop

Bij besluit van 16 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.11961, op 27 augustus 2021 op zitting behandeld. Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.11961, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.