ECLI:NL:RBDHA:2021:10854
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige verklaringen over seksuele gerichtheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 september 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Ugandese vrouw, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft deze aanvraag afgewezen op 28 augustus 2020, omdat eiseres volgens verweerder algemene, oppervlakkige en tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over haar lesbische gerichtheid en de problemen die zij in Uganda heeft ondervonden. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 21 juli 2021 heeft eiseres verklaard dat zij lesbisch is en dat zij problemen heeft ervaren in haar land van herkomst vanwege haar seksuele gerichtheid. Verweerder heeft echter de geloofwaardigheid van haar verklaringen in twijfel getrokken, omdat eiseres niet voldoende inzicht heeft gegeven in haar persoonlijke beleving van haar geaardheid. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de verklaringen van eiseres niet geloofwaardig zijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over belangrijke gebeurtenissen in haar leven, zoals haar eerste kus en haar bewustzijn van de strafbaarheid van homoseksualiteit in Uganda. Ook heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres onvoldoende heeft uitgelegd waarom haar verklaringen in de correcties en aanvullingen afwijken van haar eerdere verklaringen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en verweerder niet verplicht om proceskosten te vergoeden.