Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek op de zitting
2.De tenlastelegging
09/837536-19,
hierna dagvaarding I)
feit 1). En dat hij op 17 december 2019 een bromfiets heeft gestolen (
primair), dan wel deze bromfiets voorhanden heeft gehad (
subsidiair), dan wel hiervan gebruik gemaakt terwijl hij wist dat dit een gestolen bromfiets was (
meer subsidiair) (
feit 2).
09/837011-21, hierna dagvaarding II)
feit 1). En dat hij op 16 december 2019 in Den Haag twee keer heeft gepind met een gestolen pinpas (
feit 2).
09/837020-21, hierna dagvaarding III)
3.Bewijsoverwegingen
- de verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter zitting van 20 mei 2021;
- proces-verbaal van aangifte, PL1500-2019295873-1, p. 4-6.
- de verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter zitting van 20 mei 2021;
- proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, PL1500-2021045341-11.
4.De bewezenverklaring
09/837536-19)
09/837011-21)
09/837020-21)
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte
09/837536-19)
09/837011-21)
09/837020-21)
6.De straf
Bij uitspraak van heden is een machtiging verleend om de verdachte te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van zes maanden. Met de structuur en begeleiding die de verdachte binnen een gesloten accommodatie kan krijgen zal worden gewerkt aan gedragsverandering, in het bijzonder gericht op zijn beïnvloedbaarheid, zijn impulsiviteit, het aangaan van pro-sociale contacten en het hebben en behouden van een goede dagbesteding. Aan de verdachte zal in de gesloten setting dus reeds hulp en begeleiding worden geboden, terwijl de hiervoor op twee jaren bepaalde proeftijd eerst een aanvang zal nemen na beëindiging van de gesloten plaatsing en niet in mindering strekt op de periode waarin de verdachte in het kader van de bijzondere voorwaarden behandeling zal volgen.