ECLI:NL:RBDHA:2021:10821

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 september 2021
Publicatiedatum
4 oktober 2021
Zaaknummer
C/09/617928 / FA RK 21-6248
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor noodpaspoort en teruggeleiding van minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 september 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor het verkrijgen van een noodpaspoort voor haar minderjarige kind. De zaak is gecombineerd behandeld met een verzoek tot teruggeleiding van het kind naar Nederland vanuit Libanon. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vader het kind ongeoorloofd in Libanon heeft vastgehouden, wat in strijd is met het gezagsrecht van de moeder. De rechtbank heeft de rechtsmacht aangenomen op basis van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 en heeft geoordeeld dat het Nederlands recht van toepassing is. De moeder heeft verzocht om vervangende toestemming voor het aanvragen van een noodpaspoort, omdat de vader niet heeft gereageerd op de oproep om ter zitting te verschijnen. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder toegewezen, aangezien het belang van het kind voorop staat. De rechtbank heeft ook bepaald dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is en heeft het verzoek om toestemming voor een nieuw paspoort in de toekomst afgewezen, omdat dit nog niet aan de orde is.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 21-6248
Zaaknummer: C/09/617928
Datum beschikking: 30 september 2021

Paspoortwet

Beschikking op het op 15 september 2021 ingekomen verzoek van:

[X] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats] .
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[Y] ,

de vader,
ingeschreven te [gemeente] , vermoedelijk verblijvende te Libanon op een onbekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift.
Op 28 september 2021 is de zaak ter videozitting (Skype) van deze rechtbank behandeld. Het betrof een gecombineerde behandeling van zowel de onderhavige procedure als de procedure bekend onder zaaknummer C/09/616917 en rekestnummer FA RK 21-5726 (verzoek tot teruggeleiding). In de laatstgenoemde procedure zal bij afzonderlijke beschikking worden beslist op 30 september 2021.
Verschenen zijn: de moeder, de advocaat mr. M. Groenleer, alsmede [medewerkster RvdK] namens de Raad voor de Kinderbescherming. De vader is – hoewel behoorlijk opgeroepen, tevens per e-mail en door middel van een advertentie in de Staatscourant van 21 september 2021 nr. 41690 – niet ter zitting verschenen.

Verzoek en verweer

De moeder verzoekt de rechtbank haar vervangende toestemming te verlenen voor het verkrijgen van een noodpaspoort of Laissez Passer ten behoeve van de na te melden minderjarige.
De vader heeft geen verweer gevoerd.

Feiten

- Partijen hebben een affectieve relatie gehad.
- Zij zijn de ouders van het volgende thans nog minderjarige kind:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] .
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over [voornaam minderjarige] uit.
- De vader heeft in ieder geval de Nederlandse nationaliteit, de moeder heeft de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit en [voornaam minderjarige] heeft in ieder geval de Nederlandse nationaliteit.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Bij beschikking van deze rechtbank van 30 september 2021 in genoemde procedure bekend onder zaaknummer C/09/616917 en rekestnummer FA RK 21-5726 heeft de rechtbank geoordeeld dat de vasthouding van [voornaam minderjarige] in Libanon door de vader is geschied in strijd met het gezagsrecht van de moeder naar Nederlands recht en dat de vasthouding van [voornaam minderjarige] in Libanon aangemerkt dient te worden als ongeoorloofd in de zin van artikel 3 van het Haagse Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen van 25 oktober 1980. De rechtbank heeft daarnaast geoordeeld dat [voornaam minderjarige] onmiddellijk voor haar vasthouding in Libanon haar gewone verblijfplaats in Nederland had. De rechtbank heeft vervolgens de onmiddellijke teruggeleiding van [voornaam minderjarige] naar Nederland gelast.
Gelet op het vorenstaande komt de Nederlandse rechter gelet op artikel 5 jo artikel 7 en artikel 15 van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 rechtsmacht toe om naar Nederlands recht op het verzoek van de moeder te beslissen.
Inhoudelijke beoordeling
Ingevolge artikel 34, eerste lid, van de Paspoortwet wordt bij een aanvraag door of ten behoeve van een minderjarige een verklaring van toestemming overgelegd van iedere persoon die het gezag uitoefent. Blijkens het tweede lid van voormeld artikel kan, indien bij de gezamenlijke gezagsuitoefening één van de personen die het gezag uitoefent weigert een verklaring van toestemming als bedoeld in het eerste lid af te geven, deze op verzoek van de andere persoon die het gezag uitoefent, worden vervangen door een verklaring van de bevoegde rechter, die alvorens te beslissen een vergelijk tussen beide personen beproeft. Ingevolge het vijfde lid van artikel 34 van de Paspoortwet geeft de rechter onder meer in de in het tweede lid bedoelde gevallen een zodanige beslissing als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
De moeder voert ter onderbouwing van het verzoek aan dat de vader [voornaam minderjarige] ongeoorloofd achterhoudt in Libanon, dat de moeder een teruggeleidingsprocedure is gestart en dat vervangende toestemming voor de afgifte van een noodpaspoort nodig is om de terugkeer van [voornaam minderjarige] te kunnen verwezenlijken.
Nu bij genoemde beschikking van 30 september 2021 de teruggeleiding van [voornaam minderjarige] naar Nederland is gelast en de vader niet op de videozitting is verschenen en geen verweer heeft gevoerd, zal de rechtbank het verzoek van de moeder als onweersproken en in het belang van [voornaam minderjarige] toewijzen.
Voor zover de moeder ter videozitting heeft verzocht aan haar vervangende toestemming te verlenen ten behoeve van de aanvraag van een nieuw paspoort voor [voornaam minderjarige] in verband met het verlopen van haar huidige paspoort per juni 2022, zal de rechtbank dit verzoek afwijzen. Het verlopen van het paspoort is nu nog niet aan de orde en het ligt op de weg van de moeder om zo nodig tegen de tijd dat dit paspoort verloopt een nieuw verzoek te doen.

Beslissing

De rechtbank:
verleent toestemming aan de moeder – die de toestemming van de vader vervangt – ten behoeve van de aanvraag van een noodpaspoort of Laissez Passer van de minderjarige:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2011 te [woonplaats] ;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. Sluymer, kinderrechter, bijgestaan door P. Lahman als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 september 2021.