ECLI:NL:RBDHA:2021:10821
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor noodpaspoort en teruggeleiding van minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 september 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor het verkrijgen van een noodpaspoort voor haar minderjarige kind. De zaak is gecombineerd behandeld met een verzoek tot teruggeleiding van het kind naar Nederland vanuit Libanon. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vader het kind ongeoorloofd in Libanon heeft vastgehouden, wat in strijd is met het gezagsrecht van de moeder. De rechtbank heeft de rechtsmacht aangenomen op basis van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 en heeft geoordeeld dat het Nederlands recht van toepassing is. De moeder heeft verzocht om vervangende toestemming voor het aanvragen van een noodpaspoort, omdat de vader niet heeft gereageerd op de oproep om ter zitting te verschijnen. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder toegewezen, aangezien het belang van het kind voorop staat. De rechtbank heeft ook bepaald dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is en heeft het verzoek om toestemming voor een nieuw paspoort in de toekomst afgewezen, omdat dit nog niet aan de orde is.